Een zucht een schim
Geschiedenisdocent Marc-Edouard Peiresoles is geobsedeerd door een gruwelijke gebeurtenis uit zijn jeugd. Drie tieners werden op een zomernacht op een beestachtige manier vermoord. De vermeende moordenaar zit vast, maar zijn schuld in de zaak is nooit bewezen. Als Marc-Edouard via een journalist een uitgebreid dossier over de zaak krijgt, besluit hij de moordzaak opnieuw uit te zoeken. Om de slachtoffers recht te doen, en om zijn eigen angsttrauma het hoofd te bieden. Hij verplaatst zich nauwgezet in de slachtoffers en de moordenaar. Een werkwijze met ongekende gevolgen…
Deze ‘derde roman’ van Christian Carayon wordt als thriller op de markt gebracht. Er worden dan ook moorden gepleegd en een heel spannend einde.
We maken kennis met Marc Eduard Peiresoles, een kunsthistoricus verbonden aan de universiteit van Toulouse. Hij woonde tijdens zijn jeugd in Valéderieu, waarin1980 drie tieners op zéér brute wijze vermoord werden. Op het moment dat we Marc Eduard leren kennen zit hij ondanks zijn vrij jonge leeftijd van 45 jaar op zijn werk in een diepe crisis, het boeit hem niet meer. Hij kende nochtans gloriedagen met zijn boek “Frankrijk, ziek van oorlog.” Het werd zijn hoogtepunt maar dat keerde zich tegen hem, veel van zijn collega’s gunden hem dit succes niet. Door jaloezie en de pikorde op de universiteit leeft hij nu met een gevoel van middelmatigheid. Deze situatie verbetert niet als zijn angststoornis weer heftig de kop opsteekt. Hij gaat tenslotte naar een psycholoog die hem aanraadt om dieper te graven in wat zijn kinderangsten in een impasse bracht, namelijk de drie moorden in Basse-Misère op het eilandje Bas-Obsurs. Hij bleef er zelf altijd van overtuigd: “Mij is daar niets overkomen.”
Deze opdracht combineert hij met zijn werk en dient naar aanleiding van de honderdste herdenking van WO I de titel van: “ De mémoires van angst. Van de Grote Oorlog tot de zaak Basse-Misère, de Monts d’Auban tegenover hun trauma’s.”
Marc Eduard gaat daarvoor zelfs terug in Valédrieu wonen, in zijn ouderlijke woning. Hij doet dit niet enkel voor zijn eigen traumatische angst maar ook om de slachtoffers recht te doen. Er is weliswaar iemand opgepakt voor die moorden maar zijn schuld is nooit echt bewezen.
Alles speelde zich af de “ Club Crozes,” club van een paar rijke invloedrijke families. Een paar keer per jaar geven ze feesten maar hét feest is dat in augustus. Iedereen van de club wil erbij zijn, ook de kinderen. Op het einde van de dag willen vier van die kinderen overnachten op het eilandje vlakbij Bas-Obsurs. De volgende morgen worden drie ervan vermoord teruggevonden, één overleefde het maar na 2 weken coma kan er niet echt gesproken worden van ‘ontwaken,’ zij heeft nooit meer een normaal leven. Marc Edouard leert tijdens zijn opzoekwerk een oud-journalist kennen die zijn hele leven bezig was aan die zaak. Hij is stervende en geeft alle dossiers en foto’s aan Marc Eduard. Marc Eduard gaat echter nog verder en wil zich inleven in deze zaak, in alle betrokkenen, slachtoffers en de moordenaar. Het wordt een moeilijke zoektocht met veel tegenwerking maar gaandeweg komt hij dichter bij de waarheid, met alle gevolgen van dien. Hij leert wat het effect is van een zwaar trauma op een gemeenschap.
Het is een heftig maar prachtig geschreven verhaal met veel oog voor details en personages. Ik moet er eerlijk bij vermelden dat ik wel een beetje een startprobleem had. Ik geraakte nauwelijks de eerste 50 pagina’s door. Maar daarna had dit boek mij wel goed te pakken.
Lut Delanghe