Vanuit het duister stralend licht

auteur: 
Petina Gappah
ISBN nummer: 
9789025453978
uitgeverij: 
Atlas Contact
Body: 

Vanuit het duister stralend licht .jpg‘Vanuit het duister stralend licht’ van Petina Gappah gaat over de Schotse missionaris en ontdekkingsreiziger Dokter David Livingstone die in 1873 overlijdt in een gehucht in West-Afrika. Zijn rouwende bedienden besluiten het ontzielde lichaam naar de dichtstbijzijnde havenstad te vervoeren, waar ze het aan de koloniale machthebber zullen overdragen voor een waardige begrafenis in Livingstones thuisland. De tocht van meer dan tweeënhalfduizend kilometer leggen ze lopend af, de stoffelijke resten op hun schouders.

Dit waargebeurde verhaal heeft Petina Gappah al haar hele leven gefascineerd. In ‘Vanuit het duister stralend licht’ geeft ze een stem aan Livingstones trouwe entourage. Vanuit de perspectieven van de mondige Halima en de diepgelovige Jacob vertelt Gappah over de heldenmoed van de bedienden en de ontberingen die ze geleden hebben uit liefde voor de gestorven Livingstone. Maar ook over de intriges waaraan de hele onderneming bijna ten onder gaat.

‘Tijdens de lange, gevaarlijke tocht om hem naar huis te brengen, verloren tien leden van ons gezelschap het leven. Geen steen geeft de plek aan waar zij rusten, geen grafschrift vermeldt hun dood. En wanneer wij, overblijvers, hen zullen volgen, zal geen pelgrim zijn kinderen komen tonen waar wij liggen. Maar vanuit dat grote, kwellende duister straalde een licht. Ons offer heeft de glorie van zijn leven doen schitteren.’

Er zijn al meer boeken over de Schotse ontdekkingsreiziger en missionaris David Livingstone geschreven en weinig mensen kennen de beroemde quote van Henry Stanley: “Dr. Livingstone I presume” niet. Maar toch is dit boek net iets anders. Petina Gappah schrijft hier het verhaal van Livingstone, Bwana Daudi voor de Afrikanen, en zijn laatste tocht vanuit het oogpunt van zijn expeditieleden.

Op 1 mei 1873 sterft David Livingstone in Chitambo door malaria en uitputting. Susi en Chuma besluiten als leiders van de expeditie om het lichaam van hun ‘Bwana Daudi’ samen met al zijn kaarten en dagboeken aan de Engelsen over te dragen. Deze roman is de kroniek van die tocht.

Het eerste deel wordt door Halima vertelt. Halima die schrander en realistisch is en door Livingstone werd vrij gekocht als vrouw voor één van zijn expeditieleden. Het is Halima die vindt dat ze het lichaam van Livingstone en zijn papieren terug moeten brengen naar de kust. Maar als vrouw heeft ze niets te zeggen dus zorgt ze er op een slinkse manier voor dat Susi en Chuma het besluit nemen om de terugweg met het stoffelijk overschot aan te vangen.

‘Zo regelden we het altijd als wij iets wilden.’ zegt Halima,’ We praatten er eerst onderling over en daarna ieder afzonderlijk met haar eigen man, tot die gingen geloven dat ze het zelf bedacht hadden.’

Toch twijfelt ze ook aan haar beslissing. Brengen ze door de kaarten aan de Engelsen te geven de toekomst van hun kinderen niet in gevaar? Want ze ziet wel de tweeslachtigheid in Bwana Daudi. Enerzijds is hij een rabiaat tegenstander van de slavernij maar toch koopt hij slaven voor zijn expeditieleden en vraagt hij hulp aan de Arabische slavenhandelaars. En nuchter als ze is begrijpt ze de drang tot ontdekken niet die Livingstone voortdrijft op zoek naar de bronnen van de Nijl. ‘Ik zei tegen hem: Ga toch terug naar uw kinderen, want de Nijl stroomt daar al vanaf het begin der tijden, en dat blijft hij doen al u en ik al onder de grond liggen, en wat wilt u dan, want de Nijl kan het niks schelen of u weet waar hij begint. Die stroomt door als altijd, of u dat begin nu vindt of niet.’ .

Livingstone is meer ontdekkingsreiziger dan Zendeling, hij bekeert nauwelijks één Afrikaan. Tot teleurstelling van Jacob Wainwright. Jacob werd als kind door de bemanning van een Engels schip gered van de slavenhandelaars. Hij werd samen met de andere slaven naar India gebracht waar hij in de missie een opleiding krijgt van zendelingen. Samen met enkele andere ‘Nassick’ boys wordt hij door Stanley meegenomen op de zoektocht naar Livingstone. Die wil echter niet mee terug en Jacob en de overige Nassick boys worden bij Livingstone achtergelaten.

Zo warm en hartelijk Halima is, zo arrogant en pedant is Wainwright. Met zijn betweterij en zijn overdreven Christelijke Zendingsdrang zet hij zichzelf aan de buitenkant van de groep. Hij is één van de weinigen in de expeditie die kan schrijven en ziet het als zijn plicht om een dagboek bij te houden van de tocht naar de kust. Zijn zelfdunk is ook bij Livingstone bron van spot: ‘Jacob de Zeloot,’ noemde hij me, want ik was ernstiger, zo zei hij, dan Johannes De Evangelist. Zo bespotte hij de Boodschapper Gods!.’ En waar Halima’s verhaal gaat over de mensen tijdens de harde, moeilijke tocht heeft Jacob het vooral over zichzelf in relatie tot de gebeurtenissen in de microkosmos die de karavaan eigenlijk is. En moeilijkheden zijn er genoeg. De karavaan wordt geteisterd door rampen. Diefstal, ruzie, stammenoorlogen, honger, moord en wraak dunnen de expeditie uit. Maar uiteindelijk bereiken ze, na tweeëneenhalf duizend kilometer en tweehonderdachtenvijftig dagen, de kust en kunnen ze het lijk aan de Engelsen overdragen.

Gappah werkte 20 jaar aan deze roman en ze laat het aan de lezer over om zelf conclusies te trekken over de tegenstellingen die haar personages krijgen te verwerken. Zo valt de grote droom van Jacob om zelf als Zendeling in Afrika te kunnen werken aan diggelen omdat hij van de bisschoppen geen toestemming krijgt vanwege zijn huidskleur. En Halima vraagt zicht terecht af wat vrijheid voor waarde heeft wanneer je geen middelen hebt om van die vrijheid te genieten.

Marianne Verschaeren, gastrecensente

prijs: 
€ 24.99