Een sleepnet in de Marianentrog

auteur: 
Ida Lødemel Tvedt
ISBN nummer: 
9789045043128
uitgeverij: 
Atlas Contact
Body: 

Marianentrog.jpg‘Een sleepnet in de Marianentrog’ is een verrassend, bruisend essay-in-37-delen. Of ze nu schrijft over kindertijd en volwassenheid, Susan Sontag en Dolly Parton, eenzaamheid en waanzin, de apocalyps en oorsprongsmythen, pornografie en stand-upcomedy, feminisme en alt-right, liefde en kakkerlakken, diepzeeduiken en maritieme fantasieën, Noorwegen en New York: scherpzinnig laveert Ida Lødemel Tvedt tussen uiteenlopende onderwerpen en thema's. In haar genre-overstijgende boek tekent zich een dreigend portret van onze tijd af. Velen zoeken naar houvast en een thuis in een wereld die soms koud en peilloos diep is, maar soms ook kleurrijk en vriendelijk. ‘Een sleepnet in de Marianentrog’ is een boek om je aan over te geven en je door mee te laten voeren.

Het gaat niet over vooruitgang en kennisverwerving, rechtvaardigheid of ethiek, maar om een selfie-filosofisch experiment.

Een jonge Noorse schrijfster die met dit boek debuteert, chapeau! Ze schrijft essays voor een aantal Noorse kranten en pendelt heen en weer tussen Bergen en New York. Haar debuut, ‘Een sleepnet in de Marianentrog’ is meteen een schot in de roos.

De titel van het boek is goed gekozen. Als met een sleepnet trekt ze een variatie aan indrukken, filosofische overwegingen en meningen in zestien essays, waarvan sommigen uit verschillende delen bestaan, achter zich aan. Zelf zegt ze in het essay ‘Drie dialogen’ hierover: “Dat heeft te maken met maritieme fantasieën en dieptemetaforen als metafysische kracht. Het zou heel erg zijn als mensen het zouden lezen als een bewering over diepte, als in bijzonder zinvol. Of nog erger: als mensen denken dat de titel duidt op een soort gedeprimeerde toestand. Dat bedoel ik niet.”

Het is een zoektocht naar thuiskomen, beginnend met de fantasieën van een kind op weg naar een vaak teleurstellende volwassenheid, langs diverse buitenlanden en eindigend met een soort thuiskomen en ‘een afwijzing van de nihilistische, reactionaire en hedonistische overtuigingen die we onderweg tegenkomen.” Het is een mengeling van essays en autobiografische stukken al geeft ze vaak de indruk zich te moeten verantwoorden voor een autobiografische essay: “Want het verschil tussen de ‘ik’ van het essay en de ‘ik’ van de autobiografie is dat het essay-ik niet denkt dat het zichzelf kent.”

Ze verwijst graag naar bekende filosofen als Simone Weil, Jean Paul Sartre, Martha Nussaum en Hannah Arendt en zoekt verbanden bij hen tussen onder andere vaderland en moedertaal. “Het eerste bestaat niet; het berust op de illusie van iets stabiels, van een statisch geheel, maar het tweede, de moedertaal, is energeia, iets dynamisch wat totaal nieuwe mogelijkheden biedt, steeds opnieuw.” Dat taal voor haar belangrijk is lees je doorheen het hele boek en niet alleen omdat ze zelf schrijft in een prachtige literaire stijl wat de essays zeer leesbaar maakt. Maar diezelfde eruditie, die intelligente manier om tegen de dingen aan te kijken werkt ook in een aantal gevallen tegen haar. Zo had ik bij het lezen van het essay ‘Drie dialogen’ vaak het gevoel van buitengesloten te zijn. Ik kon haar dialoog met Wayne Koestenbaum niet echt volgen al ligt dat waarschijnlijk meer aan mij dan aan Ida Lødemel Tvedt.

Het vrouwelijke en de positie van vrouwen in de samenleving haalt ze meerdere keren aan via de herinnering aan haar dementerende grootmoeder die ‘een walvismeisje’ was vol verhalen van fragiele mannen en machtige matrones. Een van de mooiste essays is het essay ‘Wortels’. “De plant die naar beneden reikt, naar het verdorvene en donkere, wordt een symbool voor geheugen, voor een vleselijk verlangen naar oorsprong, naar het moederlijke, naar het huis waarnaar je niet terug kunt, waar je lichaam en je persoonlijkheid nog in het embryonale stadium waren. In de wortelmetafoor komen het onderbewuste en het vrouwelijke samen. De wortels en de grond waarin ze groeien, staan voor navelstrengen, voor het poreuze, het gepenetreerde, het irrationele: tere vrouwtjes.”  Toch schuwt ze kritiek op vrouwen niet, vooral wanneer het de millenialvrouwen betreft, bijna blind fotomodellen en bekende vrouwen na-apend. “Heel Facebook is één reusachtig woud van vleierige, zielloze, seksloze antiglimlachjes, liefst afgebeeld op een bergtop en blakend van gezondheid. Het is alsof een collectieve metamorfose van de meeste gewone mensen lolitaanse nazibloggers heeft gemaakt.”

In het zeer sterke essay ‘Ontsporingen in het idioteninferno’ schrijft ze een krachtige opinie over pornografie en de grenzeloze toegang tot alle soorten pornografisch materiaal. Het is een daad van geweld tegenover de jeugd omdat ze het wezenlijke vervalst: “En als je wordt wie je bent in je bloedgeile puberteitsjaren, dan maakt het toch wel uit of je je eigen geslachtsorganen ontdekt terwijl je naar ervaren, verbleekte aarzen op een scherm kijkt of dat je ze ontdekt terwijl je ze aan de binnenkant van iemand anders voelt of iemand anders oproept in je fantasie. En als dat zo is, zou je je kunnen voorstellen dat de nu totaal grenzeloze toegang tot pornografie de meest systematische vorm van geweld is waaraan de maatschappij haar jeugd blootstelt: een vergiftiging van de bodem van de mens.”

Ida Lødemel Tvedt schreef bruisende essays die de temperatuur meten van de tijdsgeest. Het voordeel van dit boek is dat je de essays kan lezen en er dan even de tijd voor nemen om er over na te denken. Sommigen graven echt wel tot in een denkbeeldige Marianentrog en zijn een must-read voor iedereen die graag dit soort filosofische stukken leest. Ze meet zich nergens een oordeel aan maar kijkt met open geest maar met de blik van een Noorse naar haar omgeving.  Ze springt lenig van het ene onderwerp naar het andere. Soms lijkt ze te vergeten dat niet ieder van haar lezers diepe bekendheid heeft met het werk van Nietzsche, Heidegger of Susan Sontag en dat is jammer want daardoor schept ze zelf de kans dat lezers toch vroegtijdig afhaken.

Een ware stroom van essays waardoorheen vooral het zoeken, beleven of vinden van de eigen identiteit velen aan het denken zal zetten over dit onderwerp. “Weet ik wel wie ik zelf ben?”. Een vraag die het waard is om gesteld te worden. Net als er duchtig kan worden gediscuteerd over  feminisme en oorsprongsmythen, over Dolly Parton als de Messias  van de make-up, over alt-right en Anders Behring Breivik. Zelfs over kakkerlakken in haar New Yorks appartement. Mijn hoofd werkt veel trager dan het hare maar deze essays prikkelden op een avontuurlijke manier mijn denken. Een boek om vaak terug vast te nemen om hier en daar een essay terug te lezen.

Marianne Verschaeren, huisrecensente

prijs: 
€ 24.99