Het Beest
In de Palombische jungle wordt een marsupilami gevangen door de Chahuta-indianen. Ze verkopen hem aan smokkelaars van exotische dieren. Het dier belandt uiteindelijk in de haven van Antwerpen, ook in de jaren 50 al een draaischijf voor illegale handel. De marsupilami slaagt erin te vluchten naar de voorsteden van Brussel waar hij onderdak vindt bij François, een jonge dierenliefhebber die het niet makkelijk heeft. Het is het begin van een meeslepend avontuur met hier en daar een sombere toets, maar vooral vol hoop en fraaie vriendschap. Een ongelooflijk avontuur rond de buitengewone vriendschap die kan ontstaan tussen een kind en een dier.
Marsupilami, dat schitterend gevlekt beest met zijn ellenlange staart, verscheen In 1952 enkele jaren voordat ikzelf het levenslicht zag in ‘Robbedoes en de erfgenamen’. Robbedoes en Kwabbernoot vinden het dier tijdens hun reis in Palombië (een fictief land in Zuid-Amerika) en nemen het vervolgens mee naar Europa. Het verhaal gaat dat het idee voor de lange, behendige staart van de Marsupilami uit Franquins herinnering tevoorschijn kwam. Toen hij eind jaren 40 nabij Waterloo woonde, namen hij, Morris en Will geregeld de tram naar Brussel. Daar viel de conducteur hen op: hij had heel wat taken, zoals kaartjes knippen, de deuren bedienen en het vertreksein geven. De kameraden bedachten toen dat een behendige staart hem van pas kon komen, waarna ze de rest van de rit fantaseerden wat de man er nog meer mee zou kunnen doen. Het tijdschrift Robbedoes was steeds voor mij en veel van mijn leeftijdsgenoten een verademing en iets waar wij steevast naar uitkeken. Marsupilami behoorde tot onze leefwereld. Ik hapte dan ook serieus naar adem toen ik ‘het beest’ zag verschijnen.
Marsupilami, een karikatuur van weleer wordt hier levensecht en zeker niet schattig. Tekenaar Frank Pé kan als geen ander dieren laten voor wat ze zijn, beesten. Geen schattige disneyfiguurtjes met een hoog knuffelgehalte. Maar er is meer dan dat waardoor mijn mond pagina na pagina openviel en ik betoverd bleef kijken naar deze kunstvorm gegoten in opeenvolgende beelden die samen een scenario volgen. Vol paginagrote prenten, prachtige perspectieven, kleuren die sferen oproepen waarbij een ongemakkelijk gevoel jou bekruipt, inzetkaders die tempo geven en de contradictie van een scherp en agressief getekend beest in angst tegenover de karikaturale nevenfiguren hielden mij het hele verhaal vast en zorgden dikwijls voor stopmomenten omdat ik alles moest overschouwen.
Het verhaal start met een imposante, droefgeestige startprent op een dubbele pagina. Een donkere druilerige avond, nacht ergens in de haven van Antwerpen, anno november 1955 de maand waar ikzelf het levenslicht zag. Alles ligt er verlaten bij behalve op een mastodont van een Zuid-Amerikaans vrachtschip waar wat gescharrel is. Een stevige discussie tussen een kapitein en de louche opkoper van smokkelwaar. Meer dan 14 dagen oponthoud onderweg zijn nefast gebleken voor veel van de gesmokkelde dieren uit het Palombiaanse regenwoud. Maar ergens in een container roert er zich iets, een ongekend geelzwart gevlekt dier met een wel heel lange staart. Een stommiteit, een foute inschatting en dit bizarre, agressieve dier ontsnapt. De start van een reeks dominostenen die omvervallen.
Een van die dominostenen is de negenjarige Francois die samen met zijn alleenstaande moeder op de rand armoede leeft. Zijn vader een Duitse soldaat is er niet en meteen merk je de toch grimmige naoorlogse sfeer waar collaboratie en onverdraagzaamheid niet bepaald voor een aangename omgeving zorgen. Ze worden gemeden en bekeken. Een groot geluk is de levenskracht van zijn moeder en zijn liefde voor dieren. Nadat hij moe getergd en kapot gepest huiswaarts keert ziet hij een raar beest liggen, halfdood. Zijn empathie neemt de overhand.
Wat volgt is een rollercoaster waarbij verschillende personages opgevoerd worden, karikaturen van zichzelf en toch bloeit er iets. Het is duidelijk geen boek dat af is, hoogstens het ten tonele brengen van personages en de opstart van een verhaallijn. Mijn honger is groot, heel groot, net zoals die van de marsupilami om het volgende en tevens slotdeel te lezen. Helaas vrees ik dat ik nog even zal moeten wachten want zo’n schitterende en pakkende creatie vraagt tijd, veel tijd. Ik hoop dat scenarist Zidrou daar zijn tijd voor neemt we dieper zullen kunnen graven in dit verhaal.
Overwelmd door de beelden berg ik dit boek weg op een veilige plek om het terug over mij laten heen komen als het slotdeel verschijnt. Pure klasse!
Jan Stevens, redacteur boekensite.gent