Afscheid

auteur: 
Juan Carlos Onetti
ISBN nummer: 
9789083046723
uitgeverij: 
Kievenaar
Body: 

Juan Carlos Onetti - Afscheid.jpgIn Afscheid zijn we getuige van de ondergang van een succesvolle basketbalspeler aan tuberculose. Zijn aankomst in een sanatorium in een vakantieoord in de bergen roept bij de aanwezige gasten allerhande speculaties en soms kwaadaardige roddels op. De verteller, café-eigenaar annex winkelier, brengt met verbazing, genegenheid en fantasie het doen en laten van de stervende sportman in herinnering. De verpleger en het hotelmeisje, de zieke bewoners en de café-klanten verwonderen zich over deze raadselachtige eenling.

Toen Harry Mulisch jaren geleden de vraag kreeg wat volgens hem het verschil was tussen lectuur en literatuur, antwoordde hij met de grote stelligheid die hem eigen was dat lectuur ons iets over de wereld leert terwijl literatuur ons iets over onszelf leert. Lectuur richt zich op de omgeving van de mens, literatuur op het innerlijk. Die definitie, waarover je met gemak een hele week kunt discussiëren, past naadloos op “Afscheid” van de Uruguayaanse schrijver Juan Carlos Onetti, origineel verschenen in 1954 als “Los Adioses” en uitmuntend vertaald door Arie van der Wal. In die novelle is het niet zozeer van belang wat er aan de buitenkant gebeurt, maar ligt de nadruk op wat er zich afspeelt in de hoofden van de verteller, de verpleger en het kamermeisje. Die twee laatsten spelen een essentiële rol om het verhaal verteld te krijgen in de richting die Onetti voor ogen had, naar een niet al te scherp afgebakende plaats tussen waarheid en hersenspinsel, feit en fictie, realisme en fantasie.

De locatie is een niet nader genoemd dorp in de Argentijnse bergen. Daar bevindt zich behalve een café annex winkel annex postkantoor ook een sanatorium dat ervoor zorgt dat de dorpelingen hun hoofd op economisch vlak boven water kunnen houden. Op een dag stapt er een bekende ex-basketballer van de bus. De man zal in het sanatorium geholpen worden omdat hij tuberculose heeft, maar hij loopt eerst even binnen in het café om enkele afspraken te maken met de uitbater, die tegelijk ook de verteller van dit verhaal is. ‘De man kwam binnen met een koffer en een regenjas; lang, met brede, afhangende schouders, groetend zonder te glimlachen, omdat zijn glimlach toch niet zou worden geloofd en al sinds tijden, al jaren voordat hij ziek werd, nutteloos was of zelfs averechts werkte.’ De komst van deze man zet een aantal gebeurtenissen in gang. Hij reist wekelijks naar de nabijgelegen stad om persoonlijk twee brieven te posten, hij ontvangt ook wekelijks post en er verschijnen twee onbekende vrouwen in het dorp die duidelijk een band met de man hebben.

Met dat handjevol elementen gaat Onetti aan de slag om een novelle tevoorschijn te toveren waarin schijn en werkelijkheid een geraffineerd spel spelen in de leef- en gedachtewereld van de verteller en enkele van zijn stamgasten. Waar houdt de waarheid op, voor zover die waarheid als dusdanig gedefinieerd kan worden, en nemen veronderstelling, verbeelding en speculatie het over? Zoals Mario Vargas Llosa opmerkt op de binnenflap: ‘Mensen hebben een parallel leven gecreëerd uit woorden en beelden die evenzeer onwaar als overtuigende werkelijkheid zijn.’ Die vaststelling geldt niet enkel voor Latijns-Amerika, waar realisme en magisch-realisme nog steeds met enig enthousiasme in elkaar overgaan, maar evengoed voor het ‘nuchtere’ Westen.

In “Afscheid” speelt Onetti dit spel op bijzonder hoog niveau. De ex-basketballer houdt zich bewust afzijdig van de rest van de gemeenschap en stelt zich daardoor onafhankelijk, bijna onaantastbaar op en wordt zo, al dan niet opzettelijk, een enigma, wat resulteert in vermoedens en achterklap die naar gelang de novelle vordert steeds meer voor waar worden aangenomen. Wat de werkelijkheid niet ingevuld krijgt, bijvoorbeeld door een gebrek aan noodzakelijke informatie, vullen de verteller en zijn twee protagonisten zelf verder aan. ‘Ik stelde me voor hoe de man na de omhelzing op een drafje naar het hotel liep, zich bewust van zijn postuur, van zijn vermoeidheid, van het feit dat het bestaan van het verleden afhangt van de hoeveelheid heden die we eraan geven, en dat het mogelijk is weinig of helemaal niets te geven. Hij daalde de berg af na de omhelzing, jong, gezond, gedwongen alle risico’s te nemen, ze bijna over zich af te roepen.’ Een schitterende passage, waarin de kerngedachte ‘ik stelde me voor’ is, maar waardoor je je als lezer toch heel simpel op het verkeerde been laat zetten.

Hoeveel ‘Dichtung’ hebben we nodig om met ‘Wahrheit’ om te kunnen gaan, lijkt Onetti zich af te vragen. En vanaf welke hoeveelheid ‘Dichtung’ begint het moreel schadelijk te worden? Zoals het een goede schrijver betaamt, geeft hij geen antwoord op die vragen omdat het voldoende is ze hardop te stellen en, in dit geval, een antwoord te suggereren. ‘Misschien heeft hij geen herinnering gekozen, maar een beschamend, openbaar, draaglijk schuldgevoel, letsel waarvoor hij zich verantwoordelijk stelde maar dat nu niemand meer pijn deed en dat hij kon herbeleven, zich toe-eigenen, overdrijven tot het een ramp was geworden, tot elke andere gewetenswroeging ermee kon worden bedekt.’ Misschien, stelt de schrijver, niet ‘Hij heeft’. Op dat snijvlak van het menselijk tekort en het menselijk vermogen bouwt Onetti een novelle op die nog lang blijft nadreunen.

Martin Overheul

Redacteur Boekensite Gent

prijs: 
€ 18.00