Het spel meespelen roman

auteur: 
Joan Didion
ISBN nummer: 
9789029540797
uitgeverij: 
Arbeiderspers
Body: 

Het spel meespelen .jpgBeverly Hills, jaren zestig. Maria, een actrice met een vastgelopen filmcarrière, is getrouwd met een succesvolle filmproducent, die ze vergezelt naar glamoureuze feestjes in een wereld die vooral om buitenkant draait. Eenzaam rijdt ze in haar auto rond door de stad en de Mojavewoestijn, en bezoekt ze hun autistische dochter Kate, die tot haar verdriet in een instelling woont. Haar bestaan lijkt doelloos,
tot het leven een onverwachte wending neemt. 

In een sobere, dwingende schrijfstijl ontleedt Didion op meedogenloze wijze het leven in Amerika in de late jaren zestig, en reflecteert ze op de heersende lusteloosheid van een generatie in een schijnbaar bankroete samenleving.

“Mijn vader zei dat het leven zelf een spelletje crap was: dat was één van de twee lessen die ik als kind heb geleerd. De andere les was dat als je een steen omkeerde er een ratelslang onder kon liggen. Zoals alle lessen lijken ook deze twee wel zinvol maar niet van toepassing.”

Deze roman die voor het eerst verscheen in 1970 is nu pas, en dat is een schande, in het Nederlands vertaald door Corine Kisling. Bijna al de romans en de essays die Joan Didion schreef behandelen het persoonlijke of sociale uit elkaar vallen. Het verrotten van moraal en de chaotische achterkant van de maatschappij. Met een chirurgische precisie ontleedt ze de gedragingen van mens en samenleving in het Amerika van de jaren zestig. In ‘Het spel meespelen’ doet ze dat door het verhaal van Maria Wyeth (Mar-eye-ah, laat ik daar meteen duidelijk over zijn) te vertellen.

Het boek begint met een innerlijke monoloog van Maria. Een vrouw van éénendertig, getrouwd, gescheiden en het lijkt of ze ergens in een psychiatrische instelling verblijft al is de reden niet dadelijk duidelijk. Maria wil niets en doet niets want ‘ze zullen de feiten verkeerd lezen, verbanden bedenken, redenen zoeken die er niet zijn, maar zoals ik al zei, dat is wat ze hier doen.’

In elk geval probeert ze niet aan haar verleden te denken maar enkel in het heden te leven en niemand van vroeger te zien. ‘Ik zie niemand die ik vroeger kende, maar ik ben ook niet zo dol op mensen. Ik wil maar zeggen, misschien had ik alle azen in handen, maar wat was dan het spel?’  Toch doet ze een poging om het spel mee te spelen. Haar enige doel: Kate, haar vierjarig dochtertje terug te krijgen die door haar man in een speciale inrichting is geplaatst omdat ze ‘een afwijkend stofje heeft in haar brein’.

Ook Helene, een vriendin van Maria, en Carter, haar ex-man, krijgen een korte introductie voor het boek echt van start gaat.

Na deze inleiding wordt het verhaal enkel nog vanuit het standpunt van Maria vertelt en is er voor de lezer geen andere keuze dan die versie te geloven. Haar leven vóór ze in de psychiatrische instelling terecht kwam is een jacht op de American Dream. Geboren in Reno, Nevada, vertrekt ze als achttienjarig meisje naar New York om aan de toneelschool te gaan studeren. Uiteindelijk komt ze als actrice terecht in het Hollywood van de jaren zestig. Beverly Hills is dan een mix van glamour en boosaardigheid. Een heel verschil met het Silver Wells uit haar jeugd waar ze met haar gokkende vader en haar neurotische moeder leefde, ouders die er heilig in geloofden dat de toekomt altijd beter is dan het verleden. Maar ook ouders die, wanneer ze haar wegbrengen naar het vliegtuig, naar het verkeerde raampje wuiven.

Wanneer haar acteercarrière niet echt van de grond komt en Carter als succesvol regisseur steeds vaker weg is komt Maria terecht in een sociale eenzaamheid die haar gedrag steeds meer gaat beïnvloeden. Ze begint compulsief nachtenlang langsheen snelwegen te racen, drinkt in bars en benzinestations, gebruikt drugs en medicijnen en heeft seks met acteurs, vroegere minnaars en onbekende bezoekers op de glamour party’s waarop ze verplicht verschijnt. Ze voelt zich ook als vrouw niet serieus genomen. ‘Ergens in de loop van de nacht was ze in een rijk terecht gekomen van typisch vrouwelijke ellende en ze had niets te zeggen’. De rampen volgen elkaar op tot ze tenslotte na een min of meer verplichte abortus (Ze zou doen wat hij wilde. Ze zou dit laatste ding nog doen en daarna zouden ze haar nooit meer kunnen raken) steeds verder afglijdt naar de totale leegte in zichzelf en in een psychiatrische instelling terecht komt.

Wat deze roman zo krachtig maakt zijn de observaties die Joan Didion hier optekent. Met oog voor detail beschrijft ze motelkamers, verlaten filmsets, uitgestrekte slangen op het warme asfalt, glamour party’s en de eenzaamheid van nachtelijke snelwegen. De oppervlakkigheid van een sociale omgeving waar het een ramp is als de  kapper op verlof gaat ‘Als ik in de stad ben, en Leonard niet, dan voel ik me bijna… bang.’. De druk van uiterlijke schijn. De zinloosheid van een teloorgegaan huwelijk. Het decadente milieu van de filmindustrie.

Didion slaagt er in om een sfeer van afwachtende onrust te scheppen over het onherroepelijk afglijden naar een depressie.  Een treurige situatie voor Maria en vrolijk word ik er als lezer niet van maar wat een fantastisch, geweldig proza waarin de jaren zestig in een liederlijk Beverly Hills worden neergezet. Een meesterwerk over het uiteindelijke ‘niets’.

“Ik weet wat ‘niets’ betekent, en blijf toch meespelen. Waarom, zou BZ zeggen. Waarom niet, zeg ik.”

Marianne Verschaeren, huisrecensente

 

prijs: 
€ 20.00