Duivels
Nihilisme, anarchisme, bruut geweld – ze spatten van elke bladzijde. Toch is Duivels geen politiek traktaat waarin de schrijver ons zijn mening opdringt, maar een veelstemmige roman die de lezer meesleurt langs de verschillende excessen van de vrije gedachte. Een Russische stad in het midden van de negentiende eeuw vormt het decor voor geestdrijverij, samenzwering, terrorisme, moord en zelfmoord. Duivels wordt bevolkt door meesterlijk getekende, onvergetelijke karakters. Geen marionetten, maar mensen van vlees en bloed. Dostojevski zorgt, als tegenwicht voor de dramatische en vaak gruwelijke verwikkelingen, voor de nodige grimmige humor.
Het werk van Dostojevski wordt nog altijd gelezen om zijn uitvoerige wijsgerige bespiegelingen en dialogen over politieke, religieuze en sociale vraagstukken. Steeds terugkerende thema’s en situaties in zijn werk zijn moord, zelfmoord, misdaad, vervreemding, eerherstel, gedramatiseerde scènes, tegenstellingen tussen goed en kwaad, tussen geloof en ongeloof, en zijn visie op de Russische samenleving. Hij schrijft gehaast en ietwat slordig met bijzonder lange volzinnen, uitgesponnen dialogen. Wel zeer direct, onomwonden, soms herhalend, maar altijd even humoristisch. Van Dostojevski wordt gezegd dat hij al schrijvende de moraalfilosofie heeft opengebroken.
Als schrijver blijft Dostojevsky bijzonder omstreden. Voor de ene schrijft hij eenvoudige naïeve romans over tranen, ruzies of kaakslagen, voor de ander die wat dieper kan zien schrijft hij humoristisch, innemend, scherpzinnig en intelligent vanuit een sociale bewogenheid die zich ook tijdens zijn leven weerspiegelde en schrijft hij met een ongewoon scherp empatisch vermogen en met profetische gaven.
Dostojevski werd geboren in Moskou in 1821 en was van adellijke afkomst, vader werkte als arts voor krankzinnigen. Hij had een zwakke gezondheid, vertoefde regelmatig in financiële armoede en schreef in een bijzonder hoog tempo om den brode. Aangestoken door de revolutiegeest van 1848 raakt hij betrokken bij revolutionaire kringen wat hem op vier jaren verbanning naar Siberië zou komen te staan. Later zal hij worden gezien als grote voorman van de Slavofielen, die zich verzetten tegen de verwestering van de Russische cultuur en de teloorgang van godsdienst en het tsaristische regime. Maar precies over zijn verheerlijking van het Russische volk en de mythische band tussen volk en staat zal hij later ook veel kritiek krijgen. Hij overleed op 9 februari 1981 in de hoofdstad Sint-Petersburg, het Russische volk was in nationale rouw.
In dezelfde inhoudelijke lijn en stijl van zijn bekendste werken ‘Misdaad en Straf’, de ‘Idioot’ en de ‘gebroeders Karamazov’ situeert zich ook deze ‘Duivels’, met als oorspronkelijke titel ‘Besy’. Wat ook in dit boek, zoals in al zijn grote werken, herhaaldelijk terugkomt is zijn literaire motief: ‘ter dood veroordeelden schijnen de nacht voor hun executie prima te slapen’.
Vele personages in dit boek refereren naar de schrijver, naar zijn herkomst en naar diens leven. De grote boosdoener en moordenaar in het boek is Fjedja, een roepnaam voor zijn eigen naam Theodor, wat ‘gave van God’ betekent. Het verhaal wordt mede door nogal wat geesteszieken gestuurd, bijvoorbeeld door ene Marja en Kirillov. Steeds komt Sint-Petersburg op de proppen, de keizerstad die de schrijver als filiaal van de hel aanzag, daar waar ook een hoofdpersonage in deze kroniek, Stepan Verchovenski, geperverteerd is geraakt. Het boek verhaalt over de laatste levensmaanden van deze Stepan. Model voor dit personage uit het echte leven staat Nikolai Spesjniev, geestesverwant van de schrijver die destijds een ondergrondse drukkerij voor politieke pamfletten beheerde.
De direct aanzet voor de kroniek in dit boek vond de schrijver in een waar gebeurde geruchtmakende zaak over de moord op een Moskouse student door een clubje revolutionairen onder leiding van ene Sergey Nietsjajev. In het boek staat Pjotre Verchovenski, zoon van, met zijn zelfingenomenheid, oppervlakkige geestelijke ontwikkeling, stuitende lompigheid en lafheid als literaire kloon voor de historische gewetenloze Netsjajev. Als losbol en gefrustreerde wereldverbeteraar organiseert Pjotr Verchovenski een ondergronds geheim politiek genootschap. Het gezelschap bestaat uit arm en rijk en telt een tiental leden waaronder ook de zeer rijke adellijke Nikolai Stravogin, die tot in de hoogste gouvernementele kringen de beste betrekkingen onderhoudt. De kleine politieke cel rond Pjotr Verchovenski leeft evenwel van achterklap, tegenstrijdigheden, van vuile insinuaties, pseudo intellectualistische praat, gespletenheid, verdachtmakingen en complottheorieën. Ze plegen in hun voortvarendheid een waanzinnig duivelse actie die in zijn naïviteit en domheid aan de grondslag ligt van een reeks chaotische, noodlottige, hysterische en vernietigende gebeurtenissen. Vernietigend voor zowat alle personages in deze kroniek, maar evenzeer ook fataal voor een plaatselijke arbeiderswijk en voor de lokale bestuurlijke orde.
Dostojevski maakt in deze Duivels een angstaanjagende profetische analyse van de toenmalige Russische maatschappij. Na de revolutie van 1917 in Rusland en de daarop volgende staatsgreep zou zijn gelijk schrijnend bewaarheid worden.
Het andere grote thema, in dit overigens zeer lijvige boek is ongetwijfeld het bestaan van God. Hier is de protagonist het personage Nikolai Stravogin. De naam Stravogin verwijst naar het Griekse stauros, wat kruis betekent. Nikolai is zijn hele leven alleen onfortuinlijk met zichzelf bezig en met God. Hij zoekt het lijden door God uit te dagen.
Duivels is een zwarte, pessimistische roman. Tegelijkertijd is het ook een heel komisch boek. Het is de zwarte humor van de middeleeuwen, het schilderij van Jeroen Bosch. Het is de kroniek van allemaal duivels die de revue passeren, die zich bij de neus laten nemen en er slechts op uit zijn de medemens een loer te draaien. Duivels is de Lof der Zotheid, maar dan op zijn Russisch.
Koen Elsen