De wintersoldaat
Wenen, 1914. Lucius is een tweeëntwintigjarige geneeskundestudent als Europa in de greep raakt van de Eerste Wereldoorlog. Meegesleept door romantische verhalen over operaties op het slagveld neemt hij dienst in het leger en rekent op een aanstelling bij een goedgeorganiseerd veldhospitaal. Maar als hij aankomt in een gevorderde kerk ergens ver afgelegen in een dal in de Karpaten, treft hij een ijskoude, door tyfus geteisterde buitenpost aan. Alle dokters zijn gevlucht; de enige achterblijver is een mysterieuze verpleegster, zuster Margareta.