De moeder van Frankenstein
Psychiater Germán Velázquez Martín keert na vijftien jaar ballingschap in Zwitserland in 1954 terug naar het verscheurde Spanje om in de inrichting voor vrouwen in Ciempozuelos te werken. Daar ontmoet hij patiënte Aurora Rodríguez Carballeira, die haar eigen dochter vermoord heeft. Niemand in de instelling geeft om Aurora, behalve María Castejón, een jonge hulpverpleegkundige die haar elke dag voorleest.
De drie verhalen van de eigenzinnige Germán, de getroubleerde Aurora en de empathische María vormen samen een ijzingwekkend beeld van de jaren vijftig in Spanje. Germán en María dromen beide van een ander leven, maar worden geconfronteerd met de wrede dictatuur en het nationaal katholicisme van hun land, dat elke zonde als een misdaad beschouwt.
" Dit is geen volledig waarheidsgetrouwe historische roman, wel een zeer aangrijpende historische evocatie. Almudena Grandes behoort tot de top in de hedendaagse Spaanse literatuur en heeft zich verdiept in het traumatische geheugen en de gebeurtenissen tijdens het Franco regime, einde jaren ’30, vorige eeuw. Het Spaanse volk leefde toen onder het dictatoriale regime van wat we nu uiterst rechts zouden noemen, in een monsterverbond met de hogere katholieke klasse. Met deze roman legt Grandes, -haar naam mag er wel zijn-, diepe verbanden bloot tussen tal van Spaanse schrijvers, die allen bijdragen tot de nationale verwerking van het fascistische Francoregime. Het was een droevige bladzijde in de Spaanse volksgeschiedenis, met burgeroorlog, executies, moordende dictatuur op vrijheid, meningsuiting, intellectuele of wetenschappelijke vooruitgang, rassenhaat en extreme katholieke normbeperkingen, met een tijd van homohaat, verbod op abortus, minderwaardigheid van vrouwen en onvrijheid van godsdienst. Dit zijn meteen ook alle thema’s die in deze roman ter sprake komen.
Maatschappelijke thema’s die ook vandaag het toekomstige wereldbeeld zullen bepalen. Wat is de betekenis van verdraagzaamheid, van intellectuele vrijheid? Politieke of religieuze keuzevrijheid? Waar toe leidt het extreme nationalistische denken? Deze ‘moeder van Frankenstein’ geeft met een historische herbeleving in al zijn gelaagdheid een duidelijk standpunt. ‘Frankenstein’, de titel, duidt al op een zogenaamde maakbaarheid van de mens en zijn samenleving. Maar niets zal minder waar blijken: ten koste van alle ellende, ontmenselijking , vervolging, opsluiting en eliminatie blijven er altijd mensen het verzet leiden, zowel op persoonlijk, ondergronds als op openlijk maatschappelijk vlak. Hier ligt de kracht van deze roman, het is een boodschap van hoop op de toekomst voor de vrije mens vanuit een historisch perspectief.
Drie hoofdvertellers komen aan het woord.
Germán Velaszques Martin is psychiater. Geboren in Madrid in 1920. Na de nederlaag van de Republiek slaagt hij er in 1939 in ballingschap te gaan naar Zwitserland, waar hij wordt opgevangen door een oude Joodse vriend van zijn vader, professor Samuel Goldstein. Hij studeert in Lausanne, vindt werk in een prestigieuze privékliniek in Bern maar besluit einde 1953 terug te keren naar Spanje om daar een behandelingsprogramma op te starten met een nieuw medicijn in het krankzinnigengesticht voor vrouwen in Ciempozuelos.
Maria Castejon Pomeda is hulpverpleegster in het krankzinnigengesticht voor vrouwen in Ciempozuelos. Haar grootvader werkte er als tuinman, ze is er geboren en heeft er het grootste deel van haar leven gewoond. Toen ze klein was leerde Doña Aurora haar lezen en schrijven en nog veel meer. Als Germán in Ciempzuelos komt, ontdekt hij dat Maria de enige is die contact met haar kan maken. Zij is ook de enige die van haar houdt.
Aurora Rodrigues Carballeira, is paranoïde, autodidact en uitzonderlijk intelligent. In 1879 geboren in Ferrol, net als Pablo Iglesias en Francisco Franco. Op 9 juni 1933 schiet ze haar dochter, de beroemde Hildegart Rodrigues, vier kogels door het hoofd wat haar tot de beroemdste moordenares in de geschiedenis van Spanje maakt. Dit is wel een historisch zeer uitgebreide gedocumenteerde gebeurtenis. Na veroordeling wordt ze op 24 december 1935 overgebracht naar het krankzinnigengesticht voor vrouwen in Ciempozuelos, waar ze tot haar dood verblijft.
Het leven van de hoofdpersonages kruist in Ciempozuelos. Rond hen komen nog heel wat personages in beeld. Artsen, bannelingen, katholieke oversten, generaals, voortvluchtigen , rijke bourgeoisie, advocaten, vrijheidsstrijders en onderdrukten, wiens leven en visie in hun contacten met de hoofdvertellers een indringende sfeerschepping en tijdsgeest weerspiegelen. Vele van de personages in de zijlijn zijn wél historische figuren, die betekenis in goede en andere zin aan hun tijd hebben gegeven.
Deze roman is ontroerend, van hoog literair niveau en blijft zeer toegankelijk voor de lezer. Het is een liefdevolle confrontatie met het verzet tijdens de afschuwelijke periode onder dictator Franco, die in Spanje aan de macht was van 1939 tot 1978. Aan het woord zijn de stille angst, het persoonlijke leed en het zwijgen van de alledaagse mensen, maar nog grootser hun drang naar vrijheid en mondigheid en hun zoektocht naar waardigheid en respectvolle relaties. Ter illustratie van de prachtige, ingetogen, soms trage maar altijd weer meeslepende schrijfstijl van Almudena Grandes het volgende leesfragment. Psychiater Germán komt toe in Ciempozuelos.
Elke morgen speelde er iemand piano.
De gangen in het Sagrado Corazón-paviljoen, waar de patiënten van de eerste klasse verbleven, hadden plankenvloeren van gelakt eikenhout dat in het zonlicht glansde als een vijver van karamel. Toen ik er voor het eerst overheen liep en voelde hoe de planken zweefden en krakend mee veerden onder mijn gewicht voordat ze hun stabiliteit hervonden, was ik me er niet van bewust dat ik zojuist een gevoel uit mijn kindertijd had hervonden. De vloer in het huis van mijn moeder, splinterig en bijna zwart, had niets meer van karamel. Er was veel tijd verstreken, meer dan ik buiten Spanje had gewoond, sinds die voor het laatst in de lak was gezet.
Vijftien jaar lang had ik mijn best gedaan om de kleuren, structuren en gevoelens die ik had achtergelaten, vast te houden, maar toen ik terugkwam werd ik door alles verrast. Door de heldere januarizon op de door de rijp ineengekrompen velden, door de weidse dorre vlakten, de droge aarde en de vorm van de wolken, door het silhouet van de vrouwen die ik elke ochtend water zag halen bij de fontein op het plein, hun gebogen hoofden bedekt met een hoofddoek, maar die piano, die verraste me niet. Ik ging zo op in de nieuwe cadans van mijn voetstappen op het hout dat ik er helemaal niet op lette, tot de muziek abrupt ophield toen ik langs een deur kwam. Pas toen herinnerde ik me weer waar ik woonde. Spanje was Zwitserland niet, Spaanse radiozenders zonden tussen de middag geen pianoconcerten uit. Een seconde later, alsof ze zich bij mijn bevreemding wilden aansluiten, begonnen alle kerkklokken van Ciempozuelos eenstemmig het angelus te luiden.
Dit fragment ter illustratie en als een pluim voor de uitstekende vertaling uit het Spaans door Mia Buursma en Rikkie Degenaar, die hiervoor dit jaar een projectsubsidie verkregen van het Nederlandse Letterenfonds."
Koen E., huisrecensent