De reiziger
De reiziger is een aangrijpende roman over een joodse man, Otto Silbermann, die in 1938 weet te ontsnappen aan de pogroms van de nazi's. Met een koffer vol geld komt hij op straat te staan, maar hij kan geen kant op. Al zijn familieleden en vrienden zijn al gearresteerd of verdwenen. Silbermann probeert onzichtbaar te blijven, neemt trein na trein, in het midden van de noodtoestand. In eerste instantie gelooft hij nog dat hij naar het buitenland kan vluchten, maar zijn poging om de grens met België illegaal over te steken mislukt.
Hij vlucht van stad naar stad om aan zijn belagers te ontsnappen - van Berlijn naar Hamburg naar Dortmund naar Aken - en verblijft wekenlang in treinen, op platforms, in stationsrestaurants. Hij ontmoet vluchtelingen en nazi's, goede en slechte mensen. Hij observeert de onverschilligheid van de menigte, de compassie van enkelen. En ook zijn eigen angst.
Nooit eerder was iemand in staat zich zo direct in te leven in de sfeer van Duitsland vlak vóór de oorlog uitbrak. In de gesprekken die Silbermann voert en hoort, wordt de angstaanjagende werkelijkheid van het leven in die tijd op indrukwekkende wijze weerspiegeld. Zelfs wanneer Silbermann, gek geworden van angst, opgesloten wordt in een inrichting, blijft hij geloven in het goede van de mens.
Door de eeuwen heen zijn dictators altijd op zoek gegaan naar zondebokken die de aandacht van het volk konden afleiden van waar de despoot en zijn entourage daadwerkelijk mee bezig waren: het verkrijgen van meer geld en nog meer macht. In de late jaren dertig van de vorige eeuw vonden het toenmalige fascistische bewind in Duitsland de ideale volksvijand in het internationale jodendom dat de schuld kreeg van alles wat er in het Duitse rijk misliep. Door de slechte economische toestand waarin het land zich bevond, de groeiende ontevredenheid bij de laagopgeleide bevolking, de anti-Joodse propaganda waarmee de massa dagelijks werd bestookt en de forse morele deuk die de natie in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog had opgelopen, schoot het gif snel en gemakkelijk wortel. Met de Kristallnacht op 9 november 1938 als triestig ‘hoogtepunt’. Joden waren voordien al tweederangsburgers, vanaf dat moment waren ze nagenoeg vogelvrij.
In die omstandigheden wordt de brave Joodse zakenman Otto Silbermann, hoofdpersonage van Ulrich Alexander Boschwitz’ herontdekte roman ‘De reiziger’, op een kwade dag gedwongen om huis en have én echtgenote Elfriede achter te laten en op de vlucht te slaan voor de willekeurige toorn van de nazi’s. Het enige dat hij bij zich heeft, is een onhandige koffer vol geld. Geld waarmee hij hoopt de nodige vrijheid te kunnen kopen, zij het in de vorm van kaartjes voor treinen waarmee hij door heel Duitsland reist, op zoek naar een veilige haven. Een zoektocht die met een beetje overdrijving doet denken aan de tocht van de Joden door de woestijn, onder leiding van de profeet Mozes, op zoek naar het beloofde land Kanaän.
Daarmee begint de neergang van de aanvankelijk zeer evenwichtige en pragmatische Silberman. Vanaf dat moment glipt zijn leven als zand door zijn vingers. Zijn vertrouwen in zijn medemens – want het zou allemaal toch zo’n vaart niet lopen, die hetze tegen de Joden? – neemt zienderogen af en helt op een bepaald moment gevaarlijk over tot paranoia. Het gemis van een doodgewoon leven met al de kleinburgerlijke geneugten die een dergelijk leven te bieden heeft, de onzekerheid over de omstandigheden waarin zijn vrouw verkeert (ze is niet-Joods en is ingetrokken bij haar broer die haar alle contact met haar echtgenoot lijkt te ontzeggen) en de toenemende angst over zijn eigen toekomst ontnemen hem onophoudelijk de grond onder zijn voeten. Met elke nieuwe treinrit, met elke nieuwe ontmoeting en in elk nieuw station, met elke nieuwe beslissing om niet te blijven waar hij is maar zijn queeste naar zielenrust voor te zetten, komt hij dichter bij de waanzin. Die waanzin zit verweven in zijn drang naar telkens een nieuwe treinrit. Die aandrift verwordt tot een dwangneurose.
Boschwitz, amper 23 toen hij deze roman schreef, schildert een aandoenlijk en indrukwekkend beeld van wat de omstandigheden, in dit geval de minst gunstige die je je kunt voorstellen, met een individu kunnen doen. Hoe vrees en spanning op iemands gemoed en geest kunnen inwerken en zelfs de sterkste persoon kunnen slopen en tot krankzinnigheid kunnen leiden. Tegelijk is ‘De reiziger’ een pijnlijke vertelling over waartoe willekeur, haat, politiek opportunisme, massahysterie en misplaatste superioriteit van het ene ras boven het andere kan leiden. Over welke desastreuze gevolgen een dergelijke instelling kan hebben op een samenleving in het algemeen en een zondebok in het bijzonder. In dat licht gezien, kan dit boek zonder meer gelezen worden als een indringende en belangrijke boodschap aan latere generaties. Zonde dat een groot deel van die latere generaties zich weinig tot niets gelegen laat liggen aan dergelijke boodschappen.
Martin Overheul, redacteur beokensite.gent