De herdershut
Jaxie wil niet meer naar huis. Zijn moeder is dood en zijn ouwe ramt hem keer op keer in elkaar. Hij zou willen dat hij wees was. Maar niemand heeft Jaxie ooit verteld dat je voorzichtig moet zijn met wat je wenst.
In één gruwelijke klap wordt zijn leven teruggebracht tot wat er past in een plastic tas. En tot de vraag hoe hij zichzelf in leven kan houden. Er is maar één persoon ter wereld die hem begrijpt, maar om haar te bereiken moet hij de uitgestrekte zoutwoestijn van West-Australië doorkruisen, een helletocht die alleen een dromer of een vluchteling zou ondernemen.
Ik begon dit boek op terugweg van Spanje naar huis en las het in één ruk uit! ( Ik rij niet …) Wat een boek, wat een verhaal.
De thematiek deed mij denken aan de prachtige debuutroman ‘Het echte leven‘ van Adeline Dieudonné (http://www.boekensite.gent/node/4111) , een wrede hardhandige vader die er op los ramt en een moeder die niet echt opkomt voor haar kind. Maar ‘De herdershut’ is veel rauwer en ontstellend rechtoe-rechtaan. Op de achterflap lees je: “Jaxie wil niet meer naar huis. Zijn moeder is dood en zijn ouwe ramt hem keer op keer in elkaar. Hij zou willen dat hij wees was. Maar niemand heeft hem vertelt dat je voorzichtig moet zijn met wat je wenst.“ Dan weet je het wel.
Toch begint het boek eigenlijk met het einde van het verhaal, voor mij alleszins een aanzet om verder te lezen want je wil weten hoe Jaxie gekomen is waar hij nu is, in een auto. Maar dan begint alles opnieuw, Jaxie 15 jaar maakt zo’n ingrijpende gebeurtenis mee dat hij hals over kop vlucht met het weinige dat hij kan dragen. Hij wil naar de enige persoon die hem begrijpt maar die woont zo’n 300 km ver weg, hij besluit op pad te gaan.
De hele zware en barre tocht denkt hij aan zijn jeugd , zijn moeder en kapitein Kloothommel, zijn vader dus. Hij beseft heel goed dat hij op school zelf ook geen gemakkelijke jongen was. Hij stopte met naar school gaan in het middelbaar. Door zijn omgeving en met wat hem overkwam bruist er vooral woede in hem, dat uit zich in vaak in zijn elementaire grove taal. Zalig vond ik dat. Het is ook die woede die hem voortdrijft. Toch probeert hij zijn vader anders te bekijken, hij vraagt zich af hoe hij zo’n kloothommel is geworden, niemand wordt toch als een rotzak geboren? Maar soms als hij aan zijn gedrag denkt slaat de angst om de genen te hebben van zijn vader toe.Na een lange tocht komt hij in de zoutwoestijn een herdershut tegen en daar verandert het boek door een bijzondere ontmoeting die Jaxie daar heeft.
Tim Winston verstaat de kunst om extreme gebeurtenissen en de natuur realistisch te beschrijven. Veel dieren en planten waar ik nog nooit van gehoord had of nauwelijks kende zoals de rode kransbloem, schorrekruid, casiarina’s en jambomen, een bosje yandus, orgelvogels, emoes, bluebush passeren de revue.
Een mooi fragment op p. 250 wil ik jullie niet onthouden: “ Het voelt gevaarlijk om opgemerkt te worden, om gewild te zijn. Om gezien te worden voor wie je echt vanbinnen bent is supervet, maar ook supereng. Alsof je wordt overgenomen. Je huid doet overal zeer, alsof je opeens zomaar twee maten bent gegroeid.” Superontroerend, een puber die voelt dat iemand echt om hem geeft.
Lut Delanghe