Ontgelden Monetaire crises, corona en het Chinese perspectief
Hoe komt het dat politieke besluitvorming en monetaire en economische maatregelen altijd te laat op stoom komen?
De wereld is nauwelijks bekomen van de kredietcrisis of er dient zich alweer een nieuwe gamechanger aan. De coronacrisis zal de wereld – ook de financieel-economische – sterk veranderen. De uitgangspositie is precair nu de economisch beleidsmakers door de vorige crisis al veel kruit verschoten hebben. Een nieuwe schuldencrisis in Europa ligt op de loer. Technologische ontwikkelingen en verschuivingen in het mondiale economische en politieke machtsevenwicht hebben een ongeordende zoektocht op gang gebracht naar ieders plaats in de wereld van morgen.
In Ontgelden blikt Nout Wellink terug op zijn lange internationale carrière in het geldwezen, maar hij kijkt ook vooruit. Vanuit zijn ervaringen als bestuurder van twee van de grootste (Chinese) banken ter wereld schetst hij het beeld van China als leidende (economische) wereldmacht in aantocht.
Toen ik de kaft van ‘ontgelden’ onder ogen kreeg viel me de naam van de auteur op en vooral het onderschrift, ‘het Chinese perspectief’.
Arnout Hendrikus Wellink is niet een van onze minste Noorderburen. Econoom, en sinds december 2018 niet-uitvoerend lid van de raad van bestuur van de grootste Chinese staatsbank, ICBC. Daarvoor was hij toezichthouder van deze Chinese staatsbank Bank of China. En daarvoor president van de Nederlandse Bank, en voorzitter van het Bazels Comité voor bankentoezicht. Wellink heeft recht van spreken en schrijven dus. Vanuit zijn ervaring wikt en weegt hij de wereld van onze kinderen. Wat het verleden betreft probeert hij grip te krijgen op de oorzaken van de laatste grote crisissen: in Nederland maakt hij de vergelijking met de watersnoodramp, en dan kwam wereldwijd de financiële crisis, nu Covid-19 en mogelijks komt er als volgende een ecologische crisis op ons af.
‘Too little, too late’ is zijn algemene conclusie, en na een crisis vaak een tijdperk van vervagende herinneringen. De belangrijkste les van elke crisissituatie is dat er niets anders op zit dan het systeem, de governance, de instituties en de financiering zo robuust mogelijk te maken, en staartrisico’s serieus te nemen. In een land als China wordt dat gerealiseerd door een oppermachtig, centraal bestuur, in een democratische omgeving, stelt Wellink, waarin we elke keer met nieuwe parlementaire meerderheden geconfronteerd kunnen worden, ligt dat veel ingewikkelder.
Lichtpuntjes ziet Wellink in vooruit schrijdende technologie, de opkomst van de kwantumcomputer, en ontwikkelingen op het vlak van artificiële intelligentie; zij het met problematische kantjes met betrekking tot privacy en codeerkunde. Maar ook de toekomst zal zeker boven alles voorspelbaar blijven, kijk maar naar het huidige Coronagebeuren, waarbij vrijwel alle sectoren in onderlinge interactie betrokken worden en waarbinnen ook nu weer een voldoende stabiele financiële wereld moet kunnen gewaarborgd worden. En precies hier geeft Nout Wellik zijn aanbevelingen voor de toekomstige generatie met zijn visie op bankentoezicht, lessen met betrekking tot de buffers van banken, kritisch op groeiprikkels, risicomanagement, de taakinvulling voor centrale banken, een gedegen verantwoordelijkheid voor de overheid, kortom zijn visie op de werking en waarborg van ons toekomstige financiële systeem. Hij verwijst hier naar een nieuwe begrippen in het economisch financiële denken. Bijvoorbeeld naar het macroprudentiële beleid, waarbij het gaat om inzicht in besmettingskanalen en instrumenten om aan die besmetting in een vroegtijdig stadium een halt toe te roepen. Een weg waar nog veel aan getimmerd zal worden, en waarvoor een goed analysekader nog in de kinderschoenen staat.
In Europa stelt Wellink vast dat de vasthoudendheid aan de euro te gelijk de stelling inhoudt dat Europa de bereidheid koestert om de euro tegen elke prijs te verdedigen, wat op zijn beurt weer de bereidheid inhoudt fundamentele veranderingen te accepteren met betrekking tot het budgettaire beleid, structurele hervormingen in product- en arbeidsmarkten, het bancaire systeem en de coördinatie van economisch beleid. Hiermee stelt Europa zich in contrast met Amerika, waar gekozen wordt voor een op langere termijn wellicht minder succesvol, eng protectionistisch beleid met Trump als vaandeldrager.
Nout Wellink behoort tot een Europese groep van economen die sterk voorstander is van een stap-voor-stap benadering als het gaat om de integratie van de Chinese economie in de wereldeconomie. China is bezig een markteconomie te creëren, maar dan wel een met Chinese karakteristieken en onder een bijzonder krachtige leiding van de Partij. Het heeft weinig zin om naar politieke ontwikkelingen in China te kijken door een westerse bril, zeker niet op een moment dat de wereld verandert van een unipolair in een multipolair systeem. Kernvragen zijn hoe een markteconomie kan gecombineerd worden met een politiek centraal geleid stelsel, een autocratisch besturingssysteem; en wat betekent stap voor stap de economie vrijgeven voor marktwering? Als participant aan het Chinese gebeuren constateert de auteur dat het volstrekt onjuist zou zijn te menen dat het Chinese model geen stappen zou zetten richting westerse integratie. Hij illustreert dit bijvoorbeeld aan de hand van de liberalisering van de rente, de buitenlandse toegang tot de Chinese markt, het wisselkoersbeleid, nieuwe industrieën, intellectuele- en eigendomsrechten. Hij stelt vast dat de Chinese economie al enkele jaren niet meer een economie is die hard moet groeien. De kwaliteit van de groei staat daar nu voorop. De autoriteiten in China hebben voor de komende jaren drie speerpunten voor het economische beleid geformuleerd, met name om de groei te consolideren en de afhankelijkheid van het Westen te verminderen. Voor wie in detail wil gaan analyseert de auteur de economische en financiële perspectieven in China rond deze ambitieuze doelstellingen : Shanghai, het nieuwe zijderouteproject en het merk ‘Made in China 2025’. Vanuit ons westerse denken lijken het stuk voor stuk drie mega futuristische perspectieven die ons serieus het nagapen zullen geven,..
Wie of wat moet het nu ontgelden? In de inleiding wordt de lezer beloofd dat hem ‘technische’ details zo veel mogelijk worden onthouden. Ik vrees dat dit ook voor Nout Wellink een onmogelijke belofte inhield. Het blijft een gefundeerd wetenschappelijk werk. Als lezer moest ik het in elk geval wel ontgelden. Met mijn al wat vervlogen financiële en economische achterliggende opleiding kon ik wel goed de gedachtestroom, de ambitie en zorg voor ons aller financiële toekomst van de schrijver volgen, maar over een waardeoordeel over zijn modellen, inzichten en perspectieven durf ik mij echt niet uit te spreken. Ik vertrouw erop dat Nout Wellink een wijze man is. Ik luisterde vooral naar zijn commentaren op de toekomstige samenwerking tussen de Westerse wereld en de Chinese grootmacht.
Het Chinese leiderschap concludeert Nout Wellink, heeft zich aan een aanpak gecommitteerd waarvan het niet zal terugkeren. We moeten proberen die aanpak te doorgronden en diep na te denken over de vraag hoe op wereldschaal zulke verschillende systemen, vreedzaam en economisch rationeel, naast elkaar kunnen bestaan. Veranderingen in China ontwikkelen zich langs lijnen van geleidelijkheid, zijn in wederzijds belang en voltrekken zich gestaag. China zal doorgaan met zijn hervormingen richting markteconomie.
Een verhelderend werk, geschreven vanuit een perspectief van hoop, zingevend menselijk samenleven, respect voor de ontwikkeling van de ander, en vooral veel verworven wijsheid.
Koen E., huisrecensent