Chateau Désir
Tegen hun zin groeien Emma en Hugo op op een vervallen boerderij die hun vader, de stad moe, wil omtoveren tot een wijnchateau. In Twente, waar in regen en wind Nederlands beste riesling uit de bodem moet groeien.
In hun volwassen leven kiezen Emma en Hugo voor een ander pad. Hugo, ooit een techneut, wordt een ‘ontvinder’ die het zoekt in de absolute liefde, terwijl zijn zus midden in de Randstad een eiland van eenzaamheid schept, tot een reeks mysterieuze verdwijningen haar laat zien dat in Nederland niemand alleen op een eiland zit. Emma is slim, dwars en uiteindelijk alleen. Een heldin van onze tijd.
Chateau Désir is een aangrijpende roman over verlangen als de motor van ons bestaan en over de verbeeldingskracht die achter elke liefde schuilgaat. Met de vaart van een ware verteller beschrijft Herman Stevens de gevolgen van het najagen van een onhoudbare droom, generatie op generatie. Daarnaast schildert Chateau Désir een ontluisterend beeld van ons land in een eeuw waarin materialisme de enige leidraad is.
Herman Stevens’ debuutroman Mindere goden werd bekroond met de Anton Wachterprijs en De onzichtbare vrouw stond op de longlist van de Libris Literatuur Prijs 2017. Naast zijn veelgeprezen romans schreef Stevens essays, kritieken en columns voor onder andere NRC Handelsblad, HP De Tijd en Het Parool.
Chateau Désir, een Grand Cru voor fijnproevers. Een kleinood op papier, om mondjesmaat van te genieten.
Emma en Hugo zijn allebei jonge veertigers. Ongevraagd werden ze als kinderen meegesleurd in de droom van hun vader. Die ruilt zijn academische carrière in de stad voor een bestaan als wijnboer in Twente. Hij koopt een vervallen boerderij met het plan die volledig te gaan verbouwen en op de Twentse grond een wijnboerderij uit de grond te stampen.
Aan hun dominante, ruziënde moeder (die ervan genoot om een rij meisjes exact dezelfde beweging helemaal gelijk te laten maken) hebben ze ook niet erg veel. Als voormalige ballerina geeft ze in de tot balletklas omgebouwde schuur les aan de boerenmeisjes. Een moeder waar Emma zich heel haar leven zal tegen verzetten.
Hugo is de enige van het gezin met goede herinneringen aan de boerderij. Als de techneut die hij is, zit hij vooral op zichzelf dingen te ‘ontvinden’ wat er voornamelijk op neerkomt dat hij zoekt naar minder materialisme. ‘de boerderij hoorde typisch in de categorie verspilde moeite die hij als ontvinder uit de wereld wilde bannen.’ Voor de rest is hij vooral geïnteresseerd in de meisjes van de balletklas alvorens ook hij de ondertussen ter ziele gegane wijnboerderij verlaat.
Herman Stevens beschrijft deze kleine werelden met een ongelooflijk mooie en intelligente stijl. Meer licht aanstippend dan expliciet beschrijvend. De mislukte wijnboerderij en haar verval zijn een mooie metafoor voor teloor gegane dromen. Maar ook dat is voor Emma’s vader geen teleurstelling: ‘Het deed er niet meer toe. Hij keek niet naar het vertrekpunt. Aan de overkant werd het pas interessant, ook al liep het uit op niets. Hij omhelsde de mislukking, want daarin school voor hem de essentie. Succes was verhulling.’
In het hoge Noorden van Nederland blijft Emma tijdens haar jeugd een curiosum. ‘Vroeger keken jongens naar haar omdat ze het meisje uit de stad was. Uit het Wilde Westen.’ Ze was té zichtbaar. Na haar studie trekt ze terug naar de Randstad. In een huis dat vrijwel verborgen staat. Dat willen onzichtbaar zijn toont de auteur zo subtiel dat het van zijn lezers wel wat aandacht vraagt om te zien wat er gebeurd. Ook Emma’s liefde voor de oude Griekse en Romeinse klassieken houdt mensen vaak op afstand ‘er stond geen boek bij dat hij kon lezen.’ zegt een zeldzame bezoeker bij het zien van haar boekenkast.
Ook Hugo vindt moeilijk zijn draai in de volwassenheid. Hij zoekt naar de alles vervullende liefde. Een hele reeks meisjes en vrouwen passeert in zijn leven zonder datgene te hebben waar hij naar zoekt. Van het stiekeme verlangen naar de meisjes uit de balletklas tot de stoet vrouwen die door zijn appartement trekken met achterlating van allerlei spulletjes. Het is pas wanneer hij de gescheiden Françoise leert kennen dat hij rust vindt. Een warme, levendige vrouw die niets van hem verlangt noch iets aan hem belooft. Voor haar ‘wilde hij ook niets meer uitvinden, dat was een puberfase. Hij wilde íemand uitvinden, te beginnen met zichzelf.’ En in de hoop dat Françoise ooit bij hem komt wonen koopt hij zijn veel te grote huurhuis en begint het te verbouwen. Onbewust om zich te verzetten tegen de mislukking die zijn vader was. ‘Hij wilde de vader worden die zijn vader nooit was geweest. Een man die zijn huis op orde bracht.’
Alhoewel zowel Emma als Hugo in de ogen van de buitenwereld een beetje eigenaardig zijn staan ze toch met hun voeten in de realiteit. Emma werkt als leidinggevende ambtenaar aan het toetsen van wetteksten. Graag doet ze haar werk niet, en net als haar broer die les geeft, werkt ze zuiver om het geld voor de hypotheek. ‘Allebei woonden ze boven hun stand, omdat ze nooit meer zoiets als de boerderij wilden meemaken. Chateau Désir. Nu waren ze de gevangenen van hun huis, verplicht om nog twintig jaar door te werken, of ze hun baan nu leuk vonden of niet, om hun woning te behouden.’
En passant geeft Herman Stevens tussen de lijnen door flink wat kritiek op de manier waarop de hedendaagse maatschappij omgaat met mensen in het belang van het grote kapitaal. Hoe beroemder of rijker hoe ongenaakbaarder. En hoe mensen plaats moeten ruimen voor nieuwe bouwprojecten. ‘Verdringing,’ zei hij. ‘In de steden heet dat gentrificatie, maar als je hier gaat schuiven, vallen mensen gewoon van de plattegrond. Die jongens hebben een oprotpremie gekregen en nu zitten ze ergens op een kamertje te verpieteren.’
Hoe Emma ook het alleen zijn opzoekt toch komt onverwachts Loren op haar weg. Een expat wiens man voortdurend in het buitenland zit. Ze is alles wat Emma niet is en in stilte groeit bij Emma de verliefdheid op deze aardse moeder van twee kinderen. Wanneer Loren terug voor jaren naar het buitenland trekt ziet Emma pas hoe zij zou willen zijn. ‘Haar vrienden waren altijd denkbeeldige vrienden geweest, Grieken die haar niet eens zagen, want ze was maar een vrouw, en ze was niet eens goed in de dingen die vrouwen deden. Zonder man of kinderen. Ook Loren zou veranderen in een denkbeeldige vriendin als ze maar lang genoeg wegbleef. Een fantasie. De vrouw die ze had willen zijn, want uiteindelijk was Emma ook maar een denkbeeldige vrouw.’
Marianne Verschaegen, gastrecensie