Ik kan vliegen
"Tijdens de speeltijd trok hij me bruusk mee in het bezemlokaal waar er door de wasbak, het rek met poetsproducten en de bezems en vloertrekkers, amper plaats was voor ons beiden.
‘Nu ben je m’n allergrootste vijand.’ Sam stond zo dicht bij me dat zijn adem tegen m’n neus botste.
‘Waarom doe je zo?’ Ik zette een stap achteruit en botste met de hiel van m’n voet tegen een emmer. Het metaal schraapte over de vloer. ‘Ik vind het echt niet leuk dat je zo tegen me doet.’
‘Da’s de bedoeling, onnozelaar.’ Sam kwam opnieuw dichterbij …"
Voor zijn twaalfde verjaardag krijgt Manu een smartphone en een akoestische gitaar. Op zijn Instagram-account post hij meteen een filmpje waarin hij een liedje van Elvis Presley zingt, zijn favoriete zanger. Met Billie Eilish, Ariana Grande en Shawn Mendes heeft hij niet veel. De eerste likes en reacties van zijn klasgenoten zijn positief. Maar al gauw beginnen Sam en David hem te pesten, ook online. Wanneer Manu hen smeekt te stoppen met de pesterijen, wordt het enkel erger. Manu overweegt een drastische actie te ondernemen.
'Ik kan vliegen' is een meeslepend en confronterend boek over de survivaltocht van een jongen in een wrede tienerjungle.
Joris Peeters is schrijver-muzikant, 47 jaar en woonachtig te Zoersel. Dit is zijn derde boek. Hij schreef dit zeer toegankelijke verhaal vanuit zijn (jammer genoeg) eigen ervaringen. Ook hij werd in de beginjaren van de middelbare school gepest omdat hij graag en veel zong. Dat had een enorme impact op het omgaan met zijn eigen talent. Het moest allemaal perfect zijn. En dat perfectionisme stond zijn creatief zijn in de weg. Hij verwerkte zijn ervaringen in een boek. En wat voor één. Dit verhaal komt binnen. Het laat je niet onberoerd. Maar toch geeft Joris Peeters hier een boodschap van hoop. Want er is altijd wel iemand bereid om te luisteren en te helpen: een juf, een meester, een vriend(in), familie, trainers, een coach…En het begint met praten. Het is een moeilijke maar noodzakelijke stap. En het helpt. Echt.
Manu is een twaalfjarige jongen met een grote liefde voor Elvis. Op zijn nieuwe school heeft hij enkel Anke, zijn buurmeisje, als goede vriendin. Ze fietsen samen naar school en Manu heeft echt het gevoel dat Anke hem door en door kent.
Na twee weken op de nieuwe school loopt het mis. Manu wordt gepest. Sam, de bullebak, domineert Manu fysiek en mentaal. Hij wordt in het bezemhok gesleurd, vernederd, gefilmd… Op school en daarbuiten. Manu denkt dat hij er helemaal bij zal horen als hij een smartphone heeft maar niets is minder waar. Ook daar gaat het pesten door. En geen enkele klasgenoot neemt het voor hem op. Niemand durft te reageren. Ook Anke niet. Manu voelt het soms borrelen. Hij waait het liefst uit op de brug…
De spanning bouwt zich op. Niet altijd even comfortabel. Zeker niet als je jezelf herkent.
Dit boek maakt pesten erg bespreekbaar. Een boek dat in geen enkele schoolbib zou mogen ontbreken. Zeer geschikt voor een eerste graad middelbaar en zesde leerjaar basisonderwijs doordat het aansluit bij hun leefwereld en de vlotte schrijfstijl.
Saskia Van Bastelaere, gastrecensie