Butcher's Crossing
Amerika, 1870. De jonge Will Andrews stopt met zijn opleiding aan Harvard en trekt westwaarts op zoek naar avontuur, naar het echte Amerika. Als hij na een lange reis aankomt in het van God en iedereen verlaten dorp Butcher’s Crossing in Kansas neemt Andrews een ingrijpend besluit: hij gaat mee op wat een van de laatste grote jachten op de bizon zal zijn, een dier dat vrijwel uitgeroeid is door de handel in huiden. De ervaren jager Miller leidt de expeditie naar een kudde van duizenden bizons in een verborgen vallei. Terwijl Miller als een bezetene in de weer is om elke nog levende bizon te doden, worden de mannen in het nauw gedreven door de snel invallende winter en leert Andrews meer van zijn land dan hij ooit had kunnen voorzien.
Elk aspect van Andrews’ beproeving, van de langdurige paardrijritten over de verlaten prairie en het verbeten slachten van de vele bizons tot de harde overlevingsstrijd in de ruige natuur, is beschreven in de onwaarschijnlijk mooie, sobere en heldere stijl van John Williams. Net als zijn succesroman Stoner straalt Butcher’s Crossing, zoals The Times schreef, ‘een veerkrachtig soort optimisme uit over ons vermogen om iets van waarde te redden uit de onmogelijke omstandigheden van het menselijk leven’.
‘Slowfood’ en ‘slowcooking’ zijn reeds ingeburgerde begrippen. Ze duiden op rust, diepgang en smaak. Misschien moeten we het begrip ‘Slowreading’ lanceren?
Butcher’s Crossing dwong mij, wat niet zo makkelijk is voor een snellezer als ik met een nooit minderende boekenstapel letterlijk op mijn knieën. Ik was na het lezen van Stoner al voorbereid maar ook afwachtend, maar Butcher’s Crossing heeft mij wederom ‘gepakt.’ Hij dwong mij om traag te lezen en te genieten van elk woord, elke zinswending, elke beschrijving, groots in zijn raak taalgebruik en beschrijvende sferen.
Maar bovenal, zo contrasterend met Williams zijn taalrijkdom raakte de zinloosheid mij. De zinloosheid van het bestaan daar en nu, de zinloosheid van het afslachten en de zinloosheid of misschien ook de kracht van de non-communicatie tussen de hoofdfiguren. Je wordt meegenomen in een droefgeestig gezelschap waar elkeen met zijn eigen beweegredenen niet anders kan dan samen tot het bittere eind te gaan. Je zal meegaan in prachtige maar slopende landschappen, samen de overlevingsstrijd en het gevecht met overweldigende natuur aangaan maar bovenal ondergedompeld worden in een wereld van een stilte die wij ons niet meer kunnen voorstellen om na de laatste pagina verdwaasd achter te blijven.