De boodschapper en De Koran
De boodschapper
De kroniekschrijver Zeeëd is de rechterhand van Mohammad en de man die Allahs openbaringen aan Mohammad verzamelt in een nieuw boek: de Koran. Na de dood van Mohammad vraagt Zeeëd zich af wie de profeet eigenlijk was. Zeeëd besluit langs te gaan bij mensen die de profeet hebben gekend: familie, vrienden, vijanden, volgelingen, wetenschappers, vrouwen en dichters. Op die manier reconstrueert Zeeëd via ooggetuigen het leven van Mohammad, de boodschapper, vanaf zijn geboorte tot aan zijn dood. De lezer krijgt een bijzonder ‘eigentijds’ beeld van de periode waarin Mohammad opgroeide, hoe hij zijn stad Mekka van de morele ondergang wilde redden en hoe hij zich van profeet ontwikkelde tot een machtig leider.
De Koran
Met deze vertaling van de Koran maakt Kader Abdolah het boek inzichtelijk voor de Nederlandse lezer. De Koran, die gebaseerd is op de Thora en de Bijbel, kent geen strikt logische opbouw. De 114 soera’s vertakken zich zoals olijfbomen dat doen. Soms voegde Abdolah voorafgaand aan een soera een inleidende tekst toe. Als brontekst nam hij de oude Arabische Koran van zijn vader. Hij raadpleegde vervolgens Perzische en Nederlandse vertalingen en vroeg zijn bejaarde oom Aga Djan in Iran regelmatig om advies. ‘De herhalingen in de Koran horen bij het karakter van het boek, dat bedoeld was voor de ongeletterde mensen. Zonder de tekst tekort te doen, heb ik herhalingen weggehaald. Een deel daarvan bleef onvermijdelijk’, aldus Kader Abdolah.