Zeven keer vallen acht keer opstaan

auteur: 
Naoki Higashida
ISBN nummer: 
9789029092814
uitgeverij: 
Meulenhoff
Body: 

zeven keer vallen, acht keer opstaan.jpgEen uniek inkijkje in de geest van een jonge man met autisme – met een inleiding van David Mitchell

Sinds zijn debuut Waarom ik soms op en neer spring is Naoki Higashida een internationaal fenomeen. In Zeven keer vallen, acht keer opstaan deelt hij zijn gedachten en ervaringen als een vierentwintigjarige man die leeft met een ernstige vorm van autisme. In korte en krachtige hoofdstukken beschrijft Higashida zijn herinneringen aan school, opgroeien in zijn gezin, de opwinding van reizen en de moeilijkheden van taal.

Hij neemt de lezer mee in zijn hoofd, en maakt ze bewust van de – voor ons – doodgewone dagelijkse zaken. Zijn verhalen openen een venster in de geest van een inspirerende jonge man, die elke uitdaging met vasthoudendheid en een goed humeur tegemoet treedt. Hoe vaak hij ook valt, hij staat altijd weer op.

“Autisme is onzichtbaar en heeft vele gezichten. Elke persoon met autisme is uniek. Omdat autisme zich zo verscheiden en met een verschillende intensiteit toont, bestaat er niet zoiets als typisch autistisch gedrag, maar wel vele varianten in een breed spectrum.” Zo staat het te lezen op de website van de Vlaamse Vereniging Autisme (https://www.mezelfzijn.be). Waar het brein van mensen zonder autisme de ontelbare prikkels die we krijgen filtert en enkel dat wat in een bepaalde context belangrijk is behoudt en zo een overzichtelijke werkelijkheid schept, mist het brein van iemand mét autisme die filter. Daardoor worden ze voortdurend bestookt met een overdosis informatie. “De werkelijkheid in hun hersenen ziet er dan ook helemaal anders uit.”

Om een beetje inzicht te krijgen in die andere werkelijkheid, die zoals hierboven al is aangehaald niet ‘de werkelijkheid van de autist is maar een werkelijkheid, is Zeven keer vallen, acht keer opstaanvan de 26-jarige Japanner Naoki Higashida een uitgelezen wegwijzer. Higashida maakte in 2007, hij was toen 13, furore met het boek Waarom ik soms op en neer springwaarin hij de lezer een fascinerende inkijk geeft in de denk- en leefwereld van een opgroeiende jongen voor wie taal, zowel in gesproken als geschreven vorm, een moeilijk te nemen horde bleek te zijn. Het is te danken aan een even simpel als briljant idee van een van zijn leraars – de man bedenkt een alfabetraster dat bestaat uit 46 Japanse basiskarakters van het Hiragana (een van de drie schrifttypen die tezamen het Japanse schrift vormen), Higashida wijst die aan, een medewerker schrijft ze op – en aan zijn eigen doorzettingsvermogen dat hij er gaandeweg in slaagt om met anderen te communiceren.

Dertien jaar later ligt Zeven keer vallen, acht keer opstaanin de winkel en ook dat biedt een onthullend licht op de innerlijke wereld van een autist die de adolescentie achter zich heeft gelaten en nu een volwassen man is. In 80 korte stukjes (vaak niet meer dan anderhalve bladzijde lang), een kort verhaal, een interview en een aantal gedichten krijgt de lezer de kans om door de ogen van de schrijver te kijken en met diens brein te denken. 

Voor mij, als grootvader van een kleinzoon waarbij autisme is vastgesteld, was het lezen van dit boek meermaals een aha-erlebnis. Ook mijn kleinzoon heeft een probleem met taalvorming, hij vertoont op dat vlak een achterstand ten opzichte van ‘normale’ leeftijdgenootjes. Ook hij heeft het moeilijk met het verwerken van de vele impulsen die onafgebroken op hem afkomen, ook hij moet de gebeurtenissen van de voorbije dag verwerken, bevatten en op hun plaats krijgen. Dat lukt over het algemeen vrij goed, maar verloopt ronduit problematisch als (een groot deel van) de dag afweek van de gewone dagen.

Ook de perceptie van alledaagse gebeurtenissen verloopt via een ander proces. Zo schrijft Hogashida bijvoorbeeld over iets triviaals als een regenbui. Zijn moeder hoort het geluid van vallende druppels en zegt: ‘Het regent’. Voor een autist is zo’n feitelijke vaststelling veel minder vanzelfsprekend. Voor Hogashida is een regenbui een opeenvolging van verschillende elementen waarvan de samenhang niet onduidelijk is. Hij komt in dit specifieke geval namelijk tot 12 vaststellingen en vragen. Hij hoort bijvoorbeeld geen regenbui, maar ‘duizend geluidjes van spetter-spatter-spetter-spatter’ en vraagt zich af wat dat voor geluid is. Als hij naar buiten kijkt, ziet hij de regen maar hoort aanvankelijk geen geluid meer. Als na korte tijd het geluid van de regen weer tot hem doordringt, probeert hij het begrip ‘regen’ te verbinden met het bijbehorende geluid. Als hij die verbindende kenmerken vindt, voelt hij zich ‘opgelucht en gerustgesteld’, al vraagt hij zich wel af hoe het komt dat het ineens regende terwijl het kort daarvoor nog onbewolkt was. Die vraagt maakt hem opnieuw ongerust. Als zijn moeder dan opmerkt dat het wel een heel plotselinge bui was, keert de rust terug. Al vraagt hij zich uiteindelijk toch weer af hoe zijn moeder zo snel doorhad dat het regende.

Dat soort inkijkjes in het brein van een autist (en dus niet dé autist) maakt dit boek ongemeen boeiend, ook voor mensen die in hun ruime omgeving niét in contact komen met een autismespectrumstoornis. Het zet je namelijk aan het denken over hoe je naar de wereld om je heen kijkt, hoe je dingen interpreteert en als normaal beschouwt, hoe je abstracte en concrete aangelegenheden onder woorden brengt, hoe je prikkels vrijwel automatisch klasseert als al dan niet belangrijk en dat dit eigenlijk minder vanzelfsprekend is dan we met zijn allen denken. Zeven keer vallen, acht keer opstaanis uiteraard niet voor iedereen aha-erlebnis. Maar een (lees)ervaring die het raam van een gewoon brein op een kier zet, is het wel. 

Martin Overheul

prijs: 
€ 18.99