Buiten mezelf
Sasha Salzmanns bejubelde roman ‘Buiten mezelf’ gaat over de vraag wie jou zegt wie je bent en over het onstilbare verlangen naar het leven zelf en de uitdagende grenzeloosheid ervan. Het verhaal is een zoektocht – naar een verdwenen broer, naar brokstukken van een familiegeschiedenis, naar houvast, naar hen die begrijpen, naar een thuis. Alissa en Anton, tweeling, zijn altijd samen. Eerst in Moskou, later in het asielzoekerscentrum in Duitsland. Nog weer later verdwijnt Anton spoorloos. Er komt een keer een ansichtkaart uit Istanbul, zonder tekst, zonder afzender. Alissa, Ali, gaat hem daar zoeken. Hoe langer ze zoekt, hoe betekenislozer de dingen lijken te worden – moedertaal, vaderland, geslacht.
Een van de mankementen in sommige debuten is dat de auteur in kwestie zich te nadrukkelijk wil bewijzen en daardoor ook te veel in dat eerste boek stopt. Te veel ontwikkelingen, te veel verhaallijnen, te veel personages, te veel psychologie. Door onvoldoende de maat te houden en bijgevolg de dosering uit het oog te verliezen, heeft het eindresultaat meer weg van een pakhuis vol hele en halve ideeën dan van een consistente roman. Alsof dat debuut per se moet inslaan met de kracht van een atoombom, waar een goed gemikte kogel meer effect sorteert. Op zich is dat best begrijpelijk, want er verschijnen jaarlijks zo gigantisch veel boeken dat je als beginnende auteur heel wat in je mars moet hebben om na een paar maanden niet te verdwijnen in de overvolle kelder van de literatuur. Je roman moet voldoende ‘impact’, wat een foeilelijk woord is dat toch, hebben anders ben je bij wijze van spreken nog voor je debuut alweer vergeten.
Gelukkig lijden de meeste debuten niet aan dat euvel, al blijf je tegen boeken aanlopen waarin de auteur het gerust met iets minder had mogen doen. ‘Buiten mezelf’ van Sasha M. Bachmann, in Duitsland juichend ontvangen en ook in België op heel wat lof getrakteerd, is wat mij betreft zo’n boek. In de kleine driehonderd pagina’s die deze roman telt, krijg je als lezer een karrevracht aan thema’s over je heen geworpen: een zoektocht naar identiteit (in die zin zou je dit boek een Bildungsroman kunnen noemen, ook hier staat de emotionele, intellectuele en morele groei van het hoofdpersonage Alissa centraal, ook zij botst met de maatschappij), een zoektocht naar een verloren wederhelft (zus zoekt tweelingbroer), een zoektocht naar een familiegeschiedenis, migratie, een botsing tussen culturen (Rusland tegenover Duitsland tegenover Turkije), de relatie tussen ouders en hun kinderen, incest die in de werkelijkheid of in de verbeelding heeft plaatsgevonden, transseksualiteit. Het is stof voor een volledige boekenkast op zich.
Alissa’s tweelingbroer Anton verdwijnt op een zekere dag spoorloos. Enige tijd later ligt er een ansichtkaart uit Istanboel in de brievenbus. Zonder adres of enige uitleg. Alissa, die zich liever Ali laat noemen, niet voor niets een naam die zowel voor meisjes als jongens kan dienen, besluit om op zoek te gaan naar haar broer. Die speurtocht mondt meteen uit in een zoektocht naar zichzelf, die haar tot aan haar Russische grootouders brengt. De stukken over Ali’s familiegeschiedenis vormen naar mijn idee een boek op zich, zo fascinerend beschrijft Salzmann dat verleden. Jammer dat deze passages slechts een onderdeel zijn van een groter geheel dat de schrijfster en de lezer, zodra Ali in Istanboel rondloopt en ze nagenoeg verdrinkt in een te onstuimige zee van indrukken (de transgendergemeenschap, een bootlading personages, eindeloze gesprekken die tot weinig leiden, discriminatie op basis van gender en ras, onderdrukte seksualiteit), vaker boven het hoofd groeit dan dat het helpt om een scherper beeld te krijgen van de emotionele en rationele ontwikkeling van een al bij al bijzonder getormenteerde protagonist.
In haar streven om zoveel mogelijk te duiden en te verklaren, haalt Salzmann aan het eind van de roman een geforceerde kunstgreep uit met broer en zus – een trucje waarop eerder in het boek al een paar keer gezinspeeld is – die het verhaal de laatste geloofwaardigheid ontneemt. Zonder die plot weg te willen geven: het boek gaat voor een aanzienlijk deel over het zoeken naar en vinden van de eigen identiteit, dus degene die dit stukje leest mag daar zelf de behoorlijk voor de hand liggende conclusies uit trekken. Voor mij was dat handigheidje te veel van het goede.
Is ‘Buiten mezelf’ dan een opeenstapeling van kommer en kwel? Nee, zeker niet. Salzmann kan schrijven en ze lijkt me verdomd goed in staat een boeiend verhaal te vertellen, dat bewijst ze met de passages die gesitueerd zijn in Rusland. Maar ze wil zó graag laten zien wat ze allemaal kan, dat ze in staat is een complexe roman op te bouwen, complexe personages te bedenken, in complexe situaties. Daardoor ademt dit debuut de geur van een oude kruidenierszaak uit: ‘Mag het ietsje meer zijn?’ Nee, dat mag niet, kruidenier. Gooi maar wat terug in de snoeptrommel.De hand van een strenge(re) redacteur had dit boek echt veel beter kunnen maken.
Martin Overheul