De eenzaamheid van de waanzin
Hoe kan het verstand zo op een dwaalspoor raken dat het gevolg is? Waarom kan iemand schijnbaar zonder aanleiding in diepe somberheid verzinken? Dit zijn vragen waarover zowel psychiaters als schrijvers zich buigen. Psychiaters beantwoorden ze voor groepen mensen met vergelijkbare problemen – zij leveren de theorie. Schrijvers laten zien hoe het individu leeft met angsten, somberheid of een psychose – zij maken compassie en begrip mogelijk.
Ranne Hovius verbindt de ontwikkelingen in psychiatrie en literatuur. Ze geeft tal van schrijvers uit de voorbije eeuwen het woord: van Goethe, Dickens, Poe, Flaubert, Nabokov en Patrick McGrath, tot schrijvers die over hun eigen ervaringen met de waanzin vertellen, zoals Gerard de Nerval, Sylvia Plath en David Sedaris. Daarnaast beschrijft zij de psychiatrische theorieën die in hun werk doorklinken, waaronder die van Lombroso, Freud, Skinner en Laing, en de onderliggende ideeën van het huidige handboek van de psychiatrie, de DSM.
Met elke koerswijziging in de psychiatrie veranderen de literaire verhalen. Want wie geloofwaardig over waanzin wil schrijven, moet rekening houden met de psychiatrische opvattingen van zijn tijd. De eenzaamheid van de waanzin is een boeiend verslag van een literaire reis tegen de achtergrond van de ontwikkelingen in de psychiatrie