1001 nacht een hervertelling
Misschien is het wel de beroemdste vertelling ter wereld: de door zijn vrouw bedrogen koning Sjahriar slaapt elke avond met een nieuwe maagd en laat haar de volgende ochtend doden, totdat de slimme Sheherazade hem een verhaal vertelt dat zo spannend is dat hij wil weten hoe het verdergaat. Zo blijft zij hem verhalen vertellen, 1001 nachten lang.
1001 nacht speelt al vanaf zijn jeugd een belangrijke rol in het leven van Kader Abdolah. De vertellingen zijn verhalen van de betovering van het woord. Een betovering die Kader Abdolah, wiens boeken in meer dan twintig talen vertaald zijn, als geen ander kent.
Speciaal voor de lezers van de Lage Landen vertaalde en bewerkte hij 1001 nacht. Hij heeft het boek bovendien voorzien van uitgebreide inleidingen en commentaar, zodat het ook te lezen is als zijn eigen literaire poëtica.
Kader Abdolah (Iran, 1954) is een van de succesvolste en meest geliefde schrijvers uit ons taalgebied. Met romans als Spijkerschrift, Het huis van de moskee, Papegaai vloog over de IJssel, Salam Europa! (longlist ECI Literatuurprijs 2017) en Het pad van de gele slippers veroverde hij honderdduizenden lezers. In 2008 publiceerde hij zijn hervertelling van de Koran, waarvan meer dan 100.000 exemplaren werden verkocht.
Een merkwaardig boek. Toen ‘1001 nacht’ me onder de ogen kwam dacht ik meteen aan ‘Aladin en de wonderlanp’, het sprookje waarin een arme jongen van de straat van een magiër een lamp mee naar huis krijgt, waaruit een geest te voorschijn komt die hem allerlei avonturen laat beleven en waarin Aladin tenslotte rijk en beroemd wordt en trouwt met de dochter van de koning,..
Maar niets is minder waar. Aladin blijkt een verzinsel te zijn van ene Antoine Galland, die ergens in de negentiende eeuw in Parijs het verzamelde werk van een reeks oude oosterse geschriften vertaalde en in een twaalfdelig boek publiceerde. Bij die gelegenheid verzon Galland Aladin en voegde het toe aan eeuwenoude vertellingen van Sherazade. Hij schreef Aladin in de geest van die eeuw van de verlichting, en liet hiermee toen een frisse wind waaien in de stoffige verhalen van de franse literaire elite. Antoine Galland schreef er een voltreffer mee, het werd een sprookje dat we tot op de dag van vandaag verwarren met de oude Perzische geschriften die oorspronkelijk overleverd werden in de duizend en een nachtverhalen. Tot dan werden de oude verhalen noch door de Perzische elite, noch door de Arabische bovenlaag als waardevolle literaire vertellingen beschouwd, ze beschouwden ze als eenvoudig volksvermaak. De oude verhalen uit oude manuscripten uit Syrië leken ook voor Galland een beetje uit de hand gelopen, teveel goedkope poëzie en harde Arabische erotica die hij helemaal wegtoverde in zijn publicatie,..
Wie was dan die oorspronkelijke Sherazade dan wel?
De basis van de verhalen van Duizend-en-een-nacht ligt in de zeer oude Perzische ‘Hezar Afsan’, of ‘duizend sprookjes’. In die antieke verzamelingen is er al een meisje als vertelster van verhalen. Al eeuwenlang, nog voor de komst van de islam, waren die verhalen van mond tot mond door alle oosterse culturen overgenomen, tot in de Indiase culturen als magische raamvertellingen: een verhaal in een verhaal, en nog eens vele vertellingen in de volgende vertelling. Vele vertellingen in 1001 nacht zijn ook lapjesvertellingen, elk lapje behoort tot een ander tijdperk. Sommige vertellingen vonden zelfs hun oorsprong in oude heilige boeken, als het boek ‘Avesta’, van de Perzische profeet Zarathustra, die omstreeks 1400 voor Christus werd geboren.
De oude verhalen zijn door de eeuwen heen door duizenden anonieme vertellers bedacht en opgeschreven, vertelsels die een alibi waren om de eenvoudige mensen van levenservaringen te voorzien. Ergens bedacht een nobele verteller de figuur van Sherazade , als een medium, om ervaringen generatie na generatie door te geven.
Oorspronkelijk was Sherazade een bijzonder mooie Perzische prinses, dochter van de grootvizier van de koning-tiran. De koning had uit oude frustraties de gewoonte om elke nacht met een ander meisje uit het koninkrijk te slapen en haar ’s morgens te doden. Shrerazade komt aan de beurt maar ze is zo krachtig in het vertellen van verhalen dat de koning haar spaart. Elk verhaal begint dan ook bezwerend met ‘de volgende nacht zei Sharazade: O, gelukkige koning’, waarop haar verhaaltje voor de nacht volgt en dat steevast wat verder op eindigt met ‘toen Sherazade zo ver was stopte ze met de vertelling en bewaarde de rest van haar verhaal voor de volgende nacht,… 1000 en één vertellingen,… Het getal 1000 is een teken van oneindigheid, daar is dan nog een nacht aan toegevoegd.
Sherazade is de vertelster van de verhalen, ze speelt met alles, gooit de tijden en plaatsen en getallen allemaal door elkaar en laat alle teugels van haar fantasie los. Tijdens de eerste nachten vertelt ze alleen verhalen over djinns, waarin veel bedrieglijke foute vrouwen tevoorschijn komen. De majesteit heeft gelijk, alle vrouwen zijn slecht. Maar geleidelijk bindt Sherazade een touw om de nek van de koning en trekt ze hem in de ware wereld van vrouwen, met al hun soorten, en al hun sluwheid, hun macht en onmacht. Sherazade laat door haar verhalen het zware leven van vrouwen zien, maar tegelijkertijd schetst ze de mannen als domme, naïeve wezens: mannen die gemakkelijk door vrouwen worden misleid en in de spinnenwebben van de vrouwen komen te hangen…Let op, de verhalen gaan terug naar de oosterse culturen in de tijden van de Meden en de Perzen, eigenlijk een tijd waarin het patriarchaat oppermachtig was of leek. . . Maar bestaan er dan toch oude Perzische wijsheden?
De verdienste van deze schrijver, Kader Abdolah, geboren in Iran in 1954 en zeer geliefde schrijver in ons Nederlandse taalgebied, is dat hij in deze hervertelling niet de twaalf oudere boeken vertaalde, maar een selectie maakte van 10 oude vertellingen en ze zonder al te veel uitweidingen, kleurrijk, levendig en aanschouwelijk wist neer te schrijven. Het zijn stuk voor stuk prachtige vertelseltjes, die ons helemaal onderdompelen in de wereld van oude koningen, prinsessen, kaliefen en slavenmarkten, de bazaars van Bagdad, naar Basra en Damascus, mysterieuze gebedshuizen, geheimzinnige liefdesverhalen, en vooral ook over lotsbepalingen, iets waarover we in het Westen nog veel te leren hebben. In de meeste gevallen komt het goed en valt alles op zijn plek, maar zeker niet altijd, … het lot, de wil van God,..
Op het einde van dit verzameld werk schrijft Kader Abdolah dat het tiende verhaal van ‘Malak Neyman’, een van de vele personages in het boek, nog lang niet is afgelopen, maar dat hij het vervolg bewaart voor een volgende editie van ‘Duizend-en-een-nacht’, een bundeling die dus wellicht nooit zal eindigen. Zo maakt Kader Abdolah zelf deel uit van de honderden vertellers die door de eeuwen heen Sherazade met haar levenslessen en wijsheden tot ons laten komen.
Koen E., gastrecensie