Hitlers hofhouding
Hitler ging nooit alleen op stap. Altijd moest iemand hem begeleiden. Zijn politieke leven en zijn privéleven waren onlosmakelijk met elkaar verbonden. Historica Heike Görtemaker vond in de omvangrijke correspondentie van Rudolf Hess – Hitlers privésecretaris en plaatsvervanger – zeldzame inkijkjes in de persoonlijke contacten van Hitler. Deze brieven en vele andere, deels onbekende documenten laten zien dat de mythe van de eenzame, sociaal gestoorde Führer en zijn blind gehoorzamende volgelingen pure fictie is. In zijn hofhouding waren feesten, vleierij en intriges aan de orde van de dag. Maar wie behoorden er tot Hitlers vertrouwelingen? En wat was hun rol in het grote machtsspel?
Hitlers hofhouding vormde zich in München tijdens zijn entree in de ‘hogere kringen’. Van pianofabrikant Bechstein leerde hij tafelmanieren, bij Siegfried en Winifred Wagner in Bayreuth maakte hij kennis met ‘arische’ muziek en ‘Nibelungen-trouw’. Maar de kring van vertrouwelingen beleefde door zwartmakerij, jaloezie en zelfs moord vele wissels en kende – tot spijt van Eva Braun – ook excentrieke bewonderaars zoals de Engelse miljonairsdochter Unity Mitford.
Na de oorlog wordt het gezelschap, dat later met Magda Goebbels en Margarete Speer op Hitlers beruchte refugium Berghof zegevierde, kleiner. Opvallend genoeg vormden deze mensen ook na de Untergang nog decennia lang een hechte kring. Erger nog: Hitlers hofhouding rechtvaardigde zijn ‘heldhaftige oorlog tegen het Joodse bolsjewisme’ en vocht voor de vrijlating van Hess en Hitlers rijksbouwmeester Albert Speer.
Heike Görtemaker presenteert met Hitlers hofhouding opnieuw een uiterst boeiende en door veel nieuwe bronnen sterk onderbouwde studie die het beeld van het nazitijdperk en zijn Führer grondig verandert en nuanceert.