De stof in haar handen
Sardinië, begin twintigste eeuw, de tijd dat alle kledingstukken nog op maat gemaakt worden. Een meisje leert alle kneepjes van het vak van haar grootmoeder: van zomen tot het aanbrengen van veters en knoopsgaten. Daarna begint ze als naaister aan huis te werken om zo haar eigen geld te verdienen. Haar naaimachine is haar weg naar vrijheid.
In elk huis, tijdens het opmeten, het knippen, het naaien, luistert ze naar de verhalen van eigengereide vrouwen om haar heen: de eigenzinnige Esther, die paardrijdt als een man en natuurkunde studeert, de vrijgevochten Amerikaanse Lily Rose die een pistool in haar korset verstopt en de hebzuchtige zussen Provera. In De stof in haar handenstrijdt een jonge vrouw voor haar onafhankelijkheid en voor haar dromen, in een wereld die gedomineerd wordt door mannen.
‘De stof in haar handen’ als vertaling van de roman ‘Il sogno della macchina da cucire’ is een toonbeeld van delicaat vertaalwerk. Niettegenstaande deze mooie vertaling van Saskia Peterzon-Kotte moet het machtig zijn om dit in het Italiaans te kunnen lezen.
Deze historische roman beschrijft in een mooie en heel vlot leesbare taal de emancipatiestrijd van de zo typerende naaisters aan het eind van de negentiende eeuw. Confectiekledij was nog niet ingeburgerd en de rijke en begoede burgerij liet zich kleden door deze private naaisters aan huis. Haute couture avant la lettre. Niet alleen kledij maar alle huislinnen was maatwerk, in schril contrast met de armoedige overlevingsstrijd van de makers zelf. Bianca Pitzorno geeft in dit verhaal gestalte aan zo’n naaister en laat haarzelf haar levensverhaal vertellen. Haar verhaal is ontsproten aan de fantasie van de auteur maar zorgvuldig gebaseerd op werkelijk gebeurde feiten ontdekt bij haar grootmoeders verhalen over vroeger, uit tijdsgebonden kranten en brieven lang bewaard in een koffer en anekdotes uit het familielexicon.
Gaandeweg vertelt het meisje/jonge vrouw haar leven. Ze doet dit als een echte vertelster en tijdens het lezen heb je meermaals het gevoel dat ze dit alleen aan jou vertelt. Het geeft je een begenadigd leesgevoel. Van haar oma die analfabeet was maar als autodidact naaister steeds onafhankelijk bleef krijgt ze ook al van kinds af aan een levensles ingepompt: “Zorg dat je onafhankelijk blijft en laat je niet overheersen door die rijkelui. Eens je daaraan toegeeft ben je niemand meer.” Deze fierheid die haar oorsprong heeft in het fatale lot van haar nichtje draagt ze duidelijk over aan haar kleindochter, ouderloos en verstoken van enig ander familielid dan haar grootmoeder.
Naïef en jong staat het naaistertje er na het plotse overlijden van haar grootmoeder alleen in het leven, echt alleen. Maar niettegenstaande zij onschuldig en onwetend haar weg moet zoeken is ze een vechtster met een groot hart. Ze blijft fier en rechtop maar zoals elk meisje op die leeftijd vol van romantiek. Haar levensverhaal ent ze vast aan drie personen uit haar directe omgeving waar ze een werk- of vriendschapsrelatie mee heeft, maar steeds in die onderdanige rol. Zo wordt ze geholpen door Esther die opgroeit in een rijke familie waar ze zelf over een eigen wilskracht kan en mag beschikken. Dat helpen betekent vaste naaiopdrachten waar uiteindelijk een broze vriendschap uitgroeit. Naast Esther is er de Amerikaanse Lily-Rose die in haar ogen zo vrijgevochten is en de wereld een beetje opent voor haar. Tegenovergesteld aan die twee personages zijn er nog de zussen Provera die ook haar een wel heel delicate maar oh zo belangrijke opdracht toevertrouwen. Ze doen dit dwingend en neerbuigend maar hun rekening hiervoor wordt later nog gepresenteerd in een hilarische verhaallijn. Deze verhalen typeren de tijdsgeest perfect maar maken ook veel emoties en gevoelens los. Je maakt op een heel intieme en integere wijze kennis met een bijzonder personage.
Zoals kwaliteitsvolle stof is ook dit boek vakkundig en sterk verweven en toont het uiterlijke pracht en praal maar is het ijzersterk gemaakt om lang bij ons te blijven.
Jan Stevens, redacteur boekensite.gent