Toch nagelaten werk

auteur: 
Armando
ISBN nummer: 
9789025456894
uitgeverij: 
Atlas Contact
Body: 

Toch nagelaten werk .jpgIn ‘Toch’ van Armando ligt het geweld op de loer. Bars, strak en streng staan de woorden in het gelid. Ongenaakbaar en onontkoombaar, zoals ook Armando’s beeldende werk. Hijzelf omschreef zijn universum als ‘geweld, gedempt door regels, gekluisterd geweld’.

Op 1 juli 2018 overleed Armando. Tot vlak voor zijn dood was deze achtentachtigjarige schilder, schrijver en dichter actief. Hij liet niet alleen een collectie schilderijen en tekeningen na, sommige van zeer recente datum, maar ook een map met gedichten en een achttal ultrakorte verhalen. De titel was er al: ‘Toch’.

Armando was internationaal erkend als een belangrijk beeldend kunstenaar, schrijver en dichter. Zijn veelzijdige literaire oeuvre kent verschillende hoogtepunten en is veelvuldig bekroond – meest recentelijk met de VSB Poëzieprijs voor ‘Gedichten 2009’. De ultrakorte verhalen zijn bijeengebracht in ‘Ter plekke’.

Twee jaar geleden overleed schilder, schrijver, dichter, beeldhouwer, muzikant en acteur Armando, pseudoniem voor Herman Dirk van Dodeweerd, in Potsdam, de stad waar hij een groot deel van zijn leven doorbracht. Hij was 88 en werkte vlak voor zijn overlijden nog onverdroten voort aan een oeuvre dat zich weliswaar niet in een paar woorden laat samenvatten, maar zich onmiskenbaar situeert rond een aantal terugkerende thema’s die zeer nauw tegen obsessies aanleunen: de vijand (denk maar aan ‘Aantekeningen over de vijand’ uit 1981), het gevecht (‘Het gevecht. Een gedicht’, 1976), het al dan niet schuldige landschap (plaatsen waar gruwelijkheden zijn gepleegd, het begrip werd opgenomen in de Dikke van Dale), de dood, de bomen, schoonheid en kwaad, melancholie, macht en onmacht (‘Machthebbers: verslagen uit Berlijn en Toscane’, 1983. 

Hoewel Armando soms op gespannen voet leefde met zijn thematiek, ingegeven door zijn jeugdjaren in de schaduw van concentratiekamp Amersfoort tijdens de Tweede Wereldoorlog waar hij drama’s aanschouwde die daarna nooit meer uit zijn herinneringen verdwenen, lukte het hem niet zich te ontworstelen aan de schaduw van het kamp. Een uitspraak over zijn schilderijen is wat dat betreft kenschetsend: ‘Ik knijp dingen uit tubes. Het wíl gemaakt worden. Het dient zich aan. Het dringt zich aan je op. Het is geen hobby.’ Niets van wat Armando creëert is vrijblijvend, alles heeft een reden.

In zijn laatst verschenen dicht- en verhalenbundel “Toch”, op papier een verzameling van nagelaten werk maar alleen al vanwege de uitgesproken cohesie tussen gedichten en verhalen in realiteit veel meer dan dat, steken Armando’s hebbelijkheden al in het eerste gedicht de kop op. In “Stem” maakt de dood meteen zijn opwachting: ‘Een korte stem valt naar beneden / en beveelt het eeuwige einde.’ Dat einde, het besef van sterfelijkheid en eindigheid dat bij een 80-jarige een heel andere dimensie heeft dan bij een prille dertiger, komt in deze bundel meermaals terug. Zoals in het gedicht “Een mens”: ‘De mens / is beschikbaar voor verschrikkingen / heeft verplichtingen en verklaringen. / De mens mag even leven / en dan niet meer.’ In het laatste gedicht “De zee” klinkt het ‘De tijd is klein geworden. / Het lichaam mocht slechts even leven.” De tijd is klein geworden, de dichter realiseert zich dat hem steeds minder toekomst rest en meer verleden. 

Naast eindigheid, zijn ook de natuur en de vijand prominent aanwezig, maar minder ongenadig dan in Armando’s vroegere werk. In het gedicht “De doden” roept de natuur vooral vragen op: “Want het stof der dingen heeft verkondigd / dat de doden zullen leven. / Zou de aarde zich verraden voelen? / Heeft de aarde ooit getwijfeld?” Een mogelijk antwoord op die vragen staat in “Vergeten”: ‘De aarde heeft gestameld / heeft zelfs de kringloop onderbroken, / de aarde draalt.’ Versregels waaruit zowel mededogen als berusting klinkt, twee karakteristieken waar het werk van Armando niet meteen vol mee staat. Hebben leeftijd en acceptatie elkaar in zijn wereld, die voor een groot deel bepaald werd door zijn fascinatie voor geweld, gevonden? Als je het verhaal “Gevecht” leest, zou je denken van wel, al roept bij Armando de ene vraag doorgaans een andere vraag op. Na dagen- en nachtenlang met de tegenstander, ‘ook wel vijand genoemd’, te hebben gestreden, besluiten de vechtende kampen hun strijd te staken omdat ze uitgeput zijn: ‘Wellicht was het een beetje onbezonnen, een beetje losbandig waar we ons mee bezighielden, alles goed en wel: we besloten naar huis te gaan. De vijand ook; de vijand ging ook naar huis, want we kregen in de gaten dat er op die manier geen lol meer aanwas.’

Armando is in zijn literaire werk nooit een man van veel woorden geweest, maar in “Toch” heerst de kale en gebalde taal als nooit tevoren. Er zijn naar bekend gebruik de gedichten waarin de woorden, onderhevig aan de tucht waar de dichter zo van hield, ordelijk en beredeneerd op hun juiste plaats staan en veel witruimte openlaten. Daar komt de schilder allicht om de hoek kijken. Datzelfde is het geval in de zeer korte maar gebalde verhalen, waarvan het kortste, “Alles”, amper vijf regels in beslag neemt. Maar die vijf regels volstaan ruimschoots: ‘Maar de zee is ook nukkig, en eigengereid, kwaadaardig, vastberaden, opstandig, strijdvaardig sluw, achterbaks en nog veel meer. De zee heeft vele hoedanigheden, de zee is eigenlijk van alles. Nee, nog erger, de zee is de zee. Wist je dat?’

“Toch” is het machtige slotakkoord van een obstinate en bezielde kunstenaar wiens oeuvre eigenzinnigheid paart aan uitzonderlijke begaafdheid, die schilderde en schreef met een geheel eigen klankkleur en een eigen gezicht. Een kunstenaar die de taal eerst naar zijn hand zette en die dan gebruikte op een volstrekt unieke manier. 

“Een oneindig feit,
de drang naar verbazing, 
naar onverschrokken stilte.”


Martin Overheul, redacteur Boekensite.gent

prijs: 
€ 22.99