Kleine doden

Queens, New York, 1965. De mooie, levenslustige Ruth Malone is een gescheiden moeder met een baan als cocktailserveerster. Aan mannelijke aandacht heeft ze geen gebrek. Wanneer haar twee kinderen spoorloos verdwijnen en haar dochtertje gewurgd wordt teruggevonden, gonst het al snel van de verdachtmakingen. Die losbandige femme fatale heeft haar kinderen natuurlijk zelf vermoord. Is Ruth inderdaad een ontaarde moeder? Het is een vraag die de hele stad die snikhete zomer in zijn greep houdt.

Queens, New York, 1965 op een hete zondagnacht verdwijnen twee kinderen, Franky & Cindy. Dit verhaal is gebaseerd op zaak van Alice Crimmins die in de jaren ’60 beschuldigd werd van de moord op haar twee kinderen.
In ‘Kleine doden’ is Ruth, gescheiden moeder en cocktailserveerster moeder van twee jonge kinderen. Ze leeft niet echt als een doorsnee vrouw uit die jaren. Ze komt losbandig over, kleedt zich opvallend, heeft veel mannelijke aandacht, invloedrijke minaars en ze drinkt behoorlijk wat. s’ Nachts, en ook als ze eventjes ’s morgens of ’s avonds de hond uitlaat sluit ze het haakje aan de buitenkant van de kinderkamer. Toch komt er plots die ochtend dat de beide kinderen niet in hun kamer zijn als ze de deur opent. Waar ze eerst nog sympathie en medelijden krijgt volgt al snel de conclusie dat Ruth zelf achter de verdwijning zit en al helemaal als later de kinderen vermoord teruggevonden worden. Ook hier draagt Ruth zich alweer niet zoals wordt verwacht. Ze huilt niet, koopt zich nieuwe kleren en gaat verder met haar leven van drank en seks. Dit is dan ook het belangrijkste punt in het boek, ze is een vrouw die opvalt, ze is geen gewone echtgenote en moeder. Dus wordt ze letterlijk enkel om die reden veroordeeld door iedereen. Naast Ruth als hoofdpersonage verschijnen nog een aantal belangrijke personen, vnl. mannen. Haar ex-man Frank, haar minnaars Johnny Salcito & Lou Callaghan en een journalist Peter Wonicke die eerst ‘het verhaal van zijn leven’ wil schrijven maar later de enige is die nog gelooft in Ruth, zijn zoektocht wordt een obsessie. 
De hele zaak wordt opgevolgd door inspecteur Devlin die tot alles bereid is om Ruth achter tralies te krijgen. Door zijn gedrevenheid, kijkt Devlin naar geen ander spoor, geen andere mogelijkheid, geen andere verdachte. Ruth maakt dan ook geen schijn van kans op een eerlijk proces, er heerst teveel corruptie en omkoperij. Ruth wordt daarbij niet afgebeeld als de meest sympathieke vrouw, je moet zelf de neiging onderdrukken om niet negatief over haar te denken. Je blijft twijfelen. Nochtans lezen wij tezelfdertijd de andere kant van Ruth, haar wanhoop, tomeloos verdriet maar ze weigert één traan te tonen aan de buitenwereld, iets dat niet echt verduidelijkt wordt.
Aanrader voor iedereen die van een goed boek houdt, niet zozeer als thriller maar wel als een psychologische roman met een sterk neergezet hoofdkarakter.
 
Lut Delanghe