Verboden beelden, de verborgen geschiedenis van filmcensuur in België
In theorie had België een van de meest vrije filmkeuringssystemen ter wereld. In films voor volwassenen (16+) kon zowat alles. Enkel films die voor kinderen bedoeld waren, moesten gekeurd en geschikt bevonden worden. In de praktijk liep het helemaal anders. Tot in de jaren 1990 werden hele scènes uit films geknipt, voor ze in de zalen kwamen. Distributeurs deden er immers alles aan om hun films Kinderen Toegelaten te krijgen. Vanaf 1921 vroeg en kreeg de Belgische filmkeuringscommissie talloze verminkingen van films die nu vaak als klassiekers worden gezien. Bovendien werden films ook aangepast door andere instanties en wetten. Lange tijd was de Katholieke filmkeuring bijvoorbeeld een machtig instituut.
Voor het eerst wordt de geschiedenis van die Verboden Beelden in kaart gebracht. Het resultaat is niet alleen een boeiend overzicht van wat Belgen niet te zien kregen, het is vooral een heerlijk leesbare schets van veranderende zeden en normen.
Professor Daniel Biltereyst is de dynamische bezieler van de vakgroep Communicatiewetenschappen aan de Gentse universiteit. Hij inspireert en motiveert zijn studenten tot verbazingwekkende resultaten. Een voorbeeld is Gertjan Willems die vijf jaar geleden cum laude doctoreerde met het proefschrift 'De constructie van een nationale cinema. Een onderzoek naar de rol van het filmproductiebeleid in het stimuleren van een Vlaamse identiteit (1964-2002)'. Promotor was Daniel Biltereyst. Dit doctoraat vormde in 2017 het uitgangspunt van het fascinerende 'Subsidie, camera, actie !' over bijna 40 jaar filmbeleid in Vlaanderen dat uitmondde in 175 gesubsidieerde films en het Vlaams Audiovisueel Fonds (2002) dat nu nog altijd de Vlaamse film'industrie' inspireert. Met 'Verboden Beelden' zet Daniel Biltereyst zichzelf op de kaart als auteur van een toch wel grensverleggend boek over een specifiek deel van de Belgische filmgeschiedenis, met name dit van de officiële filmkeuring. Biltereyst is niet over één nacht ijs gegaan. Al ruim 15 jaar publiceert hij in binnen- en buitenland uitvoerige artikels over dit onderwerp. Door de coronapandemie kreeg hij plots de tijd om al die kennis te bundelen en te verwerken in een meeslepend historisch filmboek. Eén van de visueel mooist uitgegeven filmboeken in de Nederlandse taal, met uitzonderlijk boeiend illustratiemateriaal, foto's, documenten, affiches … Aanstekelijk en met uitzonderlijke liefde voor de film geschreven.
Een eerste deel gaat over 'De wilde jaren van de cinema' (1896-1920). De gebroeders Lumière dachten dat hun uitvinding geen lang leven beschoren zou zijn. Niet commercieel genoeg, maar al snel ontdekten anderen dat de 'cinématographe' ideaal was om verhalen te vertellen en van kermisattractie werd 'de film' in het begin van de 20ste eeuw een populair medium dat jong en oud naar overvolle 'zalen' (we noemen het nog geen bioscopen) lokte. Biltereyst beschrijft uitvoerig het drama dat zich op 22 december 1912 in Menen afspeelde. Een brand veroorzaakte paniek in cinema Buiksom. Er vielen talrijke doden en gewonden. Voor de overheid de start van een wetgeving om het bioscoopgebeuren 'veilig' te maken. Ook en misschien wel vooral op moreel vlak. Vooral de jeugd moest beschermd worden. Als extreem voorbeeld drukt Biltereyst de schitterende affiche af van 'Le suicide de bébé' (1912), een komedie over een kind dat 'mogelijks' zelfmoord zou plegen. Toen mogelijk … maar nu niet meer. Net zoals dat filmpje waarin een kind zich ziek rookt. Het zou uiteindelijk tot 1920 duren vooraleer de socialistische minister van Justitie Emile Vandervelde zijn filmkeuringswet door het parlement gestemd kreeg. Een wetgeving die bijna een eeuw stand hield hoewel vanaf de jaren 80 van de vorige eeuw video en dvd de tweedeling 'kinderen toegelaten' en 'kinderen niet toegelaten' ferm uitholden. De essentie van de Wet Vandervelde was dat alle films 'kinderen niet toegelaten' waren tenzij een door het ministerie van Justitie gestuurde filmkeuringscommissie daar anders over oordeelde en de film ook 'voor kinderen' mocht. Met dus alle coupures vandien. Van dan af was het dan ook 'oorlog' tussen de filmdistributiesector en de overheid. Biltereyst verhaalt over historische veldslagen tussen de 'Commissie van Toezicht op de bioscoopfilmen' (de officiële Vlaamse benaming) en de Belgische filmwereld. En om de ziel van het kind werd er van dan af uitbundig geknipt in de meeste films. Zelfs 'De Witte' (1934) kon voor kinderen zelfs niet zonder coupure ('een duimspijker teveel'). Het verhaal over het censureren van 'Psycho' van Hitchcock is heroïsch én exemplarisch. Je leest in dit boek over talloze ingrepen in onschuldige en (misschien) minder onschuldige films. Het mooie aan dit anti-censuurpleidooi is dat Biltereyst de lijn tot op heden kan doortrekken met de (mislukte) censuuringrepen van Netflix in de Vlaamse transgenderfilm 'Girl' (2018) van Lucas Dhont. Ook verwijst hij naar de 'black lives matter'-beweging waardoor bv. 'Gone with the wind' (1939) tijdelijk van vertonerskanalen verwijderd werd. Censuur is een moeilijk te temmen monster. Al die verhalen over 'film- en bioscoophaat' gespreid over ruim 260 bladzijden lijken bijna ongelooflijk. U moet ze zelf ontdekken in dit meeslepende werk. Toch wil ik verwijzen naar het wel en wee van de legendarische Gentse seksbioscoop 'Leopold' (uiteindelijk in brand gestoken door de laatste uitbater), de inbeslagname van 'The history of the blue movie' tijdens het Gentse Filmgebeuren en de ijver waarmee de ondertussen verdwenen 'Katholieke Filmliga' de Filmkeuringscommissie (in het boek ook als 'La grande muette' omschreven) het vuur aan de schenen legde om nog doortastender op te treden. Ondertussen zijn de bioscopen al maanden (een jaar wanneer dit gepubliceerd wordt ?) gesloten door de covid19-pandemie. Al die film- en cinemahaters sinds de brand in die Menense bioscoop in 1912 zullen zich de knoken wrijven... Wij daarentegen geloven in de spirit van de 'Verboden Beelden' van Daniel Biltereyst, een verhaal over hoe zeden en normen in onze samenleving in meer dan een eeuw ten goede veranderd zijn.
Ronny Pede, gastrecensie