De nietige miljoenen
Net als in zijn bestseller Schitterende ruïnes zet Jess Walter in De nietige miljoenen een verbluffend realistisch tijdsbeeld neer. Ditmaal verplaatst hij zich in het Amerika van begin twintigste eeuw.
De broers Rye en Gig Dolan scharrelen hun kostje bij elkaar, liften mee op goederentreinen en staan bij corrupte koppelbazen in de rij voor een dag werk. Terwijl de zestienjarige Rye snakt naar een vaste baan en een eigen huis, droomt zijn oudere broer Gig van een betere wereld. Samen met andere vakbondsmannen strijdt hij voor een eerlijk loon en een fatsoenlijke behandeling.
Rye deelt het idealisme van zijn broer niet en kiest zijn eigen weg, maar toch valt hij voor Elizabeth Gurley Flynn, een onverschrokken activiste en feministe. Gig daarentegen heeft een oogje op Ursula the Great, een stripteasedanseres die in een kooi optreedt met een vraatzuchtige poema. Zij brengt de jonge mannen in contact met een minstens zo gevaarlijke mijnmagnaat.
De wereld van de broers is een wirwar van uitbuiters, mijnen, bordelen, kroegen en agenten, en het lijkt onmogelijk om daaruit te ontsnappen.
De nietige miljoenen is een meeslepende roman over eenvoudige idealen die botsen met de harde werkelijkheid. Het Amerika van toen blijkt griezelig veel te lijken op onze tijd.
Ik laat mij in verhalen graag meenemen doorheen andere oorden en andere tijden. Deze keer leidde Jess Walter van het eerdere bejubelde ‘Schitterende ruïnes’ mij doorheen het noordwesten van de Verenigde Staten tijdens de beginjaren van de 20° eeuw. Ik kwam terecht in een onnavolgbaar verhaal met prachtige personages, deels gebaseerd op historische figuren en deels gefictionaliseerde maar de karakters moesten niet onderdoen voor elkaar. De auteur haalde zijn inspiratie uit oude postkaarten van Spokane een stad in Washington waar hij opgroeide waarop hij terug een op historische feiten gebaseerd verhaal construeert dat aan de ribben blijft kleven, je genadeloos opzweept en geen ademruimte toelaat vooraleer je de hele afloop kent.
Het verhaal start met een proloog waarin Roff Waterbury, politieagent wordt neergeschoten. Zonder enige uitleg. Meteen merk je in de benadering van de geschoten Roff en zijn eigen gedachten tijdens zijn laatste minuten dat dit een bijzonder verhaal gaat worden. Acht pagina’s die je leest en daarna even vergeet om slechts op het einde van het verhaal het waarom eindelijk te snappen. Pas daarna start het verhaal over de broers Rye en Gig die als hobo’s een zwervend bestaan leiden. ‘This Land Is Your Land’ van De Woody Guthrie schoot onmiddellijk doorheen mijn hoofd. Een toepasselijker song bij dit verhaal zal je niet treffen.
Rye en Gig ontwaken op een sportveld van Spokane waar ze door een horde opgetrommelde politieagenten hardhandig, gewelddadig worden verdreven. Het loopt bijna fataal af voor beiden mocht een ‘toevallige’ zwerver Early Reston niet op een heel agressieve wijze in de bres springen voor hen. Die toevallige zwerver wordt net zoals alle andere, veelvuldig voorkomende, personages een rode draad doorheen het leven van beide broers. Veel personages zijn niet altijd wat ze lijken te zijn. De met veel humor beschreven karakters zijn nooit uitgesproken, zelfs de grootste rotzak blijft op een of andere wijze toch menselijk.
Dat zwervend bestaan, meeliftend op treinen om hun goedje bij elkaar te scharrelen is een typisch fenomeen van de loonslaven die in alle mijnwerkersstadjes trachten te overleven. Armoedig bestaan versus de pervers rijke mijnbazen, ondernemers die zich werkelijk alles kunnen permitteren. Corruptie, omkoperij, geweld, moord, afpersing, het doel heiligt elk middel. Nietsontziende macht is het enige dat telt. De oudere broer Gig gaat volledig op in de strijd voor ‘Het vrije woord’ en de vakbondsacties die pogen de loonslaven te verenigen om een rechtvaardig bestaan op te eisen. Maar hij is slecht één van ‘De nietige miljoenen’ die onderdrukt enig recht op bestaan opeisen. Ze staan er niet alleen voor. Zo was er Elizabeth Gurley Flynn. Zij was een jonge mondige voorvechtster van human rights, verguisd door de elite maar die als geen ander de strijd aanging tegen het bestaand establishment. Jess Walter verweeft deze historisch figuur grandioos in dit verhaal en schrijft haar een doorslaggevende rol toe.
Uiteindelijk is het Rye die na een hele reeks misselijkmakende gebeurtenissen de hoofdrol in dit boek toebedeeld krijgt. Rye die net zoals de lezer eerder een toeschouwer is van die strijd krijgt gaandeweg meer en meer impact op die hele omwenteling die er staat aan te komen. En het zou Jess Walter niet zijn mocht ook Rye niet honderd procent zuiver zijn, maar kan je hem dat kwalijk nemen? Ryes personage ondergaat ook een hele metamorfose van een doelloze jongen naar iemand die bewust wordt van zichzelf en zijn kunnen.
Zoals Rye gaandeweg sterker wordt krijg je als lezer ook meer en meer grip op dit verhaal dat chaotisch elke kant in tijd en richting opschiet. Dit is geen vlak rechtlijnig verhaal maar en verhaal verteld vanuit verschillende zichtvelden. Jes Walter spaart zijn lezers niet. Maar je krijgt er veel voor terug.
Op het eind krijgt Rye nog het woord, 1964. Hij heeft zij hele leven gewerkt en werd ook vakbondsafgevaardige. Hij blikt terug als een man die in zijn leven een metamorfose heeft ondergaan, een man die rechtvaardig werd en bleef.
Wat heb ik genoten van dit boek!
De prachtige boektrailer vind je hier
Jan stevens, redacteur boekensite.gent