Jeanne
2 mei 1914. Op de Place de l’Odéon in Parijs ontmoet het 16-jarige artistieke toptalent Jeanne Hébuterne de kleinzoon van Bonne Maman, goeroe van het spiritisme. Hij bezorgt haar een paars envelopje met een mysterieuze inhoud die de rest van haar leven zal bepalen. Drie weken later doet Jeanne haar intrede in de Académie Colarossi, waar zij Amedeo Modigliani voor het eerst ontmoet. De kunstenaar, ‘Modi’ voor velen en ‘Dedo’ voor zijn naasten, presenteert zich overal als ‘Modigliani, Italiaan, schilder en jood’. Meteen zijn drie van zijn demonen opgesomd. Hij mist zijn vaderland, zijn kunst verkoopt niet en hij voelt het juk van alle joden. Zijn grootste kwelling is zijn ziekte: als tuberculoselijder weet Modigliani dat de dood elke dag om de hoek loert. Om zijn tering te verdoezelen geeft hij zich over aan drank en drugs. Door zijn ziekte kan Modigliani ook niet naar het front van de Grote Oorlog. Het raakt hem als man en als patriot. Zijn laatste woorden zullen zijn: ‘Italia, Italia, Italia.’
'Jeanne' brengt je naar het Parijs van de belle époque. Niet alleen de roman doet dat, maar ook de bijkomende editie 'In het spoor van 'Jeanne''. Een set van negen prachtige bladwijzers ("Cartoline d'Amore) en prachtige reproducties vervolledigen het plaatje.
Een goede vriend bracht me ‘Jeanne’ onder ogen, in een prachtig cadeaupakket met 9 bladwijzers en twee boeken: een lijvige roman ‘Jeanne’, geschreven door Luc Corremans en een kunstboek, ‘In het spoor van Jeanne’, door Asja C. Reyntjens, Annemie Reyntjens en Rosemie Vermeulen. Uitgegeven bij Sigmateau Editions, Pierstraat in Rumst, www.allboeked.com. ‘Jeanne’ is het eerste deel van een trilogie, dat zal vervolgd worden door ‘Camille’ en ‘Victorine’, mede gebaseerd op de levensverhalen van Auguste Rodin en Edouart Manet. De naamgeving van de drie boeken duidt op de protagonist in deze romans, telkens een vrouw. Drie grandioze dames, die er voor kozen hun leven te leiden in de schaduw van een beroemde man, en die samen met hem ten onder gingen.
Jeanne Hébuterne was de laatste levensgezellin van kunstschilder Amadeo Modigliani, ze leefde de laatste twee jaar van zijn leven als zijn muze, aanbidster en kunstenares. Daags na de dood van haar ‘Dedo’ stortte ze zich, hoogzwanger, uit het raam van op de vijfde verdieping van haar ouderlijke huis.
Modigliani, 1884 tot 1920, hier uitgebreid voorstellen hoeft niet. Maar kort. Voor de geschiedschrijving staan over de schilder een paar schamele documenten tegenover vele legenden, mythen en clichés. Amadeo is uitgegroeid tot zowat de meest gewaardeerde klassiek-moderne schilder van de 20 ste eeuw. Aan hem kleeft alles wat te maken heeft met bohème, de gedoemde hongerkunstenaar, vlammende passie en fantasie. Hij is de oerkunstenaar die in een roes van alcohol, hasj, seks en poëzie in de tochtige ateliers van Montmartre en Montparnasse zijn kunstwerken schiep. In wezen was hij een geïsoleerde randfiguur in het Parijs van de belle époque, de hoofdstad van de avant-gardisten, met voortrekkers als Pablo Picasso, Georges Braque, Henri Matisse en Constantin Brancusi.
Amadeo Modigliani werd geboren uit een grootburgerlijke joodse familie in Genua. Zijn belezen moeder laat hem opgroeien in een kunstzinnig en literair milieu. Als kind al geplaagd door tyfus, longontstekingen en tbc, vertrekt hij naar Rome om Italiaanse kunstgeschiedenis te studeren. Daarna begint een waanzinnig losbandig leven in Parijs. Hij ruilt een comfortabel hotel aan de oevers van de Seine voor het artistieke en bohème leven in Montmartre. Hij leeft van de verkoop van goedkope schetsen en schilderijen, vluchtig beeldbouwwerk, is de vlam van vele vrouwen, aristocraat,en heeft regelmatig amoureuze verhoudingen, o.a. met journaliste Beatrice Hastings, tal van zijn modellen en als laatste met Jeanne. Hij vindt zijn sponsor in dokter Paul Alexandre die zowat 400 van zijn werken verzamelde en in galeriehouder Zborowski, een uitgeweken Pool met wie hij het laatste oorlogsjaar in Zuid-Frankrijk doorbracht. Ondanks vele kansen slaagde Amadeo Modigliani er bij leven niet in zich op het voorplan te tonen, zijn werk werd pas vlak na zijn dood wereldberoemd en wordt vandaag aan absolute recordprijzen verkocht.
Maar de spaarzame biografische details waren uitermate geschikt om literair verfraaid te worden en tot kunstenaarsleven par exellence gedistilleerd te worden. Amadeo Modigliani, zijn naam alleen al, heeft altijd al tot ongebreidelde fantasie en verdichtsels geïnspireerd. De postume mythevorming rond Modigliani,,de legende met mystificerende anekdotes en het schromelijk geromantiseerde bohemienleven, hebben wellicht meer dan de kunsthistorische betekenis van zijn werk geleid tot het waanzinnig commerciële succes van vandaag. Dezelfde dualiteit onderscheidt ook absoluut de twee boeken: de roman“Jeanne” door Luc Corremans en het fraai gedocumenteerde kunstboek ‘In het spoor van Jeanne’, samengesteld door Annemie Reyntjens.
Vooraf toch nog even over de persoon van Jeanne Hébuterne zelf . Je zou verwachten dat ze de echte rode draad in de beide boeken vormt. Maar dit kon wellicht sterker. Jeanne is in het boek het medium dat Amadeo in de belangstelling stelt, terwijl ze zelf wel meer verdiende. Daarom over Jeanne een woordje meer. Het was haar zelfmoord die de laatste hand legde aan de mythe rond de vervloekte kunstenaar. Zelf was ze een gekwelde muze van sculpturale schoonheid, timide, zwijgzaam, teruggetrokken en als kunstenaar verliefd op licht en kleur. Ze werd geboren in Meaux, in 1898, als dochter van een boekhouder, en samen met haar broer ondergedompeld in het artistieke bestaan. Ze studeerde aan de Académie Colarossi. Naar het schijnt was ze een maniëristische schoonheid, ziekelijk wit en met prachtig lang bruin haar waardoor ze de bijnaam Coconut kreeg. Op 15 jaar was ze al een briljant kunstenaar, beïnvloed door de kunst van Maurice Denis en werkwijze van ‘Les Nabis’. Ook haar werk werd opgekocht en verzameld, o.a. ook door galeriehouder Leopold Zborovski en Jonas Netter, befaamde Parijzenaar en zakenman. Maar lang voor haar ontmoeting met Modigliani was ze al fysiek en psychologisch kwetsbaar. Haar familie wist dat ze suïcidaal was. Haar twee laatste levensjaren met de onberekenbare Modigliani bleken bijzonder verwoestend. Haar omgeving getuigde over hoe ze regelmatig afgeranseld werd. Psychologen schreven al heel wat studies over Amadeo als een verslaafde agressieveling en Jeanne als zijn masochistische minnares. Deze minder romantische kant en de kunst van Jeanne zelf komen in beide boeken minder aan bod. Door tijdgenoten werd Jeanne, zelfs als jonge kunstenares nochtans wél zeer bewonderd. Het karige van haar werk dat vandaag nog in een museum wordt bewaard is te vinden in het Palazzo Reale in Milaan. Gezinsonderwerpen, zelfportretten en heel wat vrouwelijk naakt, geschilderd met een bijzondere emotionele intensiteit, en kunsthistorisch ook helemaal terug te voeren naar het modernistische vooroorlogse Parijs van de belle epoque.
Over Amadeo Modigliani bestaat ontzaglijk veel literatuur. Zoals gesteld tweeledig dus. Er zijn de talloze romans en theaterstukken die bijdragen tot de toenemende mystificatie en commerciële roem van de schilder en er is het kunsthistorische studiewerk. Modigliani leefde aan de rand van het avant-gardisme in de artistieke metropool die Parijs was en ontwikkelde een eigen stijl , eigenzinnig, subliem en met een meesterlijke stilering.
De Roman “Jeanne”.
Dit is het anekdotische boekdeel. Volks geschreven, beeldend, met de fantasie en de romantiek van de tijdsgeest.
Het verhaal. Op de Place de l’Odéon in Parijs ontmoet Jeanne Hébuterne de kleinzoon van Bonne Maman, goeroe van het spiritisme die haar levensloop voorspelt. In de Académie Colarossa ontmoet ze Amadeo Modigliani, Italiaan, schilder en Jood. Ze hebben een passionele liefdesrelatie en krijgen een kind. Het huwelijk wordt overschaduwd door permanent geldgebrek en de ziekte van Amadeo. Hun families keuren hun liefdesaffaire af en geven geen steun meer. Hij lijdt aan tuberculose, zweeft door het leven als kunstenaar te midden van zijn beroemde vrienden, ondergedompeld in een roes van drank en drugs. De Eerste Wereldoorlog brengen de twee minnaars door aan de Middellandse zee. Na een bijzonder korte en decadente levenswandel samen en terug in Parijs wordt de ziekte Modigliani fataal, waarop Jeanne prompt zelfmoord pleegt. Père-Lachaise, de begraafplaats van Parijs, zal hen weer samenbrengen. (Zij zal daar in de realiteit jaren later herbegraven worden nadat de families de financiële erfenis geregeld kregen).
De story voert de lezer in een sfeer van spiritisme naar allerlei achtergrondplekjes in Parijs. We doorlopen het boerendorp Montmartre, Le Lapin Agile, le Bateau-Lavoir, een stukje eten bij Rosalie, het naaktschilderen in de Académie Colarossi, het leven tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nice, het armenverblijf in het Hôpital de la Charité, dit alles fulminerend tot een begrafenisstoet in Pére-Lachaise. Onderweg ontmoeten we kunstenaars als Picasso, Botticelli, Michelangelo, Rodin, Diego Rivera, Manet en natuurlijk de amoureuze liefdes en mecenassen van Amadeo, met ondermeer de journaliste Beatrice Hastings, galeriehouder Zborowski en dokter Paul Alexandre. Het was deze dokter die wellicht goed bedoeld het werk van Modigliani ruilde voor kalmeermiddelen en drugs. Fictie, realiteit en mogelijke anekdotiek smelten samen in een romantische verpakking.
Voor wie houdt van een poëtische kennismaking met Parijs en haar folkloristische flamboyante geschiedenis begin jaren 1900, is deze ‘Jeanne’ zeker een amusant toemaatje.
En daarnaast is er het mooi en verzorgd uitgegeven kunstboek ‘In het spoor van Jeanne’ in meerkleurendruk.
Mogelijks hebben de schrijvers dit boekdeel bedoeld als een extraatje bij de roman, maar het is meer dan dat. Deze ‘Jeanne’ is meer dan een ‘spoor’, het is een kunstboek. Regelmatig wordt in korte fragmenten de anekdotiek rond de kunstenaar aangehaald met verwijzing naar het romangedeelte. Maar zoals Annemie Reyntjens in het voorwoord terecht noteert is kunstgeschiedschrijving over Amadeo Modigliani geen sinecure: “Amadeo Modigliani werd geboren in Livorno op 12 juli 1884. Deze eenvoudige verklaring is de enige waarover al zijn biografen het unaniem eens zijn”. Waar de fictie eindigt begon zij haar werk als historica. Ze laat ons zien dat de periode waarin Jeanne zich afspeelt een van de boeiendste uit de moderne tijd is en blijft. De plaats waar het zich afspeelt, het Parijs van de belle epoque evenzo.
In “ In het spoor van Jeanne” volgt Annemie Reyntjens systematisch het kunsthistorische patrimonium uit die tijd zoals het vanuit het standpunt en de ervaring van Amadeo zou kunnen geweest zijn. Het is zakelijker geschreven, concreet en nauwkeurig. Ze citeert een aantal unieke getuigenissen van personen die Modi of Jeanne gekend hebben, je vindt er duidelijke routekaarten van Parijs in, met onder andere ook een rondleiding op het kerkhof Père-Lachaise, een massa weetjes, meer dan 500 foto’s uit het Parijs van toen, en een kunstzinnige toelichting over het bewaarde werk van Modigliani. Ze weet de kunstschilder in een interessant vergelijkend onderzoek een plaats te geven binnen de kunstgeschiedenis. Dat doet ze met kritische referenties en een prachtig fotografisch overzicht. Alleen al van Modigliani presenteert ze 99 iconische meesterwerken, in kleur, met tekst en uitleg.
Voor de Modigliani liefhebbers hebben de auteurs een mooi koester-hebbeding uitgebracht. De publicaties worden samen aangeboden. Om de weg niet te verliezen krijg je er negen mooie bladwijzers bij, recto verso bedrukt met frappante illustraties uit het werk van Modigliani. Simultaan maar apart verkrijgbaar worden 9 fraaie reproducties uitgegeven, genummerd van 1 tot 200 op kwaliteitspapier en verkrijgbaar in een beschermhoes.
Koen E., Huisrecensent.