Het huis van de namen
Klytaimnestra heeft veel moeten doorstaan. Haar man heeft haar kind, haar mooie oudste dochter, geofferd aan de goden, en zij heeft hem niet kunnen tegenhouden. Hoe kan ze dit ooit te boven komen? En hoe zullen haar andere twee kinderen reageren op deze ontwrichtende gebeurtenis? Eén ding neemt ze zich voor: haar man zal dit met de dood moeten bekopen.
Ik heb het boek al enige weken uit maar kwam er tot op heden nog niet toe om mijn gedachten hierover neer te pennen. Dit is meestal een goed teken want dat wil zeggen dat het nog een tijd blijft nazinderen. Ook hier was dit zo. Dit was het eerste boek dat ik las van Colm Tóibín, het schijnt dat geesten een steeds terugkerende verschijnsel zijn in zijn boeken. De dood is hier terug alom aanwezig. En niet in zijn meest minzame vorm. De openingszin liegt er alvast niet om: “ Ik ben vertrouwd met de geur van de dood,” het is Klytaimnestra, de vrouw van Agamemnon, koning en aanvoerder van een groot leger. Hun drie kinderen Iphigena, Orestes en Elektra die elk in het verhaal hun rol zullen spelen. Het zijn de gekende personages van toneelstukken uit de Grieks mythologie. Mocht dat iemand meteen afschrikken, niet nodig hoor, ook ik heb niet direct een klassieke opleiding maar dit leest vlot, je blijft doorlezen uit verwondering.
Deze openingszin is belangrijk want zij zegt niet waarom en wie er gestorven is. Maar feit is dat de geur van bloed en afstervend vlees doorheen het boek zweeft. Geen expliciete gruwel maar eerder gewoon, het hoort erbij.
Via tijdsprongen en wisselende perspectieven ontdek je hoe dit zover is kunnen komen. Agamemnon wacht met zijn leger op een gunstige wind om met zijn oorlogsvloot uit te kunnen varen richting Troje. Die wind wil niet komen en hij offert zijn eigen dochter Iphigenia aan de goden. Onder een voorwendsel lokt hij zijn vrouw en haar dochter naar zijn kamp, waar zij onwetend toekomen in de gedachte dat zij zal kunnen trouwen met Achilles. Er ontwikkelt zich een prachtige tragedie waarin blind machtsmisbruik en onderwerping de drijfveren worden.
Angst en verwarring maar ook wraak steken de kop op en Orestes wordt in veiligheid gesteld door hem te laten verdwijnen met enkele ongure types die hun woord niet houden en hem opsluiten in een verdorven plek samen met andere jongens. Orestes die totaal geen weet heeft van wat er zich afspeelde kan samen met twee kompanen ontsnappen en dan start er een prachtige roadtrip, uiteraard niet gemotoriseerd maar stapvoets waarbij het gevaar uit veel hoeken kan komen. Dit is een deel over de sterkte van vriendschap en vertrouwen, mooi maar ook meedogenloos. Het verloop van Orestes wordt beschreven in tegenstelling tot de moeder en de zusters waar de ik-vorm gehanteerd wordt. Het is een systeem dat werkt want zo blijf je nooit zeker over de ik-personages en hun drijfveren terwijl Orestes een speelbal van het lot wordt. Hij blijft het hoofdpersonage waar alles om heen draait. Hij is de enige die onwetend naar de waarheid zoekt tegenover de anderen die de waarheid graag naar hun hand zetten. Je raakt tijdens het lezen in een soort van verbijstering die jou steeds maar sneller wil laten vooruitkomen want er ziet snelheid in dat boek maar geef daar zeker niet aan toe want dan zal er je veel van die prachtige taal ontsnappen.
Het boek beslaat veel jaren, veel doden en naar onze hedendaagse normen veel ongepast geweld en machtsmisbruik alhoewel dit eigenlijk wel van alle tijden is. Niettegenstaande dit een verhaal is dat zich afspeelt ver voor Christus lijkt het door de sobere beschrijvingen en de specifieke persoonsgerichtheid toch tijdloos.
Raar, maar toch bleef ik na de magistrale goed opgebouwde laatste hoofdstukken op het eind op mijn honger zitten. “Is het dat nu?” vroeg ik mij af. “Is het nu gedaan?”
’t Was alsof ik een klap kreeg en plots terug in de werkelijkheid zat. Misschien is dit een goed teken?
Jan Stevens