Alles valt
Alles valt beschrijft minutieus een woelig jaar uit het leven van de bijna dertigjarige Roderik Deroo. Samen met zijn vrouw Caroline en zoontje Cas vormt hij een doorsneegezin. Alles lijkt perfect, maar onderhuids woekert bij Roderik een grote waaromfase. Op het werk begaat hij onvergefelijke blunders en thuis schittert hij door afwezigheid. Het leven in de Gentse Stropstraat snijdt hem stilaan de adem af. Wanneer bij een banale ruzie de kleine Cas in de brokken deelt, is Roderiks hele bestaan overgeleverd aan de wetten van de vrije val.
Alles valt is een speels gestileerde roman over hoe allerlei in wezen doodnormale gebeurtenissen tot dramatische wendingen leiden en over hoe obscuur verdriet in staat is het spanningsveld tussen hypothese en werkelijkheid op te heffen.
Alles valt is een aangename roman met een knipoog naar de zwa(a)rtekracht.
Het boek gaat over een bijna dertigjarige man, Roderik, die duidelijk in de ‘waarom fase’ zit.
Roderik werkt als ondertitelaar en hij schrijft ook kortverhalen. Hij woont samen met Caro met wie hij een zoontje, Cas, heeft. Roderik neemt je mee in zijn hoofd: soms in het nu, soms in het verleden en soms in het verhaal dat hij aan het schrijven is. Enkel het laatste hoofdstuk werd geschreven vanuit het perspectief van Caro. Dit stuk was voor mij essentieel om het verhaal af te kunnen sluiten. Ik had me tijdens het lezen vaak afgevraagd wat zij nu zou denken.
In het eerste deel van het boek ligt de focus op de alledaagse sleur, de pietluttigheden waarover we soms nadenken en de hersenkronkels die we daarbij maken. De perikelen in verband met een keukenofferte liggen vaak op tafel met de gebruikelijke discussies tussen man en vrouw als gevolg. Ze vormen een soort rode draad door het verhaal. Het wordt op een grappige en pijnlijk accurate manier gebracht. Het was allemaal zo herkenbaar.
Naarmate het boek vordert voel je Roderik afglijden. Hij verliest grip op zijn werk, zijn leven, zijn relatie. Dan is het moment daar dat de stoppen doorslaan en waarbij ook Cas betrokken geraak. Die ene handeling, die ene korte minuut heeft echter serieuze impact op hun leven. Alles loopt fout.
Daarna gaat Roderik op zoek naar antwoorden op zijn waaromvragen. Hij begaat nog stommiteiten maar geleidelijk aan begint hij ook dingen te begrijpen. Ook tijdens dit deel is zoveel herkenbaar. We voelen ons te vaak schuldig, we zeggen te weinig wat we denken en we projecteren ons eigen leed al te vaak op diegene die we het liefste zien. Er komen absurde begrippen aanbod die ik automatisch googelde en die tot mijn verbazing echt bleken te bestaan. Er speelde een glimlach rond mijn lippen als Roderik alweer via sociale media op een ‘lijstje’ terecht kwam en doorklikte naar de volgende pagina die dan weer naar een ander obscuur lijstje leidde.
Ik onthoud vooral dat er in elk mens een stukje lachesist schuilt en dat we ons daar helemaal niet voor hoeven te schamen.
Jasmien Maes, gastrecensie