Moffenmeiden

auteur: 
Rianne Oosterom
ISBN nummer: 
9789029091862
uitgeverij: 
Meulenhoff Boekerij
Body: 

Moffenmeiden.jpgHistorica Rianne Oosterom deed diepgravend onderzoek naar een van de laatste taboes uit de Tweede Wereldoorlog In de dagen vlak na de bevrijding, wanneer Nederland bijkomt van vijf lange oorlogsjaren, worden meisjes die omgingen met Duitse soldaten door een uitgelaten menigte kaalgeschoren of kaalgeknipt. Waarom gebeurt dit? En wie doen eraan mee? In een reis door Nederland spreekt Rianne Oosterom met ooggetuigen, spit archieven door en ontdekt het laatste slagveld van de Tweede Wereldoorlog. Door ‘moffenmeiden’ kaal te knippen, maakte Nederland zich vrij van vreemde smetten. Oosterom beschrijft het kaalknippen vanuit drie perspectieven: de meisjes, de daders én de omstanders. Zo zag een jonge jongen zijn moeder tot zijn schaamte de schaar hanteren, omstanders stonden er vrolijk joelend bij. Met haar speciale aanpak zoekt Oosterom naar antwoorden: waar komt het gebruik van het kaalknippen vandaan? Wat was het doel? Gebeurde het overal in Nederland? Moffenmeiden is een meeslepende geschiedenis van een van de laatste taboes van de Tweede Wereldoorlog.

Laat me deze bespreking eens beginnen met het intrappen van een open deur: oorlog maakt zowel het beste als het slechtste wakker in de mens. Dat beste zien we dezer dagen nagenoeg dagelijks op de tv en in de geschreven pers, nu het exact 75 jaar geleden is dat D-Day zich voltrok op de stranden van Normandië. Het moet een enorme hoeveelheid moed en volharding kosten om uit een gepantserd amfibievoertuig te springen, recht het spervuur in van een vijand die geduldig ligt te wachten op de eerste soldaat die zijn veilige beschutting verlaat. Zien dat je wapenbroeders genadeloos worden afgeslacht en toch springen, misschien is dat wel een definitie van stoutmoedigheid. Over het slechtste dat een oorlog in mensen kan losmaken zijn intussen, geheel terecht, bibliotheken volgeschreven. Gaande van verraad en bloedige repercussie, via collaboratie tot en met de uitroeiingskampen, de mens in oorlogstijd is niet meteen een wezen waar je met veel sympathie en empathie naar kijkt. De getuigenissen van de slachtoffers, mensen die al dan niet bewust tegenover de onderdrukker stonden, zijn maar al te vaak ijselijk en beangstigend. 

Soms worden daders slachtoffers. Zoals na de Tweede Wereldoorlog het geval was met heel wat overlopers die zich achter de vlag van de bezetter schaarden omdat ze zich identificeerden met het gedachtegoed van de bezetter. Of omdat ze hoopten dat heulen met die bezetter hun persoonlijke situatie zou verbeteren als de nood aan de man of de vrouw kwam. 

Naast deze berekenende lieden was er nog een andere groep die het na de oorlog zwaar te verduren kreeg: de meisjes en vrouwen die zich hadden afgegeven met Duitse soldaten. In haar zeer lezenswaardige boek ‘Moffenmeiden’, over soldatenliefjes, knippers en omstanders: een geschiedenis in verhalen’ besteedt de jonge Nederlandse historica en journaliste Rianne Oosterom ruime aandacht aan die ietwat onderbelichte groep van vrouwen en meisjes die kort na de oorlog het slachtoffer werden van de jarenlang opgekropte woede en frustratie van pas bevrijde burgers. Degenen die zich hadden ingelaten met de ‘vijand’, soms uit pure verliefdheid, werden na het vertrek van de Duitsers (toen en ook later ‘Moffen’ genoemd, in de 17deeeuw een scheldwoord voor Duitsers uit Westfalen, die bekend stonden als nors, boers en onfatsoenlijk, maar dat later een gold voor elke Duitser) stevig aangepakt door de buitenwacht. Woedende menigten pakten de vrouwen en meisjes die, al of niet op een kar, door dorp of stad naar een openbare plaats werden gebracht – de trappen van het gemeentehuis of een plein. Daar knipte men hun haren af ten overstaan van een doorgaans enthousiast joelende massa. Daarna smeerde iemand in heel wat gevallen hun kale hoofd in met pek zodat de ‘schande’ nog vele weken zichtbaar bleef. Dat gebeurde doorgaans verre van zachtzinnig, vaak met bloedende hoofdwonden tot gevolg.

Oosterom gaat met een aanstekelijke hardnekkigheid op zoek naar de drijfveren achter die wraakacties. Om die beweegredenen aan het licht te brengen, praat ze met slachtoffers, daders en omstanders. Ze doet dat onbevangen en met oprechte interesse voor de betrokkenen, aan welke kant van de geschiedenis ze zich ook bevonden, zonder een standpunt in te nemen, iemand terecht te wijzen of over gebeurtenissen te oordelen. Die houding maakt dat ze het vertrouwen wint van heel wat ‘moffenmeiden’ of hun familieleden, die door hun eerlijke antwoorden de gebeurtenissen uit die tijd van een belangrijke context voorzien. Dat veel van de verhalen gepaard gaan met hevige emoties, zegt niet alleen veel over het taboe dat er nog altijd rond dit onderwerp hangt, maar ook over de verregaande psychische gevolgen die deze vorm van naoorlogse repressie bij de slachtoffers heeft.

Dat er onder moffenmeiden sprake was van eigenbelang, behoeft geen betoog. Een aantal hoofdpersonen geeft dat ruiterlijk toe. Maar dat er langs de kant van de vergelding aardig wat (blinde) haat en nijd speelde – er zijn nogal wat openstaande rekeningen vereffend en de motieven van het wrekende volk waren niet steeds even onverdacht – die meermaals voortkwamen uit eenzelfde soort opportunisme, is een heikel onderwerp dat Oosterom niet schuwt. Dat die gedragingen soms leidden tot vreselijke excessen veegt ze al evenmin onder de mat. Zo staat ze uitgebreid stil bij de vreselijke moord op de 40-jarige Marie Antheunis, die in en rond haar woonplaats Axel in Zeeuws-Vlaanderen een handeltje dreef in koolzaadolie, sigaretten en allerlei andere waren die ze kon verkopen. Het maakte Marie niet uit aan wie ze haar koopwaar sleet, het ging haar puur om de verkoop. Ze had dan ook tal van Duitse soldaten onder haar klanten. Die mercantiele gesteldheid heeft haar uiteindelijk het leven gekost.

‘Moffenmeiden’, dat voortvloeide uit Oosteroms scriptie over vrouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog een relatie aangingen met Duitsers, is een heldere en leesbaar geschreven studie over schuld, onschuld, boete, willekeur, haat en wraakneming. Oosterom legt een nog immer pijnlijk ontstoken zenuw uit de geschiedenis bloot, een kwestie die de Noorse regering er eind 2018 toe aanzette excuses aan te bieden voor de behandeling die de ‘Duitse hoeren’ (tyskerpigerne) kort na de oorlog hadden moeten ondergaan. Dat Oosterom de discussie die over deze vrouwen gevoerd werd in het Noorse parlement, een discussie die later in Nederland dunnetjes werd overgedaan, levend houdt met dit boek is dan ook een grote verdienste.

Martin Overheul

prijs: 
€ 19.99