Jaag je ploeg over de botten van de doden
In een afgelegen Pools dorpje vertelt de excentrieke zestiger Janina Duszejko over de dood van haar buurman en de andere vreemde gebeurtenissen van de laatste tijd. Janina leidt een teruggetrokken leven: ze is een liefhebber van de natuur, houdt zich bezig met astrologie en vertaalt als hobby de poëzie van William Blake. Wanneer leden van de lokale jachtvereniging vermoord worden aangetroffen, raakt ze als een Poolse Miss Marple betrokken bij het politieonderzoek.
Is dit het beste uit de hedendaagse literatuur? Ik stel mij gewoon de vraag of ligt het aan de Nobelprijs, of ligt het aan Olga Tokarczuk, of ligt het aan mij?
Olga Nawoja Tokarczuk, psychologe, geboren in 1962 in Polen blijkt een van de meest gewaardeerde schrijvers ter wereld. De Zweedse Academie kende haar in 2018 de Nobelprijs literatuur toe om haar “narratieve verbeelding die met encyclopedische passie staat voor grensovergang als een manier van leven, creatieve vermogens, nieuwsgierigheid als motivatie, en de erkenning van de intimiteit van de mens als een grote rijkdom aan numen”.
Van numen had ik nog nooit gehoord. Het blijkt te verwijzen naar onpersoonlijke hogere machten.
Met numen in het achterhoofd valt dit literaire hoogstandje te lezen. Het taalgebruik is soms heel mooi, poëtisch en lyrisch beschrijvend. Voor mij wat té mooi, wat kunstmatig en nog al eens ten koste van een vlotte leesbaarheid. Creatief wel, zo staan om de haverklap zelfstandige naamwoorden zonder enig verband met een hoofdletter, niet Gemakkelijk om te Lezen.
Bijna elke pagina is voorzien van een citaat van William Blake, het verband met het verhaal is ver te zoeken, maar misschien is dit ook niet de bedoeling,.. ‘God heeft de Mens Rijk en Gelukkig geschapen, maar sluwheid heeft de onschuldigen arm gemaakt’. Blake was een episch kunstenaar, 1757-1827, uit Londen. Rond Blake en onder andere rond zijn poëzie, heerst nogal een complexe mythologie, vele generaties hebben in zijn werk wel iets teruggevonden dat aanspreekt op een specifieke tijd. Ook vele modernisten hebben William Blake weer helemaal opgenomen in hun canon, bijvoorbeeld Allen Ginsberg, Bob Dylan en Jim Morisson.
Maar nu, in de ploeg, over de botten van de doden. Janina Duszejko is een gepensioneerde burgerlijke ingenieur. Ze geeft nog les op een landelijke schooltje in een verlaten gebied in het zuidwesten van Polen. Zelf woont ze in een verlaten gehucht, midden het bos, naast nog een paar achtergebleven oude eenzaten. Duszejko is eigengereid, eigenwijs, ecofanaat en leeft met de astrologie. De mensen en de wereld rond haar heeft ze zelf benoemd: buurman Grootvoet wordt dood gevonden, in de tempel van Pluto zit Commandant Zwartjas. Er vallen nog doden, de jachtclub komt in het vizier met Pastoor Geruis, Buikman, Samurai, Snorremans, de Consul, Goednieuws, er wordt gedanst op paddenstoelenfeesten, kudden reeën, dassen, vossen en insecten passeren de revue. Duszejko lost de moordpuzzel op met inspiratie van de sterren: “ slachtoffer ging op tijdstip van overlijden in transit door Maagd, wat meerdere overeenkomsten met pelsdieren heeft. Tegelijkertijd had hij zijn Zon in Vissen, wat wijst op zwakke enkels”..
Wellicht is het verhaal in deze metafysische zogenaamde thriller ook helemaal niet van belang. Lees maar pure, bij wijlen humoristische, nonsens. Bovendien ook helemaal niks spannends aan.
Laat dit dan het neusje van de moderne literatuur zijn, het verhaal is van geen tel en mooie literaire zinnen blijven een lust op zich. Toch zit er een boodschap in het boek, of beter, een bevraging van Olga Tokarczuk naar de betrokkenheid van de samenleving op het milieu. Het boek op de kaft voorstellen als een detectiveverhaal, lijkt me kort door de astrologische bocht. Laten we het houden op een ecologisch essay dat door de Zweedse Academie aangekruist werd voor zijn wonderlijke zinsconstructies en stilistisch woordenkabinet. Deze publicatie, inmiddels aan zijn achtste druk toe in het Nederlands, werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie, the Poland Translation Program en het Nederlands letterenfonds.
Koen E., huisrecensent