Het wit en het purper
In ‘Het wit en het purper’ beschrijft Willemijn van Dijk in krachtig proza het leven van een vrijgelatene in het Rome van de eerste eeuw na Christus, voor de lezers van Jan van Aken en Hilary Mantel. Willemijn van Dijk schreef eerder ‘Via Roma. De geschiedenis van Rome in 50 straten’ en ‘De opvolger’.
Pallas belandt op jonge leeftijd als slaaf in Rome, en na jarenlange dienst bij een rijke weduwe krijgt hij zijn vrijheid. Zijn ster stijgt tot ongekende hoogte en uiteindelijk vindt hij zijn weg naar het hof van regerend keizer Claudius. De vindingrijke Pallas ziet kans om door te dringen tot de kleine kring van adviseurs van de keizer. Zijn besluit om het gevaarlijke spel van hoge politiek aan het Julisch-Claudische hof te spelen maakt de weg naar de top van de macht vrij, maar tegen welke prijs?
‘Het wit en het purper’ is het verhaal van een van de voornaamste vrijgelatenen, die onbedoeld aan de wieg stond van het beruchte regime van keizer Nero – en daarmee van de ondergang van de dynastie.
Willemijn Van Dijk is historicus en schrijver. Eerder schreef ze Via Roma, ook over de geschiedenis van ‘Rome in 50 straten’ en ‘De Opvolger’, over het schrikbewind van Keizer Tiberius. Voor dit boek ontving ze in 2019 een projectsubsidie van het Nederlands Letterenfonds.
Het is geschreven in een romanvorm, waarbij ze de Romeinse wereld van dichtbij laat zien, personages verschijnen levensecht en historische feiten worden in hun tijd, context en op de juiste plaats toegelicht. Ze beroept zich op historische bronnen, Egyptische papyri, oude gedichten, antieke werken van Tacitus, Petronius en Suetonius’ biografieën van de keizers Tiberius, Caligula, Claudius en Nero en op werken van Plinius de Oudere en de Jongere en van Juvenalis. Een hele waslijst diepgaand studiewerk dus, waarin ontzettend veel grote namen van weleer terugkomen. Ze volgt de keizerlijke familie van Julius Caesar tot vier generaties verder met Nero, na het begin van onze tijdsrekening, met een kluwen van huwelijken, echte kinderen, adopties, kindhuwelijken, moorden en scheidingen.
Gelukkig staat er vooraan in het boek een voor zover als mogelijk inzichtelijke stamboom van de Julisch-Claudische dynastie, en helemaal achteraan een opgave ter verduidelijking over de ‘dramatis personae’.
In wezen is Marcus Antonius Pallas het hoofdpersonage. Hij overleeft de vijf generaties Keizers. Als vondeling wordt hij in Egypte op zesjarig leeftijd verkocht op de slavenmarkt en komt bij toeval terecht op de Palatijn in Rome, het landgoed van de familia Caessaris. De jonge knaap blijkt over een uitzonderlijk verstand te beschikken en wordt opgeleid tot boekhouder. Bovendien is Pallas fijnzinnig en geslepen. Hij komt in de gratie van de Keizerin te staan en zal het schoppen tot de financiële beheerder van de keizerlijke goederen en de staatskas. Hij huwt een andere slavin, bekomt vrijheid voor zijn gezin en zal de allerhoogste onderscheidingen als ambtenaar in de wacht slepen. Hij blijft vier generaties de vertrouwenspersoon naast de keizers, beheert grandioos de inkomsten en belastingen voor de keizers die ze dan op hun beurt weer verkwanselen. Pallas kan als geboren slaaf nooit de politieke positie verwerven van de hoogste senatoren en toch wordt er voor hem in Rome een standbeeld ingehuldigd.
Dit is zeker niet het gemakkelijkst te lezen boek over Rome, maar eens vertrouwd met de vele personages, functies en plaatsnamen, is het een illustere en doorluchtige roman, met een eminent verhaal over de aftakeling en decadentie van het Roomse rijk de eerste jaren na Christus. Keizers, jonge troonopvolgers, keizerinnen en de familie van de dynastie zijn verworden tot achterdochtige, spilzuchtige, moorddadige en onwerkelijke figuren die als heesters een absolute macht verwerven, wetten kopen en verkopen, senatoren, landgoederen, en koninkrijken kopen en vernietigen. Voor de Romein is het een tijd van grootse feesten, groteske gebouwen, mondaine mode, maar ook van oorlogen, hongernoden, slavernij, angst en teloorgang. In die tijden weet slaaf Pallas tot in de hoogste regionen door te dringen en een beslissende rol te spelen in het komen en gaan van intriges, schandalen en rechtszaken.
Willemijn Van Dijk heeft met ‘Het wit en het Purper’ een eersteklas historische debuutroman geschreven: beeldend, met kennis van zaken en in krachtig proza. Tot slot: Marcus Antonius Pallas weet volgens historische bronnen nog tijdens de dynastie van Keizer Nero het hof te ontvluchten en met hebben en houden, vrouw en twee kinderen uit te wijken naar een Egyptisch langgoed.
Koen E.