De stalkster
Orpheus mocht zijn gestorven vrouw Eurydice uit de onderwereld wegvoeren, terug naar het leven, op voorwaarde dat hij tijdens die tocht niet over zijn schouder naar haar zou omkijken. Hij kon de verleiding niet weerstaan – en verloor haar voor eeuwig.
Dat is de mythe. Maar is het in onze werkelijkheid bij hoge uitzondering ook mogelijk om een gestorven geliefde uit de dood terug te halen? Elsemijn is, op het krankzinnige af, ontroostbaar na de moord op haar grote liefde Binck. Dat hij orgaandonor blijkt, en zijn nog warme lichaam wordt ‘leeggeroofd’, brengt Elsemijn op een wanhopig idee. De realisering van haar plan grenst aan het onmogelijke – maar haar verlangen is te overweldigend om de hartverscheurende poging niet te wagen.
Mirjam Rotenstreich schreef dit boek over het niet kunnen omgaan met immens verdriet bij het verlies van en geliefde. Eerder schreef ze al “ Verloren mensen,” om het verlies van haar eigen zoon Tonio te verwerken. Zij is de echtgenote van auteur A.F.TR. van de Heijden die zelf het boek ”Tonio“ schreef.
Elsemijn, het hoofdpersonage had een moeilijke jeugd, weinig of geen liefde van beide ouders, allebei gegoede mensen maar niet in staat een kind op te voeden. Elsemijn is onthecht en “hecht” zich nu heel erg aan bepaalde personen. Zo komt ze tijdens haar promotieonderwerp: “ De vermenging van boven- en onderwereld,” in contact met rechercheur Binck Hylkema, een undercover agent en dus expert. Ze krijgen een relatie en ondanks hun grote liefde voor elkaar krijgen ze samen het nodige te verwerken.
Als Elsemijn daarbovenop het nieuws ontvangt dat Binck in een ongeval is omgekomen zakt ze mentaal diep weg. Heel diep, enkel doordat er een bizar plan rijpt kan ze weer functioneren.
Het verhaal splitst zich in het politieverhaal, waarbij langzamerhand duidelijk wordt dat Binck niet zo’n integere rechercheur was, de scheidingslijn tussen de onder- en bovenwereld is wel heel dun en het verhaal waarbij Elsemijn een detective inschakelt voor een totaal ander onderzoek, waanzinnig en bijna onmogelijk. Maar ze is vastberaden.
Je krijgt hier te maken met een heel origineel boek die de lezer laat meevoelen in de gebeurtenissen. Toch een bedenking, als Binck een codicil bij zich had, waarom heeft zijn streng gelovige familie geen problemen met zijn orgaandonatie? Elsemijn verzet er zich hevig tegen maar de familie negeert haar en wil haar niet ‘in’ de familie.
Het boek is erg vlot geschreven soms wel iets ten koste van het echt aanvoelen van Elsemijns verdriet en verlorenheid. Iets dat toch vrij belangrijk is voor haar handelen dat daar uit voortvloeit.
“De stalkster” bevat een aantal maatschappelijke thema’s die om aandacht vragen zoals orgaantransplantatie, het wel of niet hebben van een codicil, rouwverwerking, familie… Het moet moeilijk blijven om te weten dat organen van je geliefde voortleven in een ander persoon, een verwarrende gedachte voor de nabestaanden en degene die ontvanger zijn. Al deze thema’s worden aangehaald maar niet echt uitgewerkt, zal misschien ook niet de bedoeling geweest zijn.
Mensen aan het denken zetten is ook al veel!
Lut Delanghe