Dingen die je meeneemt op reis Aroa Moreno Durán
Katia heeft haar jeugd doorgebracht in Oost-Berlijn, in de schaduw van de Muur, die de stad verdeelt. Voor haar vader, die de Spaanse Burgeroorlog is ontvlucht, vertegenwoordigt de communistische kant van Duitsland alles waarvoor hij in Spanje heeft gestreden en geleden. Katia kent geen andere manier van leven, totdat een toevallige ontmoeting met een jonge man uit het Westen haar nieuwsgierigheid naar de rest van de wereld doet ontwaken.
Pas als ze de gevaarlijke reis heeft volbracht, begrijpt Katia wat ze in Oost-Berlijn heeft achtergelaten. En de Muur moet vallen voordat ze ontdekt wat de verwoestende gevolgen van haar keuze zijn geweest voor haar familie in ballingschap.
Ik moet eerst en vooral bekennen dat ik weinig boeken lees die uit het Spaans vertaald werden, dus heel fijn om hier nu eens van af te wijken. Speciaal is wel dat dit boek door een Spaanse werd geschreven maar zich grotendeels in Duitsland afspeelt. De schrijfster reisde tweemaal naar Oost-Berlijn om een stukje uit de Spaanse geschiedenis uit te spitten: dat van de Spaanse communistische ballingen in de vroegere DDR.
Katia is de dochter van Spaanse migranten en woont in het Oost-Berlijn van voor de val van de muur. Je leest over het arme, maar warme gezinsleven. Er zijn echter zaken waar Katia en haar zusje niets over weten, over de vroegere oorlog van hun ouders, verborgen in een koffer waar ze niet mogen in kijken.
Op een dag krijgt Katia de kans om dankzij haar vriendje Johannes naar het Westen te vluchten. Tot ze jaren later, nadat de muur gevallen is, tot het pijnlijke besef komt dat haar actie ingrijpende gevolgen had voor de rest van haar gezin.
Het lijkt in het begin het verslag van haar gezinsleven achter het ijzeren gordijn, maar vanuit haar perspectief als volwassene en door zaken die ze maar later begrijpt en te weten komt, wordt alles anders bekeken. Het toont ook aan hoe de verschillende generaties die gebeurtenissen heel anders beleven.
Ik begreep wel de beweegredenen van Johannes niet zo goed. Hij blijft in gans het verhaal wat op de achtergrond.
Ik had soms wat moeite met de beknopte stijl van de roman, je moet veel tussen de regels lezen en begrijpen. Je krijgt eigenlijk in een dun boek een hele geschiedenisles: het fascisme in Spanje, het communisme in de DDR, de Berlijnse muur, de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog,… Soms ergerde ik me ook aan het feit dat bepaalde zinnen niet werden afgemaakt en abrupt stopten. En aan het gebrek aan interpunctie, als mensen iets zeggen, wordt dat niet tussen aanhalingstekens geplaatst, maar staat dat in een gewone zin. Maar ondanks dat alles leest het boek toch heel vlot en raak je heel geboeid door het verhaal.
Het boek is de debuutroman van de Spaanse journaliste Aroa Moreno Durán, ze won in Spanje de prijs voor beste fictie van het jaar en haar boek werd al in zeven talen vertaald.
De Spaanse titel “La hija del communista” (“De dochter van de communist”) zegt wel meer over de inhoud en waar het allemaal om draait; de Nederlandse titel, “Dingen die je meeneemt op reis” is symbolischer, maar ook heel goed gekozen en wordt duidelijker naarmate je verder leest.
Els Van Daele, gastrecensie