Herkomst

auteur: 
Saša Stanišic
ISBN nummer: 
9789026352041
uitgeverij: 
Ambo I Anthos
Body: 

Herkomst.jpgHerkomst van Saša Stanišic is een autobiografisch meesterwerk dat werd bekroond met de Deutsche Buchpreis 2019. De roman staat tevens op de longlist van de Europese Literatuurprijs 2021.

'Herkomst is een boek over de eerste toevalligheid in onze biografie: ergens geboren worden. En over wat er daarna gebeurt. Het is een boek over taal, jeugd en vele zomers. De zomer toen mijn grootvader zo uitbundig danste dat hij op de voet van mijn grootmoeder trapte en ik bijna niet geboren werd. De zomer toen ik haast verdronk. De zomer toen Angela Merkel alle grenzen openstelde, die leek op de zomer toen ik naar Duitsland vluchtte. Herkomst is een ode aan mijn grootmoeder die lijdt aan dementie. Terwijl ik mijn herinneringen orden, verliest zij de hare.’

Herkomst is een meesterwerk, waarin één familie symbool staat voor een van de roerigste perioden uit de naoorlogse geschiedenis. Deze autobiografische roman gaat over de vlucht van Stanišic en zijn ouders van Višegrad in het voormalige Bosnië en Herzegovina naar Duitsland in 1992. Minutieus ontleedt Stanišic wat er is voorgevallen tijdens die vlucht en zet hij zijn familiegeschiedenis uiteen.

In zijn derde roman zoekt de winnaar van de Deutche Buchpreis 2019 naar zijn afkomst en wat zijn identiteit heeft gevormd.

Het is wat wennen om op deze manier het relaas van een vluchteling te lezen. In een grappige, poëtische maar directe taal vertelt Saša Stanišić wat hem de laatste decennia is overkomen sinds hij als 14- jarige met zijn moeder in Heidelberg aankwam. Om Duits staatsburger te kunnen worden moet hij een handgeschreven levensverhaal inleveren bij de vreemdelingendienst. Het dwingt hem om op zoek te gaan naar zijn wortels en naar datgene wat zijn identiteit zal vormen. Een chronologisch en lineair verhaal wordt dat naar eigen zeggen niet: ‘Ik zal een paar keer beginnen en een paar eindes vinden, ik ken mezelf immers. Zonder af te dwalen zouden mijn verhalen mijn verhalen helemaal niet zijn.  Afdwalen is mijn manier van schrijven.’ My own adventure.’

Hij is veertien in 1992 en woont met zijn ouders in toenmalig Joegoslavië in het stadje Višegrad. Zijn vader een Serviër, zijn moeder uit een familie van Bosnische moslims. Het hele gezin is supporter van Rode Ster Belgrado, een ploeg die een mix is van alle etnische en religieuze gezindten. De rood-witte sjaal draagt de jonge Saša winter en zomer en het is ook het eerste dat hij meeneemt wanneer hij een jaar later met zijn moeder hun bezette stad moet verlaten. De aankomst in Heidelberg is niet gemakkelijk want ‘hij heeft een naam met frutsels’ maar ze doen er alles aan om stand te houden. Hij wil twee dingen vooral niét zijn, Joego en vluchteling. ‘Tegen nieuwe mensen zei ik soms dat ik uit Slovenië kwam. De Alpenrepubliek was het minst in het nieuws geweest, en ik zou eerder als skiër worden gezien dan als slachtoffer, hoopte ik.’

Als puber is er de schaamte over hun toestand. ‘Moeder, de politicologe kwam in een grote wasserij terecht…Vader, de bedrijfseconoom, belandde in de bouw.’ Zijn schaamte over de meubels die van het grof vuil komen en de gêne om vrienden thuis te laten komen. Bovendien hangt de angst voor uitwijzing voortdurend als het zwaard van Damocles over het gezin. Zijn ouders worden inderdaad uitgewezen en vertrekken naar de VS. Saša ontsnapt aan uitwijzing omdat hij net op tijd een contract kan tonen voor een boek.

Taal is een barrière (Je staat voor de deur en leest TREKKEN. Dat is een deur. Dat zijn letters. Welkom bij de deur naar je nieuwe taal. En je duwt.) maar wordt ook zijn redding dankzij zijn leraar Duits die hem dwingt om verhalen te schrijven in het Duits en hem de liefde voor dichters als Hölderlin en Von Eichendorff bijbrengt.

Na het einde van de Balkanoorlog neemt zijn grootmoeder Kristina hem mee naar Oskoruša. Een verstilde wereld hoog in de bergen waar ze vandaan komt. Een dorp dat op het punt staat te verdwijnen doordat de 13 inwoners oud zijn en niemand er verder nog wil wonen. Saša vindt daar zijn oorsprong. Bijna elke grafsteen draagt de naam Stanišić. Het dorpsverhaal is doorspekt met mythen, slangen ‘poskok’ en draken. En volop situaties die voor hem absurd zijn maar voor de dorpsbewoners normaal. De oude Miki die alvast zijn kudde schapen africht zodat ze voor zichzelf kunnen zorgen na zijn dood. Een picknick op de grafsteen van familieleden of draken in grotten en in bomen.

De hele roman leest ook als een liefdesverklaring aan zijn grootmoeder. Naarmate ze meer en meer wegzinkt in haar dementie en haar herinneringen van langsom meer verdwijnen construeert Stanišić zijn leven steeds meer aan de hand van zijn eigen herinneringen. Zijn andere grootmoeder is trouwens ook een karakter. Zij voorspelt de toekomst aan de hand van kidneybonen.

Uiteindelijk komt voor Saša Stanišić zijn vaders voorspelling uit. ‘Vader zei: ‘Maak je geen zorgen. Alles komt goed.’  De rood-witte sjaal van Rode Ster Belgrado is hij na twee decennia in Duitsland ook in overdrachtelijke zin kwijtgeraakt.

Het schrijfplezier spat van elke bladzijde en dat maakt dat deze roman meer zal doen om begrip en empathie voor vluchtelingen bij te brengen dan een zakelijk essay terwijl het terzelfdertijd een waarschuwing is om te letten op het gevaar dat ‘de lijm van de multi-etnische gedachte niet kan standhouden onder de verwoestende krachten van het nationalisme’ en dat is een krachtige boodschap. Wat mij betreft moet dit boek naast de kassa in elke boekwinkel liggen.

Marianne Verschaeren, huisrecensente

prijs: 
€ 23.99