Alles wat verdrietig is, is onwaar een waargebeurd verhaal
Khosrou is twaalf. Samen met zijn moeder is hij Iran ontvlucht. In de Verenigde Staten probeert hij een nieuw thuis te vinden, maar al snel blijkt dat niet het beloofde land. Khosrous moeder, die dokter was in Iran, combineert verschillende baantjes om rond te komen. Zijn vader voelt steeds verder weg. Khosrous klasgenoten gooien paperclips in zijn nek.
Maar in de klas van Mrs. Miller ontpopt Khosrou zich als verhalenverteller. Herinneringen aan zijn kindertijd komen bovendrijven, net als zijn vlucht uit Iran en zijn familiegeschiedenis. Dankzij de verhalen leert hij zichzelf te zijn.
Alles wat verdrietig is, is onwaar is het onstuimige en hartverwarmende relaas van een rasoptimist die weigert te wanhopen. Wars van de wetten van de westerse verhaalkunst houdt Nayeri een sprankelend en uiterst origineel pleidooi voor empathie in tijden van verdeeldheid.
“Perzen zijn geen leugenaars. Het zijn dichters, dat is erger.”
Als achtjarig jongetje ontvlucht Khosrou Nayeri samen met zijn moeder en zusje Iran om uiteindelijk in Oklahoma terecht te komen als Daniel Nayeri. Wat hier in één zin staat wordt in ‘Alles wat verdrietig is, is onwaar’ vertelt in de taal van een twaalfjarige jongen, de poepgrappen incluis. Dat de schrijver deze taal heeft gekozen is op aanraden van zijn vriend en raadgever Stacy Barney. Voor de auteur een moeilijke beslissing maar het geeft mij als lezer een meerwaarde. Het perspectief van de schrijver als kind zet de sluizen open naar al dan niet vergeten of verdrongen herinneringen.
Het is niet gemakkelijk voor een Iraanse jongen om zich staande te houden in zijn klas. Zijn klasgenoten zien hem als een mogelijke terrorist hoewel hij hen probeert duidelijk te maken dat hij uit Iran komt en dat Iran zelf een bittere vijand van Irak is. Hij wordt dan ook vaak en wreed gepest. Ze vernielen zijn spullen en duwen uitgekauwde propjes papier in zijn oren. Via de schrijfopdrachten van Mrs. Miller die hij als zijn stem gebruikt, gaat hij naar goede Perzische gewoonte verhalen vertellen. Het is zijn manier om te zeggen wat in De Vertellingen van Duizend-en-een-nacht wordt gezegd: ‘Laat me gaan, want dan zal ik je een verhaal vertellen dat wonderlijker dan wonderlijk is.’ Het is een belofte. Als je luistert, zal ik je een verhaal vertellen. We kunnen met elkaar kennismaken, elkaar leren kennen, en dan zijn we geen vijanden meer.
Daniel, niemand slaagt er in Khosrou uit te spreken, haalt op die manier zijn leven naar de klas. Als zoon van een dokter en een tandarts leeft hij een rijkeluisleventje in Islamabad. Allebei zijn ouders zijn sayyid, wat rechtstreekse afstammeling van de profeet betekent. Het is ondenkbaar dat een sayyid zich van de islam zou afkeren dus wanneer zijn moeder zich tot het christendom bekeert is dat niets minder dan een halsmisdaad. ‘Want als ze erachter kwamen – als het Komiteh erachter kwam – zouden ze mijn moeders keel doorsnijden.’.
Samen met haar zoontje en dochter slaagt Sima er in om uit Iran weg te komen. Ze leven een jaar in Dubai en komen tenslotte in het asielcentrum Hotel Barba in Italië terecht. Het is een hel want ze kunnen nergens naartoe. In het kamp is niets en het dorp is niet alleen ver weg maar de inwoners moeten van de vluchtelingen niets weten. ‘Alle inwoners van Hotel Barba wachtten dag in dag uit alleen maar op hun papieren. Niemand ging ergens naartoe. Niemand had bezigheden, niemand werk. Ze wachtten en hoopten dat er een land bereid was hen op te nemen. Verder viel er niks te doen.’. Uiteindelijk komen ze in Oklahoma terecht. Het is vooral dank zij de onstuitbare wil van Sima die, wanneer anderen gewoon wachten, zelf het heft in handen neemt en haar kinderen blijft beschermen en voorbereiden op een ander leven. Ze leert hen dat te veel liefdadigheid hen zal misvormen en ook in Oklahoma zal ze haar Perzische achtergrond niet verloochenen. Na de zondagse kerkdienst neemt ze steevast Perzische gerechten mee naar de potlucks in de kerk. Het is haar manier om Amerikanen kennis te laten maken met haar geschiedenis. Voedsel en de geur ervan zijn sterke lijnen naar herinneringen.
De cultuurschok is enorm. Niet alleen de taal want die leert Daniel door alles te lezen wat hij te pakken krijgt. Sommige van zijn verhalen over de verschillen tussen zijn Perzische en Amerikaanse bestaan zijn hilarisch zoals die over de uiteenlopende manieren van toiletbezoek, andere zijn ronduit tragisch wanneer ze gaan over de onverschilligheid van de mensen. En geen énkele Amerikaan snapt het gebruik van ‘tarof’, de ultieme Perzische vorm van beleefdheid om jezelf weg te cijferen voor je gast. Toch probeert Daniel zijn klasgenoten te begrijpen: ‘als ik verhalen vertel over Rostam, over de enorme granaatappels in de boomgaarden van mijn baba Haji, over in de rotsen uitgehouwen dorpen, Orich-repen of wat ik ook heb meegemaakt, dan geloven ze me nooit. In hun bibliotheek is daar namelijk niets over te vinden.’.
In Amerika groeit hij ook verder weg van zijn zus. Die wil zoveel mogelijk punten halen en studeren zodat ze snel naar de universiteit kan. Maar het kind Daniel is daar nog niet aan toe. Hij wil gewoon een jongen zijn tussen de jongens, met zijn onmogelijke verliefdheid op Kelly en de boeken van The Lord of the Rings om te lezen. In een interview verklaart de volwassen auteur dat hij de titel van dit boek haalde uit een verhaal in The Lord of the Rings dat hij als jongen las. Wanneer Gandalf wordt verondersteld dood te zijn maar terugkeert als Gandalf De Witte, vraagt Samwise: ‘Is het waar, Gandalf? Gaat alles wat verdrietig is onwaar worden?” De auteur wilde dezelfde hoopvolle gedachte aan zijn lezers meegeven. De hoop dat in de toekomst alle verdriet onwaar zal worden.
Doorheen het boek lees je ook het onbegrip over de dankbaarheid die van vluchtelingen wordt gevraagd, geëist bijna, voor elk beetje hulp. Over dat onderwerp schreef zijn zus Dina Nayeri, eveneens een romanschrijver en essayist, het non-fictieboek ‘De ondankbare vluchteling’ waarin ze een heldere kijk geeft op het leven van hedendaagse vluchtelingen.
“Je zult me leren kennen via mijn stem. We zitten bij elkaar, in jouw hoofd. Je hebt me jouw ogen gegeven. Ik kan je een met gras begroeide heuvel laten zien of een boterham met pindakaas. Hierbinnen ontvang je mij. Ik ben jouw gast en waarschijnlijk zie je mij net zoals je jezelf ziet: als een mens. We zijn heel dicht bij elkaar. Misschien kun je mijn hart horen kloppen, angstig. Ik heb een hart, net als jij. Ik ben altijd bang.” Dit labyrint van verhalen deint naar goede Perzische gewoonte uit van een verhaal naar een verhaal binnen een verhaal en vandaar weer naar een ander.
Toch ken ik als lezer de kleine Khosrou nu even goed alsof het mijn buurjongen zou zijn. Ik weet waar hij vandaan komt en hoe hij werd wie hij nu is. Ik weet van zijn angsten en vernederingen onderweg en het belang van een eigen identiteit te houden en ik ken zijn verleden. Net als het boek ‘Herkomst’ van Saša Stanišić is dit geen arme-ik verhaal vol immigrantenleed maar geeft het op een originele manier een inzicht in het leven van een vluchteling. Het is een boek over Orich-repen en Schaap Schaap, over verliefd zijn en gekwetst worden, over opgroeien in Oklahoma, over geuren en eten maar vooral is dit boek een roman over herinneringen en de onmogelijkheid om zelf je herinneringen te kiezen en het tragische daarvan. Zoals Daniel het verwoordt: ‘Een geheugen als een lappendeken is de schande van een vluchteling.’.
Marianne Verschaeren, Huisrecensente