IXION
Hij nipt van zijn hete thee en een tergende gedachte sluipt binnen, misschien is er wel helemaal niks gebeurd op die zolder, dan hoort hij binnenkort dat de Spaanse bomma van Tony een zuurpruim was die het leven van haar man tot een hel maakte. Joseph Cohen? Wist je dat niet Herman? Die brave man is aan de rol gegaan met een femme fatale in Parijs, hij liet alles in de steek. Ja jongen, in die tijd ging dat zo… Wat zeg je? Een geheim? Haha! Nee jongen — jij hebt te veel fantasie…
Dit boek gaat over de vriendschap tussen drie mannen, over een onopgelost mysterie en over een olieverfschilderij, op de achtergrond wordt ruimtetijd gebogen. Het begint in de lente van 2009 in een West-Vlaams dorp, dicht tegen de Franse grens.
Roberto Verde is kunstschilder. Dit is zijn debuut.
Ik ben geen kunstkenner en al zeker geen kenner van Rubens of de Griekse Mythologie, zodoende kon ik onbevangen aan dit debuut van Roberto Verde starten. In Ixion vertelt Verde het verhaal over de blijkbaar iets lagere tepel van godin Hera. Dit is slechts de aanzet in de proloog waar ik meteen al geraakt werd door die heerlijke Vlaamse taal. Geen oubolligheid maar een taal en een woordenschat die wij hier in Vlaanderen gebruiken en die ik te weinig lees in Nederlandse boeken. Pas op het eind van het boek komt dit terug en krijgt die opmerkelijke proloog zijn betekenis.
De auteur is een kunstschilder, je merkt het aan één van de drie hoofdfiguren Alain. Alain is een oudere en enigszins aan lager wal geraakte man die wel houdt van zijn glas trappist, zelfs iets te veel. Hij leeft op kosten van zijn vriendin en tracht met avondonderwijs op de kunstacademie zijn doelloos bestaan enige zinvolheid te geven. Net zoals in dat schilderen, laagje per laagje, kleuren mengen tot de juiste tint bouwt of eigenlijk net andersom schraapt de auteur laag per laag weg van zijn personages om uiteindelijk tot het plot te komen. Die schraaptechniek resulteert in drie sterke karakterstudies van drie mannen die elkaar hoogst bij toeval (of net niet) met elkaar in contact komen en die uiteindelijk elkaars leven zullen beïnvloeden.
Alles draait om de hoofdfiguur Herman Kesteloot, zoon van een imposante vader die aan het hoofd staat van een grote onderneming. Herman groeit op in een rijke maar kille omgeving, ontdaan van elke gezinswarmte en uitsluitend gericht op status. Psycholoigisch verwaarloosd krijgt hij huisonderwijs en wordt later met de bentley naar school gebracht.
Als hij uiteindelijk het hoger onderwijs aanvat krijgt hij op aandringen van zijn moeder een ferrari. Die wagen is dan meteen de eerste stap in zijn morgen-sex-plan. Hij wil imponeren en eindelijk van bil gaan. Dit leidt tot hilarische passages die mij meermaals deden glimlachen. Het is ook een hoogst vermakelijk boek om lezen. Het derde hoofdpersonage Rafid wordt tijdens een stage van Herman in het familieconcern aan Herman geconnecteerd als spion om op hem te letten. Terwijl Alain zonder zich daar bewust van te zijn een vaderlijke rol opneemt voor de ongelukkige Herman wordt Rafid het geweten van Herman die in zijn eenzaamheid op momenten volledig doorslaat.
Gaandeweg ontstaat er een warme vriendschap tussen de drie mannen die ervoor zorgt dat Herman zich eindelijk echt kan ontplooien. Niet in het minst tijdens het wekelijkse kroegbezoek van dit triumviraat. Herman ervaart voor het eerst in zijn leven vriendschap, onvoorwaardelijke vriendschap. Die onvoorwaardelijkheid komt tot uiting tijdens een debacle in het Louvre waar de firma Kesteloot verantwoordelijk voor is. Dit is de climax van een ongelooflijk grappig en meeslepend verhaal waar nog talrijke andere personages hun rol toebedeeld krijgen die ook sterk afgelijnd worden neergezet. Allemaal in functie van de hoofdfiguur Herman. Zij zorgen wie hij is en wie hij zal worden.
Voor de kenners van het Ixion verhaal stopte de auteur een hele rits spitsvondigheden in het verhaal, naamsverwijzingen, mythologische linken, verwijzingen naar Rubens, codes die een betekenis hebben. Je zou haast denken dat dit een ‘Wie is de mol?’ verhaal is. Ik laat het over aan de aandachtige lezer met veel kennis over kunst en Griekse mythologie. Ik vergeef de auteur graag het er met de haren bijgetrokken Cohen-verhaal. Voor mij totaal overbodig en te eenvoudig in de schemerzone van de revaliteitstheorie opgelost.
Maar wat heb ik genoten van dit verhaal, kolderesk met een toch ietwat bitterzoete toets.
‘Nondedomme wijs!’ Mocht Roberto Verde deze weg verder bewandelen dan blijf ik reikhalzend uitkijken naar een volgende verhaal.
Jan Stevens, redacteur Boekensite.gent