Wij zijn licht

auteur: 
Gerda Blees
ISBN nummer: 
9789057590009
uitgeverij: 
Podium B.V. Uitgeverij
Body: 

Wij zijn licht .jpgMidden in een zomernacht sterft Elisabeth, de oudste bewoonster van Woongroep Klank en Liefde. Haar drie huisgenoten worden aangehouden: het streven van de groep om te stoppen met eten en van licht en liefde te gaan leven, lijkt Elisabeth fataal te zijn geworden. Van wereldvreemde idealisten aan de rand van de maatschappij zijn de drie plotseling verdachten in een strafzaak geworden. 
Door de ogen van de nacht, de buren, de twijfel, de vader van een van de huisgenoten, een sinaasappelgeur en vele andere personages en entiteiten zien we hoe elk van de betrokkenen een ander antwoord geeft op de vraag hoe Elisabeth kon overlijden. Wie is er schuldig? En heeft de woongroep nog een toekomst? 
Wij zijn licht is een beklemmende en tegelijkertijd hoogst vermakelijke roman over kleine mensen in een grote wereld, en hun verbindende maar ook vernietigende verlangen om in verheven idealen te geloven. 

Gerda Blees (1985) debuteerde met de verhalenbundel Aan doodgaan dachten we niet. Lovende kritieken vielen haar ten deel, alsook het C.C.S. Crone Stipendium. In 2018 verscheen haar poëziedebuut Dwaallichten, genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs.

Wij zijn de nacht. Wij brengen duisternis en dronkenschap, kattengevechten, slaap en slapeloosheid, seks en sterfgevallen. Wie in alle rust wil sterven, zonder al te veel gedoe en drama, zal dat bij voorkeur doen in ons, de nacht, terwijl de aankomende nabestaande slapen. Zo zien wij in dit land nachtelijks vele kanker-, hart- en longpatiënten en uitgeleefde oude mensen bijna ongemerkt hun laatste adem uitblazen. (…) Er zijn interessantere manieren waarop mensen kunnen overlijden, zoals de vrouw die op dit moment onze aandacht heeft, bij wie de herkenbare elementen van het vredig sterven samenvallen met verontrustende afwijkende omstandigheden.’

Het begin van “Wij zijn licht”, de debuutroman van Gerda Blees, doet meteen het beste vermoeden. De vrouw in kwestie is Elisabeth, die deel uitmaakt van Woongroep Klank en Licht, een wazig groepje geestelijke meerwaardezoekers dat opgericht is door haar zus Melodie, die op haar beurt een toonbeeld van een zweverig geitenwollensokkentype is, inclusief hoogdravend maar volstrekt nietszeggend gewauwel (‘Adem door je weerstand heen’) en dito gedrag. Die woongroep is gebaseerd op een Utrechtse groep van vier personen waar in 2017 sprake was van een sterfgeval door uithongering. De reden van die uithongering is het streven naar een leven waarin klank en licht de plaats van voedsel overnemen.

Blees vertelt het verhaal over Klank en Licht vanuit dertig weinig voor de hand liggende perspectieven. Zo passeren bijvoorbeeld de plaats delict (‘Wij zijn de plaats delict. Maar welk delict kun je je afvragen. De politie zoekt naar sporen van verwaarlozing, van dwang om een hongerdieet te volgen, van nalatigheid. Wij hebben een andere misdaad in gedachten. Wij verdenken de bewoners van Woongroep Klank en Licht ervan dat ze elkaar gevangen hebben gehouden in een kooi van eenzaamheid. En Elisabeth heeft zich bevrijd.’), de feiten (‘Wij zijn de feiten. Strafbaar of niet, de beste manier om ons te benaderen is via de leugen. Alle onwaarheden elimineren tot wij naakt overblijven.’) en het verhaal (‘Wij zijn het verhaal. Langzaam en voorspelbaar stevenen wij op onze afloop af – de climax, of de anticlimax, dat valt nog te bezien. Wij vermoeden dat het een anticlimax wordt, als de schrijver zo door blijft gaan.’).

Die perspectieven, doorgaans materiaal maar af en toe menselijk, zorgen ervoor dat de verteller de ruimte creëert om haar verhaal optimaal te vertellen, zonder te veel weg te geven of het verhaal volkomen dicht te plamuren. ‘Ik kon spelen met de taalregisters van de verschillende perspectieven,’ zegt Blees daarover in Het Parool, ‘ik kon veel meer uitproberen met taal dan wanneer je één toon kiest die je het hele verhaal moet volhouden.’ Ondanks die bijkomende mogelijkheden kan een dergelijk opzet uiteraard alleen maar slagen als de lezer erin meegaat. Op dat vlak springt Blees moeiteloos over de lat.

Elk perspectief, of het nu dat van de ouders, de sinaasappelgeur, de pen, de slowjuicer of de voorlopige conclusies is, is krachtig en geloofwaardig en biedt een klein stukje van de puzzel, dat op zich weer nieuwe vragen oproept. Op die manier blijft de lezer bij de les. Speels maar ook doeltreffend is dat de vertelster zich op een bepaald moment – in ‘Wij zijn het verhaal’ – rechtstreeks tot de lezer wendt: ‘Hoe vaak hebt u tijdens het lezen niet aan iets anders zitten denken? En hoe vaak hebt u niet iets in ons gelezen wat er helemaal niet stond? Tussen de regels door zeker. Al die moeite die wij doen om onszelf te blijven, dwars door alle meerduidigheid heen waarmee de schrijver ons heeft opgezadeld, en dan maakt u er in uw hoofd gewoon iets anders van, een slechte reproductie vol hiaten en niet-kloppende aannames en interpretaties.’

Of “Wij zijn licht” inderdaad met een climax of anticlimax eindigt, is hier niet aan de orde. Of de drie resterende leden van Woongroep Klank en Licht na het politieonderzoek zullen worden aangeklaagd en berecht, is dat al evenmin. Dat staat in dit aanbevelenswaardige boek. Wat wél aan de orde is, is dat Gerda Blees een opmerkelijke roman heeft geschreven die een aantal belangrijke vragen opwerpt. Hoe ver kun je gaan in het, al dan niet bewust, opleggen van je wil aan anderen? Wat doe je als je onderweg merkt dat die anderen eigenlijk te zwak zijn om zelf beslissingen te nemen? Wat doe je als je ziet dat iemand lichamelijk of geestelijk dreigt te bezwijken onder de mentale druk van de leider van de groep? Wie treft er schuld als niemand ingrijpt? Blees geeft geen antwoorden op die vragen. Het zoeken ernaar laat ze aan de lezer over. Dat onderscheidt een goed boek van zijn minder geslaagde soortgenoten.

Martin Overheul

Redacteur Boekensite Gent

prijs: 
€ 21.00