Zwart water
Hij is geboren in een jappenkamp als Nicolaas den Herder, oudste zoon van een Indonesisch-Nederlands echtpaar, en begint zijn leven zonder thuis en veiligheid. Na omzwervingen door de Verenigde Staten, waar zijn moeder hem mee naartoe neemt om daar een nieuw leven te beginnen en later door het Nederland dat hij alleen van verhalen kent, ontfermt een mysterieuze organisatie uit Amsterdam – het Instituut – zich over de zoekende jongeman. Hoewel iedereen hem kent als financieel analist, werkt Harper in werkelijkheid als spion en huurling, en speelt zijn leven zich in de schaduw af. Vanwege zijn Indonesische uiterlijk stuurt het Instituut hem naar Indonesië, eerst tijdens de massaslachtingen van communisten in 1965 en daarna nog een keer tijdens de militaire dictatuur die op de moorden volgt. Hij wordt gedwongen om een pion te zijn in een spel waarvan de regels van dag tot dag lijken te veranderen.
John Harper is een man die wacht om te sterven. Elke nacht wacht hij op de mannen met machetes waarvan hij gelooft dat ze hem komen vermoorden. De vraag die we als lezer hebben is natuurlijk 'maar waarom'? Waarom brengt een man zijn dagen door in een kleine hut in het midden van nergens op Bali? Waarom vermijdt hij mensen zo veel als hij kan, en lijkt hij meteen achterdochtig over iemand die hij weleens ontmoet? Waarom zouden mensen hem willen vermoorden? Wat deed hij in vredesnaam? Dit zijn slechts enkele van de mysteries die diep in het hart van het boek verstoken zitten.
Johns’ situatie verandert enigszins wanneer hij op een reis naar de nabijgelegen stad Rita ontmoet en na de nacht samen met haar te hebben doorgebracht, begint Harper terug te kijken naar hoe hij in deze situatie terecht is gekomen; paranoïde, geïsoleerd, afstandelijk.
We krijgen het verhaal van iemands leven, over zijn moeilijke geboorte, letterlijk - het is echt traumatisch, dan over zijn ongewone opvoeding en zijn uiteindelijke rol in de Jakarta-rellen in de jaren zestig en het effect dat het daarna op zijn leven heeft, en over de fouten die hij in zijn carrière heeft gemaakt. We krijgen al deze informatie met horten en stoten aangeleverd. Het is pas aan het einde van het boek dat we te weten komen wat er werkelijk speelt bij de onzekere oud-spion Harper.
Ik had eerder geen idee wat er in 1965 in Jakarta is gebeurd en was dan geschokt over de manier waarin de communisten werden opgejaagd, mensen levend werden verbrand en familieleden gemarteld en gedood.
Doughty slaagt erin om inzicht te geven in de gezichtspunten aan beide kanten van de communistische kloof, en ze bespreekt ook hoe vrienden en buren zich tot vijanden kunnen ontpoppen om daarmee hun eigen leven te redden. Hoe moet je daar naderhand mee verder leven, wetende dat je ten koste van andere mensenlevens je eigen gezin gered hebt? Moreel gezien moet het enorm zwaar zijn.
“Zwart water” is een heel huiveringwekkend en spannend boek, maar heeft tegelijkertijd ook een zeer sterke politieke basis. Het is niet bepaald een actievolle thriller, maar de morele boodschappen die erin verweven zijn, komen sterk naar voren, en ik zou dit boek dan ook aanraden aan die lezers die geïnteresseerd zijn in politiek en geschiedenis.
Sonja Vanderhaegen