Vietnam - een tragedie 1945 - 1975
De Vietnamoorlog is het meest tragische conflict van na de Tweede Wereldoorlog en zorgde voor diepe verdeeldheid in de westerse wereld. De legendarische nederlaag van Frankrijk in de strijd bij Dien Bien Phu in 1954 kan als de laatste stuiptrekking van het Franse koloniale gezag in Indochina worden beschouwd en de val van Saigon in 1975 wordt alom gezien als de grootste militaire en politieke vernedering in de geschiedenis van de Verenigde Staten.
De afgelopen jaren heeft Max Hastings - die zelf als journalist verslag deed van de oorlog en de chaotische terugtocht uit Saigon meemaakte - gesproken met veteranen van alle partijen in dit conflict, en talloze Amerikaanse en Vietnamese documenten en autobiografieën bestudeerd, om dit epische verhaal over deze epische strijd te creëren. Hij beschrijft de zorgvuldig geplande militaire operatie van Dien Bien Phu, het Tet-offensief van 1968, de luchtbombardementen op Noord-Vietnam, en geeft ook een inkijk in veel minder bekende gebeurtenissen als het bloedbad van Daido, waar een bataljon van het Amerikaanse Korps Mariniers bijna werd weggevaagd, en in de buitengewone herinneringen van de strijders van Ho Chi Minh. Het boek schetst de levendige werkelijkheid van de strijd in de jungle en op de rijstvelden die aan ten minste twee miljoen mensen het leven kostte.
Veel schrijvers behandelen de oorlog als een Amerikaanse tragedie, maar voor Hastings is het bovenal een tragedie voor de inwoners van Vietnam. In blunders en wreedheden deden de Amerikanen en hun vijanden niet voor elkaar onder. Terwijl de hele wereld bekend is met het beeld van een gillende naakte meisje dat verschroeid is door de napalm, worden de talloze opengereten buiken, onthoofdingen en moorden door de communisten vergeten. De bevolking van beide voormalige Vietnams heeft met ontberingen en onderdrukking een bittere prijs betaald voor de overwinning van het Noorden. Hier vertellen ze zelf over hun ervaringen: Vietcong-strijders, zuidelijke parachutisten, barmeisjes uit Saigon en studenten uit Hanoi, evengoed als infanteristen uit South Dakota, mariniers uit Carolina en Huey-piloten uit Arkansas.
"Deze oorlogskroniek heeft als subtitel ‘een tragedie 1945-1975’ en wordt betiteld als een meesterwerk. Schrijver Max Mastings , nu 74, kan terugkijken op een imposante journalistieke carrière en een indrukwekkend geschiedkundig boekenoeuvre, met ondermeer werken over de Korea-oorlog en de Tweede Wereldoorlog. Bij dit encyclopedisch werk had hij een persoonlijke betrokkenheid. Als Brit was hij tijdens de Vietnam oorlog correspondent in de VS, hij deed zelf ook verslag vanuit Cambodja en Vietnam en vluchtte in 1975 vlak voor de inname van Saigon het land uit met een Amerikaanse helikopter.
Hastings stelt dat hij als objectieve verslaggever niet schrijft vanuit een persoonlijk perspectief. Zijn werk lijkt consequent. Met een afstandelijke blik als historicus verzamelde hij in elk geval een onvoorstelbare brede bronneninventaris over drie decennia conflict, in dit boek geordend en chronologisch toegelicht.
Volgens de auteur verdiende geen van de beide partijen de overwinning in een strijd die veel lessen voor de 21e eeuw bevat over het misbruiken van militaire kracht om het hoofd te bieden aan lastige politieke en culturele vraagstukken. Hastings heeft een schat aan persoonlijke getuigenissen van militaire leiders, van boeren, staatslieden en soldaten aan beide kanten van het front gebundeld tot een buitengewoon verzameld werk, waarin inderdaad als rode draad een onvoorstelbare ‘tragiek’ verschijnt. Een tragiek die het leven kostte aan meer dan twee miljoen mensen, en die een land, een cultuur en een volk voor vele jaren vernietigde. Een tragiek met als grondslag de erfenis van een westers koloniaal tijdperk, persoonlijke ambities van staatsleiders met verborgen agenda’s, corruptie, vermeende ideologische overmacht en grootkapitaal. Een tragiek ook die ten koste ging van hongersnoden, Stalinistische praktijken, generaties aan oorlogsslachtoffers en minachting van ontzaglijk veel mensen die werden ingezet als de meest vervangbare pionnen en die later letterlijk als kanonnenvlees in een verwoeste aarde werden vergeten.
De tragedie begint in 1954 met de legendarische nederlaag van Frankrijk in de strijd bij Dien Bien Phu. Frankrijk meende recht te blijven hebben op een koloniale uitbuiting van Indochina en dit leidde tot volksverzet. In het noordelijke armste deel van Vietnam groeide een nationaal bewustzijn. De leider was Ho Chi Minh. De geschiedenis zal Ho Chi Minh onthouden als een ascetisch intellectueel die de verpersoonlijking werd van de nationale strijd tegen het imperialistische Westen. Als enige bondgenoten kreeg Ho Chi Minh China en Rusland achter zich, ook al bleek dit voor beide landen later met grote twijfel en tegenzin. Als de Verenigde Staten het conflict opnamen in hun koude oorlogsstrategie en de rol van Frankrijk overnamen werd Indochina voor de hele wereld het droevige strijdtoneel van het communisme tegen het kapitalisme. In het zuiden installeerden de Amerikanen een overdonderende militaire macht en bestuurden ze het land met complete minachting of enig democratisch besef tegenover de Vietnamezen. In het Noorden stond een guerrillaleger met een met nietsontziende destructieve kracht, een onuitputtelijke op te offeren getalsterkte en met een vermeend volksnationaal bewustzijn. Het overleefde in mensonterende omstandigheden.
Aan de hand van een aantal kaarten in het boek worden de opeenvolgende wederzijdse veldslagen beschreven. Met ondermeer het verschrikkelijke Tet-offensief, het bloedbad in Daido, de strijd om de grenslijn, de bombardementen van de Ho Chi Minhroute, Hue, Dong Hoi, Bath Me Thuot, Vinh, Saigon, Hanoi, en eigenlijk zowat elk plattelandsdorp of kuststadje van het land. In de zijlijn van de oorlog werd bovendien de kiem gelegd voor het rode Khmerbewind in Cambodja, een grenscopy bij wijze van natuurlijke uitbreiding.
Aan de hand van persoonlijke verslagen van zowel Vietcong, Amerikaanse luchtpiloten, mariniers, plattelandsbewoners en eenvoudige stedelingen brengt Max Hastings een verschrikkelijk realistische werkelijkheid van dertig jaar oorlog tot leven. Oorlog met alle miserie en epische gevechten, gebouwd op angst voor explosieven als Claymore, torpedo’s, M-14 en M-16 geweren, granaatafvuur, stoffer en blik helikopters, luchtdoelafweer, napalm, ontbossing, lukrake vernietiging, een duistere soldatencultuur met drugs, drankmisbruik, prostitutie en corruptie, jarenlange vernietigingen van oogsten, hongersnoden en de meest misdadige uitroeiing van hele dorpen. Daarnaast reconstrueert Max Hasting in eenzelfde chronologische volgorde aan de hand van interviews, geluidsopnames en documenten de militaire en politieke leidinggevenden. Wat was de rol van de opeenvolgende ministers van buitenlandse zaken en hun presidenten in Amerika. Heel wat gezagsdragers in Amerika en Vietnam komen aan bod: Mc Namara, Kissinger, Johnson, Kennedy en later Nixon. In Vietnam speelt de rol van Ho-Chi-Minh, Le Duan en Le Duc,. En achter de schermen was ook het beleid in China en Rusland van doorslaggevende aard, met Mao en Chroesjtjov. Op het slagveld zelf vochten generaals als Westmoreland en Giap , hun commandanten en hun sneuvelende troepen om elke vierkante meter. Met onthullende vaststellingen komt uit dit samenspel van machten en destructie in werk van Hastings een verschrikkelijke droevige tragiek naar voor. . De Vietnamtragiek werd gedomineerd door verregaande vergissingen, bedroevende corruptie, persoonlijke belangen bij verkiezingen en benoemingen, belangen bij wapenleveringen, en internationaal machtsspel.
Blijkens de bevindingen van Hastings voerde het Noorden de oorlog achter gesloten deuren. Weinig tot geen nieuws voor de pers, een stoïcijns, verborgen en sober leven voor de leiders, geheimhouding van militaire manoeuvres, censuur, informatiestop en communistische intimidatie. Het gevolg waren hongersnoden, volksverhuizingen, een absoluut schrikbewind en massa’s doden. . In het zuiden leek het net omgekeerd: de pers mocht haar tent opslagen op het slagveld, zogenoemde open politieke senaatsdebatten bij de democraten in Amerika, feestelijke bevoorrading van Saigon en publiekelijke show met een marionettenpresident Thieu.
Tegenover de onverzettelijkheid van het gesloten communistische noorden met zijn onvoorstelbare onmenselijke onderdrukking en opoffering van de bevolking, groeide in Amerika het publieke verzet bij berichtgevingen over nog meer doden bij een oorlog die de kiezer hoe langer hoe minder van zichzelf beschouwde en steeds meer belastinggeld opeiste. De Amerikaanse president moest met een losgeslagen en gedemotiveerde troepenmacht van de oorlog af om het volk te behagen. De Vietcong was leeggeschoten, opgebrand maar leefde op de steun van haar communistische bondgenoten, die op hun beurt zelf al lang van diezelfde oorlog afwensten. Ook zij waren helemaal niet geïnteresseerd in verdere oplopende kosten voor hun ideologische propagandastunt. Andere plaatsen op de wereld eisten meer aandacht op.
Ter vergelijking met Afghanistan en Irak, bleken de Verenigde Staten niet bekwaam hun tijdelijke militaire successen te vertalen in duurzame vormen van bestuur, laat staan een democratisch politiek klimaat op te bouwen. Hetzelfde lot viel Vietnam vanaf 1975 te beurt. Na de val van Saigon was er niets meer over om over te nemen of om op te bouwen. Het noorden palmde het zuiden in. Alles was vernield na de terugtrekking van de Amerikaanse troepenmacht. Gevolg waren verschrikkelijke zuiveringen van alle zogenaamde kapitalisten in het land, executies en opsluiting van duizenden in zogenaamde heropvoedingskampen. Het beheer van het land kwam terecht in de handen van nieuwe socialistische leiders die al vlug vervielen in eigenwaan, nieuwe corruptie en bestuurlijke onbekwaamheid. Zij legden een bijzonder strenge partijdiscipline op ten gunste van een nieuwe socialistische elite. Voor Amerika, China en Rusland bleef enkel nog een vele jaren durende uitwisseling van krijgsgevangenen, dissidenten en oorlogskapitaal van belang. Politiek bleken noch Amerika, noch China, noch Rusland enigermate bereid om verder in Vietnam te investeren, laat staan dat ze nog enige interesse betoonden voor het achtergebleven volk of de oorlogsschade ten velde.
Ik heb vrienden die op Vietnam verliefd zijn geworden en wiens kinderen er graag werken en wonen. Zij spreken over een prachtig land, ongerept natuurschoon en een charmante bevolking. Maar wat een geschiedenis. Vandaag met een socialistisch centralistisch bestuur, waarbij het overgrote deel van de bevolking wel de deugden van de liberale economie erkent, maar even zo goed de beperkingen van het alternatief. Ondanks de natuurlijke schoonheid van de natuur blijft er nog een bittere armoede onder de boerenbevolking. Er blijkt al wat ruimte om geld te verdienen, maar nog geen ruimte voor politieke meningsuiting.
Na het lezen van dit boek van Max Hastings blijft toch het droevige gevoel hangen dat deze grote oorlog in Vietnam het gevolg blijkt van vooral ons eigen oude Westerse kolonialisme, bijgestuurd door de handelingen van één partij, namelijk de Amerikaanse.
Hastings’ besluit is dat economische macht op termijn minstens zo belangrijk zal blijken te zijn als militaire macht. De dode Noord-Vietnamese revolutionairen zouden zich omdraaien in hun graf als ze het moderne Saigon konden zien, de naam Ho Chi Minhstad is uit de gratie aan het vallen en vermoedelijk is het kwestie van tijd voordat de naam verdwijnt, net zoals Leningrad weer Sint-Petersburg noemt.
Niet eerder is het politieke en militaire verhaal van het hele conflict zo met hartverscheurende persoonlijke ervaringen tot één geheel gesmeed als in dit boek, op een manier die de lezers van Max Hastings goed kennen. Volgens de auteur verdiende geen van beide partijen de overwinning in een strijd die veel lessen voor de 21ste eeuw bevat over het misbruik van militaire kracht om het hoofd te bieden aan lastige politieke en culturele vraagstukken. Hij heeft de getuigenissen van militaire leiders en boeren, staatslieden en soldaten bijeengebracht tot een buitengewoon document."
Koen E., huisrecensent boekensite.gent