De laatste getuige, hoe ik Dossin Kazerne en de Holocaust overleefde
Juli 1942: de vijfentwintigjarige Eva Fastag wordt opgepakt bij de Jodenrazzia in Antwerpen. Via het kamp van Breendonk belandt ze in de Mechelse Dossinkazerne. Daar dwingen de Duitsers haar om de lijsten op te stellen voor de deportatie van meer dan 25.000 Joden naar Auschwitz-Birkenau. Slechts vijf procent van hen overleeft. Waar ze kan, vervalst Eva de transportlijsten en pleegt ze andere vormen van verzet. Zo redt ze vele levens. Ze kan echter niet verhinderen dat ook haar eigen familie wordt gedeporteerd...
Augustus 2019: historicus Pieter Serrien reist naar Israël om er de unieke getuigenis van deze 102-jarige op te tekenen. In dit boek geeft hij historische duiding bij haar oorlogsverhaal.
Hallucinant. Waarom? Omdat dit geen fictie is.
Ik leerde pas laat de Dossin kazerne kennen, rijkelijk laat, veel te laat en eigenlijk is dat op zich al een teken aan de wand voor het geschiedkundig onderwijs in mijn jeugd en adolescentie. Ik herinner mij niet dat er over Dossin gesproken werd tijdens de lessen geschiedenis of levensbeschouwing. Het was in de jaren ’60 geen hot topic om te praten over de Holocaust, collaboratie en weerstand het lag nog te gevoelig, het verraad en het meeheulen met de SS was bij velen nog niet verteerd.
Het is ook de grote verdienste van Maurice De Wilde die er gedurende 20 jaar zijn levenswerk van maakte om via zijn televisiereeksen over de Belgische collaboratie dat die wansmakelijke samenwerking met een vernietigingsregime bekend werd aan het grote publiek. Deze genocide mag niet vergeten worden. In 1942 kreeg de Dossin kazerne zijn geheel eigen lugubere plek in deze, hallucinant omdat Dossin uitgekozen werd als Sammellagern, verzamelkamp voor Joden en Roma. De centrale ligging tussen Antwerpen en Brussel waar de meeste Joden woonden, de beslotenheid van het gebouw én de spoorlijn naast de kazerne maakten dit een ‘toplocatie’ voor de deportatie van 25.247 joden en 354 Roma naar de vernietigingskampen Auschwitz-Birkenau. Als je weet dat tweederden van de gedeporteerden onmiddellijk bij aankomst vergast werden komt het woord hallucinant terug. Bij de bevrijding waren er nog maar 1395 in leven. Zover de cijfers.
Pieter Serrien & Eva Fastag doen meer, zij geven er een gezicht aan. Maken het herkenbaar en de niet ver-van-mijn-bed show. Dit boek lees je niet voor je plezier maar om te weten, te begrijpen al kan ik dat nog steeds niet. Pieter Serrien reisde hiervoor naar Israël om er de unieke getuigenis van deze 102-jarige op te tekenen. Hij doet dit accuraat en onbevangen, het is meteen de kracht van dit boek. Hij laat Eva Fastag vertellen, menselijk en eenvoudig gesteund op haar herinneringen en archiefmateriaal om nadien telkens haar verhaal historisch te kaderen. De beelden van dit archiefmateriaal worden tussen de hoofdstukken in meegegeven en zorgen voor nog meer slagkracht.
Dit alles leest zo vlot, verraderlijk vlot zelfs waardoor je nauwelijks merkt in welk een gruwel je bent verzeild. Maar terwijl je leest groeit het onbehagen omdat het de meest donkere kant van het individu blootlegt, eigen profijt trekken op zorgvuldig georkestreerde en gekozen verschoppelingen, het botvieren van leedvermaak en machtsvertoon, zinloos geweld als normaliteit aanvaarden. Wie dit leest zal gauw parallellen trekken naar onze hedendaagse politieke teneur, ik word er niet vrolijker van.
Om het hele verhaal te vervolledigen is er achteraan nog een tijdlijn opgenomen en worden alle personages van de Hexenstalle (de benaming door de bezetters van Dossin voor de slaapzaal van de vrouwen), het mannelijke Joodse werkvolk, de Duitsers en de Vlaamse collaborateurs opgesomd. Collaborateurs die duizenden onschuldigen naar de dood stuurden en meestal begin jaren ’60 vrijkwamen, hallucinant.
Jan Stevens, redacteur boekensite.gent