Puur India
In haar eerste boek Made in India liet Meera Sodha ons al kennismaken met een frisse en verrassend maakbare kant van Indiaas eten. In Puur India laat zij eens te meer zien dat deze keuken allesbehalve bewerkelijk en ingewikkeld hoeft te zijn. De 130 recepten in dit boek zijn stuk voor stuk gebaseerd op groente, barsten van de smaken en zijn eenvoudig thuis te maken met makkelijk verkrijgbare ingrediënten.
Puur India bevat bekende gerechten als dals en curry’s, maar ook verbluffende recepten als kebab van rode biet en paneer, bloemkoolkorma en samosa’s met paddenstoelen en walnoten. Je hoeft beslist geen vegetariër te zijn om dit boek te waarderen: iedereen die graag meer groente eet en op zoek is naar heerlijke, moderne Indiase gerechten is bij Meera aan het goede adres.
Over de auteur:
Meera Sodha woont, schrijft en kookt in Londen. Haar eerste kookboek Made in India, waarin ze de recepten van haar moeder en haar voorouders verzamelde, werd meteen een succes. Met Puur Indiadoet zij recht aan de eeuwenoude vegetarische traditie van Gujarat, waar haar familie vandaan komt.
Iedereen mag het weten, ik ben terug opa van ons zesde kleinkind met die prachtige naam: “Briek.” En wat kan je dan best doen om die jonge ouders te ondersteunen in de dagen na de bevalling? Juist “Kraamkost.”
Een mooi begrip, zeker als je zelf graag aan het fornuis staat en wel houdt van wat experimenteren. Veel inspiratie haalde ik uit: “ Puur India, 130 vegetarische recepten voor elke dag – Meera Sodha,” en laten het nou net vegetariërs zijn. Zelf kook ik ook liefst vegetarisch, ’t plaatje klopt dus.
Puur India is een kookboek zoals ze allen zouden moeten zijn passie & techniek die je uitdagen. Het mooie voorwoord heeft al onmiddellijk aan dat elk recept zijn eigen verhaal heeft. Niettegenstaande Meera, afkomstig uit Gujarat in Engeland woont, praat zij, denkt zij en eet zij nog als een echte Gujarati. Deze deelstaat ligt aan de westkust van India en heeft een grote stempel gedrukt op de Indiase eetcultuur. Zij beschrijft er even de oorsprong van het vegetarisme van miljoenen hindoes, bondig maar passioneel. Net zoals ik het zelf ervaar geeft zij aan dat koken zonder vlees zijn beperkingen heeft maar dat dit nu net de uitdaging kan zijn tot een smaakvolle ontdekkingstocht. Zo wordt er in Gurujarat gekookt: creatief, vers en altijd met groente als belangrijkste ingrediënt.
Het boek is een echte inspiratiebron om vegetarisch aan de slag te gaan in de Indische sferen. Het zal een boek zijn dat nog dikwijls zal opengeslagen worden. Het is er ook voor gemaakt, getuige zijn de maar liefst drie aanwezige inhoudstabellen, één chronologisch in hoofdstukken, een alternatieve indeling zoals :”Perfect voor beginners; Doordeweekse gerechten; voor in het weekend, voor in de broodtrommel, uit voorraadkast; grote porties of voor in de vriezer & uit de moestuin,” en dan nog eens een indeling op basis van de seizoenen. Nadien volgt nog een pagina over nuttige maten en gewichten, hoe je het boek gebruikt met aandacht voor gluten, zuivel en veganistisch en 10 tips voor meer succes waarbij tip 10 toch wel erg belangrijk is: “Deel je gerechten, Er gaat niets boven eten aan een tafel vol vrienden in je eigen huis.”
Het eerste deel laat je kennismaken met voorgerechten en snacks met de markante opmerking dat Indiase kinderen nooit te horen krijgen dat tussen de maaltijden door snacks uit den boze zijn. Logisch, als alles vers en voor je neus wordt klaargemaakt. Ook hier wordt je vooraf getrakteerd op een pagina India in een heel vlot te lezen schrijfstijl. Elke hap/snack wordt vermeld in de Nederlandse taal met de Indische benaming tussen haakjes, een korte informatieve tekst over de oorsprong of een bijzonderheid, de ingrediëntenlijst, de bereidingswijze en of het glutenvrij, zuivelvrij of veganistisch is. Dit stramien komt bij elk gerecht voor. De Shami kebabs van rode biet (chukanda ke kebab) die zijn oorsprong vindt bij een tandeloze Mogolheerser (wat een leuk verhaal) staat binnenkort op mijn verlang-lijstje. Delicate kebabs van rode biet vanbuiten goed knapperig en vanbinnen lekker smeuïg. Haal maar alvast gemberwortel, garam masala, koriander en kikkererwtenmeel in huis. Je zal die ingrediënten eten meer dan eens nodig hebben. Geen al te specifieke zaken.
Hoe meer ik doorheen dit boek blader, hoe groter mijn inspiratie wordt. Ik had eerder al eens zelf panir gemaakt en toen ik op p.128 de foto van “ Matar Paneer nieuwe stijl,“ zag en de resten van de voorbije kookdagen doorheen mijn hoofd schoten kreeg mijn ‘kraamkost’ voor vandaag vorm. Na de ingrediëntenlijst even te hebben doorlopen was het voor mij alleen nog een zaak om even af te stappen van de tomatensaus, die was de vorige keer al aan bod gekomen. Sperziebonen, groene asperges, nog wat rijst en erwten stonden reeds klaargemaakt in de koelkast. Kwestie van wat ui aan te stoven en een blikje kokosmelk open te trekken. De garam masala en de kurkuma maken sowieso deel uit van mijn kruidenkast. In plaats van een getomateerde saus werd het een currysaus. En ja, die panir? Daar heb je slechts 2 liter volle melk en citroen voor nodig. Op pagina 286 staat haarfijn uitgelegd hoe je dit maakt, samen met nog veel ander recepten voor ghee, boter, garam masala, chaat masala enz. Handig zo’n deel: “Maak het zelf & Indiase huismiddeltjes.”
Los van al die heerlijke vegetarische gerechten worden ook nog rijst, brood, peulvruchten, pickles, chutneys & raita’s besproken.
Ach, ik zei het al eerder ik zal dit boek nog dikwijls doorbladeren om gerechten uit klaar te maken, inspiratie op te doen of side dishes te maken of zomaar gewoon voor de leuke opmaak in die typische Indiase kleuren en illustraties.
Heerlijk boek!
Jan Stevens