Onder een bloedrode hemel
Chris Fabry’s ‘Onder een bloedrode hemel’ is een meeslepende roman over menselijk drama en een zorgvuldig bewaard geheim.
In een mijnwerkersdorp groeien de meisjes Ruby en Bean samen op, zonder enig besef van de onvrede in het dorp en de tragedie die hen voor altijd zal scheiden. Jaren later klopt er plots een verslaggever bij Ruby aan met vragen over het bloedbad van 1933 en wordt ze geconfronteerd met de herinneringen aan die vreselijke dag. Ze gaat terug naar het dorp, waar nu een nieuwe crisis dreigt en alleen het geheim dat ze al die jaren zorgvuldig heeft bewaard verschil kan maken.
Chris Fabry heeft al vele boeken op zijn naam staan en heeft met vijf van zijn romans de Christy Award gewonnen.
Het verhaal begint in ’33 in een stadje, Beulah Mountain in West Virginia, meer bepaald op de zuidwestelijke steenkoolvelden. Je hebt er de ‘mijneigenaars’ en de ‘mijnwerkers,’ twee totaal verschillende sociale klassen. In de zomer van ’33 ontmoeten daar twee meisjes elkaar, Ruby en Bean. Ruby is er pas komen wonen en is de dochter van een mijneigenaar, Bean is een mijnwerkersdochter, ze worden direct boezemvriendinnen. Deze vriendschap eindigt echter als er een tragedie plaatsvindt, in het najaar ’33. Deze tragedie en bloedbad is het gevolg van de opkomst van de vakbonden die voor veel spanning zorgt. De vader van bean is werkloos door een werkongeval en is meestal dronken en gewelddadig. Ruby’s vader, mijneigenaar wil het wel goed doen voor zijn werknemers maar de tegenwerking van ‘andere’ belanghebbenden is erg groot. Met als gevolg dat Jacob Hanley zijn dochter Ruby naar een veiliger plek wil brengen, een kostschool.
Maar door een simpele treinvertraging raken Bean en Ruby compleet in dat bloedbad verzeild.
Na die feiten springt het boek naar 2004, het wordt afwisselend verteld van kort voor de gebeurtenissen in ‘33 en de terugtocht 2004 die Ruby maakt.
In 2004 woont Ruby, inmiddels vierentachtig, in Kentucky. Ze heeft er twee volwassen kinderen Frances en Jerry die zich zorgen maken over hun moeder die nog zelfstandig woont en nog met de auto rijdt. Door die strubbelingen en een tekst die ze hoorde opde radio van dominee Franklin Brown over ‘vergeving’ vertrekt Ruby in een opwelling terug naar Beulah Mountain. Het historische genootschap aldaar heeft van de toenmalige bedrijfswinkel een museum gemaakt. Deze vroegere bedrijfswinkel had als doel de mijnwerkers en hun gezinnen te voorzien van allerlei zaken zoals kledij, eten e.d.
De tocht van Ruby verloopt niet vlekkeloos, ze komt zelfs ernstig in de problemen met jong geboefte. Door ‘toeval’ wordt zij gered door een inwoner van Beulah Mountain. Daar kruist haar pad zich met verschillende inwoners zoals Hollis Beasly die onder zware druk twijfelt om toch zijn ‘berg’ te verkopen aan de onderneming: “ Coleman Coal & Energy.” Hij heeft een kleindochter Charlotte die journalsite is en die zaken onderzoekt die het daglicht niet mogen zien in het museum, over de fameuze Eusabonnen en wat er op de tweede verdieping van de bedrijfswinkel gebeurde. Daarnaast komen er nog veel zijpersonages aan bod die het verhaal verder verrijken.
Het was voor het eerst dat ik een ‘Christelijke roman’ las van de Kokboekenuitgeverij. Het boek is inderdaad wel doorspekt met Jezus, God, de kerk, psalmen en radiodominees. Benieuwd of dat in andere uitgaven ook zo zal zijn.
Lut Delanghe