Waarom bestaan er zoveel blote mensen in de kunst?

Bestaan er ook lelijke beelden? Waarom is kunst zo duur? Hangt dit niet op z’n kop? Waarom ligt er allemaal fruit? Dit is toch niet af? Waarom zijn er zoveel blote mensen in de kunst?
Kinderen kunnen de mooiste vragen stellen, waardoor ook volwassenen met nieuwe ogen naar kunst gaan kijken. In dit schitterende boek maken we een kunstreis door de tijd – en komen we langs honderden beroemde kunstwerken. Aan de hand van de vraag ‘Waarom is alles zo vaag?’ wordt het impressionisme uitgelegd. Abstracte kunst komt aan de orde bij de vraag ‘Wat stelt het voor?’. En die blote mensen uit de titel komen onder meer langs in de oude Griekse kunst.
Elk aspect van kunst dat onder de loep wordt genomen, wordt extra bijzonder door de vragen die erbij gesteld én beantwoord worden. ‘Hoe maak je kunst eng?’ wordt gevraagd bij De Schreeuw van Munch. Het antwoord lees je zelf maar!
Waarom zijn er zoveel blote mensen in de kunst? is de vrolijkst denkbare introductie in de kunstwereld voor jong en oud. Een onmisbaar boek voor iedereen die kennis wil maken met kunst – of die denkt dat hij alles al weet, en die door dit boek zijn mening zal moeten herzien.

‘t Blijft moeilijk hoor, kinderen & kunst. Hoe moet je ze leren kijken? Wanneer is iets echt kunst? Ze kijken erg rationeel en het is dan meteen de taak van de begeleider, leerkracht, ouder om hen hierover te laten nadenken. Vragen zijn er genoeg. Dit boek speelt daar handig op in, slaagt erin om deze toch wel moeilijke materie leerrijk maar vooral boeiend te maken. De keuze van de titel geeft het al direct aan, daar willen ze echt wel meer over weten.
Elk hoofdstuk start met een vraag, er zijn er 21 en denk nu niet dat dit kinderachtige vraagjes zijn. Ik ben ervan overtuigd dat ook wijzelf ons die vragen soms wel stellen. Bij elke gestelde vraag wordt in bondige tekststukjes afgewisseld met illustraties het antwoord verwoord. De tekststukjes zijn bevattelijk en in een vrolijk opmaak gegoten die echt uitnodigt om verder te lezen. Hier en daar worden al vragen die later gesteld worden gelinkt aan het onderwerp waardoor je dit boek al bladerend leert te gebruiken. Alles is erg grappig voorgesteld met steeds weerkerende Picasso-figuurtjes.
Helemaal op het einde van het boek vind je een woordenlijst met de belangrijkste kunstbegrippen uitgelegd, een register met de belangrijke namen en een lijst van illustraties waarin gedetailleerde informatie (zoals afmetingen, gebruikte materialen, waar het tentoongesteld is) over de kunstwerken terug te vinden is.
Project over kunst in de klas? Haal dit er maar gauw bij.
 
Jan Stevens