De uitbraak
Gustav is dé regeneratiespecialist van het Instituut voor Zorg en Welbevinden. Hij is inwoner van het Rijk, waarin voorspoed en geluk een gegeven zijn en waarin de dood door middel van een verjongingskuur eindeloos kan worden uitgesteld. Tijdens zo’n kuur ontdekt Gustav dat hij niet geproduceerd is op grond van een ontwerp, zoals hem is verteld, maar dat hij biologisch is geconcipieerd en dus een moeder heeft. Aangeslagen gaat hij naar haar op zoek. Na een tocht door de gedooggebieden vindt hij haar bij het Glazen Scherm, dat het Rijk afsluit van de buitenwereld. Samen beramen ze een plan om uit te breken en terug te vluchten naar haar geboorte-eiland..
Is het mogelijk om je te ontkoppelen en de orde achter je te laten? Durf je je comfortabele bestaan op te geven voor een plek waar natuur, vrijheid en innerlijke rust ineenvloeien tot saamhorigheid? Gustav wel. Hij breekt uit om die plek te vinden.
Zoeken naar eeuwige jeugd en onsterfelijkheid doet de mensheid al sinds zijn ontstaan. Op allerlei manieren heeft hij geprobeerd om de dood te ontlopen of om hem tenminste zo lang als mogelijk op afstand te houden. In Het Rijk is men erin geslaagd om deze onsterfelijkheid via de technologie voor iedere inwoner bereikbaar te maken.
Met een groot verbeeldend vermogen schrijft Van Der Waal een boek in drie delen waarin we Gustav, een hooggeplaatste Centrale in Het Rijk, volgen. Een leefgemeenschap van sterftelozen die van de rest van de wereld afgesloten is door een gigantisch Glazen Scherm en onder de leiding staat van de Eminente Autoriteit. De algemene geluksindex, het louter leven in het hier en nu om enkel te genieten zonder enige vorm van emotie of kritiek, is de norm in Het Rijk. Om dat te kunnen bereiken moeten er regelmatig regeneratieboosts en upgrades plaatsvinden. Wanneer die bij Gustav niet helemaal lopen zoals zou moeten, voelt hij dat niet zijn eigen ontwerp het begin is van zijn ontstaan maar dat hij het product is van een menselijk voortplantingssysteem. ‘Ik voel simpelweg dat er midden in mijn uiteengekraste werkelijkheid elementen samenkomen, noem het cellen, noem het strengen, die veel ouder zijn als ik. Alsof ik plotseling tot voorbij mijn eigen begin reik en voel hoe de spiralen van mijn erfelijkheid mij vormen.’
Als Centrale begrijpt hij maar al te goed het gevaar van het stellen van vragen en hij gaat in het geheim op zoek naar zijn biologische moeder. Samen met zijn moeder Moon en de hulp van een ondergronds netwerk slaagt hij er uiteindelijk in te vluchten tot buiten het Glazen Scherm op zoek naar Het Eiland waar Moon vandaan kwam.
In het tweede deel komt Gustav op Het Eiland in een leefgemeenschap terecht die onder leiding staat van de Lamme Filosoof. Een groter contrast met Het Rijk is vrijwel onmogelijk. In plaats van de technologie is hier het samenleven met elkaar en met de natuur op de manier van de oude gewoonten het ideaal. Gustav leert er Alexis kennen. Net als hij is ze androgyn. Alles is van iedereen op Het Eiland en eigendom bestaat niet. Zo baren vrouwen gezamenlijk baby’s die meteen eigendom worden van de gemeenschap. Wanneer Gustav en Alexis betrapt worden op een exclusieve verbinding met elkaar worden ze verbannen en na een trektocht door een harde natuur bereiken ze uiteindelijk De Zone.
In het derde deel is Gustav aan het einde van een lang leven wanneer hij Bitya ontmoet. Zij eist van hem het verhaal van zijn aankomst en leven in De Zone. Hij laat haar zien hoe vooral Alexis de gemeenschap in De Zone vorm heeft gegeven. Ze leven in aan de bomen hangende druppels die gevormd zijn van glasleem. Door zelfreflectie en leven met respect voor de natuur zijn alle bewoners in staat om zich zwevend tussen de bomen te verplaatsen. Hier worden de doden begraven in de bomen zodat ze zichzelf terug geven aan de natuur.
“De Uitbraak” is de eerste roman van Henk Van Der Waal die in de eerste plaats dichter en filosoof is. Dat verloochent zich ook niet in dit indrukwekkende verhaal. Een dystopische roman waarin de personages toch wat ondergeschikt zijn aan de thema’s. Ze lijken enkel te dienen om er een aantal grote ethische en filosofische vragen aan op te hangen. Wereldproblemen als klimaat, celtherapie, genderproblematiek, het vluchtelingenprobleem, een wereld waarbij de technologie zo snel gaat dat de mens het niet meer bij kan benen, een onhoudbaar voortsnellende economie, het is nogal wat om daar als lezer een antwoord op te vinden.
In de een of andere vorm komt het bedrijven van de liefde heel vaak voor. In Het Rijk is het vooral een individuele mentale toestand ‘de upgrades en implantaten hebben de sekseverschillen bij ons zodanig uitgewist dat het verlangen naar de ander flink is geluwd. Wie toch de behoefte voelt zich met vreemd vlees in te laten krijgt eerst digitaal de kans dat uit te leven’. Ouderwetse fysieke seks is er enkel voor de happy few met gevangen genomen immigrantenmeisjes. Voortplanting is er kwestie van technologie.
Op Het Eiland wordt de lust uitgebannen en is het bedrijven van de liefde een gezamenlijk gebeuren met vooral de voortplanting als doel. Individueel is het voornamelijk platonisch. ‘Vlak boven haar vel strijk ik zonder haar te raken mijn handen over haar warmteaura heen. Het is een zegening, eerbiediging en liefdesdaad ineen.’
In De Zone is het bedrijven van de liefde zover geëvolueerd dat zowel mannen als vrouwen kunnen baren. Van Der Waal stelt dat vooral het nastreven van een driedubbel bewustzijn het antwoord is op elk probleem. Elke oplossing moet goed zijn voor jezelf, voor de gemeenschap en voor de natuur of de kosmos.
Bereikt de mens onsterfelijkheid door zijn eigen evolutie individueel in handen te nemen of zit de onsterfelijkheid juist in de voortplanting? Wordt Gustav daarom door de hele roman vooral door sterke vrouwen geleid? En waarom zouden we überhaupt moeten streven naar onsterfelijkheid in een wereld waarin we nog steeds geen evenwicht hebben gevonden tussen mens en natuur. Gustav leert dat er voor elk geluk een prijs moet worden betaald, dat een betekenisvol leven op den duur maar zinnig is wanneer er ook zinvol met de dood kan worden omgegaan maar dat het uiteindelijk toch de liefde is die een mens onsterfelijk maakt.
Marianne Verschaeren, huisrecensent