Meisje in brand

In Meisje in brand van Claire Messud zijn Julia Robertson en Cassie Burnes al sinds de kleuterklas bevriend; een vriendschap waarin ze alles met elkaar delen. Naarmate de meisjes ouder worden, tekenen de verschillen zich af. 
Wanneer Bev, de moeder van Cassie, een nieuwe man ontmoet, wordt de toekomst van Cassie ongewisser, terwijl Julia's pad steeds duidelijkere contouren krijgt. Ze kan niet anders dan toekijken hoe Cassie, die ze ooit beter kende dan wie ook, steeds verder van haar verwijderd raakt. 
Meisje in brand van Claire Messud is een bezwerend coming-of-ageverhaal over de band tussen hartsvriendinnen.

Twee meisjes, Julia & Cassie zijn al sinds de kleuterklas hartsvriendinnen.
Cassies moeder is verpleegster in de palliatieve zorg en is een strenggelovig christen. De vader van Cassie overleed in een auto ongeval toen zij pas 11 maanden oud was. Julia komt uit een ander soort gezin, meer aanwezige en betrokken ouders. Julia’s moeder is een freelance journaliste en haar vader is tandarts met praktijk aan huis. Cassie is dikwijls bij Julia thuis als haar moeder Bev aan het werk is, zij stelt zich vaak voor dat zij en Julia echt zusjes zijn.
Het boek bestaat uit drie grote delen. Alles begint waar ze elkaar leren kennen en bevriend geraken. Ze hebben ongeveer dezelfde toekomstplannen. Julia wil dierenarts of popstar of schrijfster worden, Cassie denkt aan dierenarts, actrice of modestyliste. Om alvast wat ervaring op de te doen werken ze tijdens de zomervakantie in een dierenasiel, tenminste tot Cassie gebeten wordt door een pitbull maar dat lokte ze zelf uit. Cassie wordt gehecht en verzorgd door dokter Anders Shute die later in het boek nog een belangrijke rol zal spelen. Nu ze niet meer in het asiel werken en Cassie met een strak verbonden arm rondloopt zoeken ze nieuwe avonturen. Zo komen ze na een lange wandeling bij een vervallen huis dat ooit een gesticht was voor vrouwen. Daar ervaren ze hun nauwe band het sterkst. Julia verwoordt het als: “ Dat het voelde alsof ze één geest hadden,” ze speelden er terug zoals vroeger fantasieverhalen en Griekse mythen.
Na die vakantie vloeit het verhaal over in het tweede grote deel. Er komt een kloof in hun vriendschap. Cassie wordt een dwarse feestende puber en Julie een echte toegewijde modelleerling. Een kloof die niet meer te overbruggen lijkt te zijn.
Het hele verhaal door is Julia de ik-vertelster en wordt zij groot en grofgebouwd voorgesteld terwijl Cassie het frêle poppetje is maar wel steeds de aanzetter en durfal.
Langsheen vertellingen, soms uit de tweede hand via een vriend of zelfs uit de derde hand via ‘Cassie aan een vriend’ beland je n het derde grote deel. Dat Cassie problemen had staat buiten kijf en het loopt behoorlijk fout met haar. Zo heeft ze heel grote nood aan erkenning van haar verdriet en gemis van haar vader maar niemand neemt dit ernstig. Thuis is haar situatie onhoudbaar geworden zeker nadat haar moeder Bev iemand leert kennen.
Toch blijf je op het eind van het boek met een pak vragen zitten. Is Julia wel altijd correct en objectief geweest in wat zij vertelde? Is Cassie echt zo stoer en vanwaar die opstandigheid? En wat was er echt fout thuis bij Cassie? Vragen die je laten nadenken over dit mooie verhaal.

Een prachtig boek over vriendschap en hoe die zonder duidelijke oorzaak uit elkaar valt. Prachtig verwoordt en beschreven door Claire Messud.

Lut Delanghe