De solipsist
Vier jonge vrouwen: Nena, Lori, Maya en Tamara. Eén om mee te spelen, één om van te houden, één om in een hok achter tralies te plaatsen, één om mee naar de sterren te kijken.
Een internationale beursgoeroe: Robbert Barrydale, de 873ste rijkste man ter wereld. Draagt een Pamper. Stichter van de Heilige Kerk van het Zinloze Zijn. Heeft maar één slogan: geld moet rollen.
Zijn leerling-tovenaar: Egon Egoyan. Gekwetst, verdoemd, opstandig, vertwijfeld. Hij wil álles en hij wil het nú.
Een psychopathische pervert: Johnny Choco. Specialist in de kleine misdaad. En, soms, de grote. Speedfreak. Revolverheld. Gediplomeerd seksist. Specialist in virtual reality. Haat de naam ‘Choco’.
En over dat alles kunstig door de schrijver gedrapeerd: het solipsisme. Een aloude, verbijsterende maar nooit weerlegde filosofische theorie die stelt: Er is maar één bewustzijn, het mijne. Alleen ik besta. De rest, de anderen, de wereld, zijn niet meer dan hersenspinsels van mijn scheppende brein.
Bob Dylan, Procol Harum en Johann Sebastian zorgen voor de huiveringwekkende soundtrack.Op dit briljante schorem laat de uit z’n politiek correcte ketens gebroken schrijver Hendrix zijn duivels los. Het resultaat is een filosofisch-erotische thriller die je in één nacht uitleest. Een disruptieve roman die je knock-out en ontregeld achterlaat.
Meestal neem ik de thrillers voor mijn rekening maar eens van spijs veranderen doet goed. Ik was dan ook benieuwd naar “De solipsist,” het mocht terug even iets anders zijn alhoewel je hier zonder blikken of blozen ook gerust mag spreken van een thriller. Ik zat gedurende heel het boek op de punt van mijn stoel. Wat een verhaal.
Hoofdpersonage Egon Egoyan voelt zich een mislukkeling en moet er even uit naar New York om stoom af te blazen. Op de terugvlucht ontmoet hij de charismatische Robert Barrydale, steenrijke beursgoeroe met Tourette en een ego van hier tot ginder achter. Hij geraakt in de ban van deze persoonlijkheid en als hij bij thuiskomst in een meer dan halfleeg appartement zonder vrouw, die ervandoor is, binnenstapt slaat zijn brein ietwat op hol. Na ontslag op zijn school wegens ongewenste intimiteiten gooit hij zijn hele leven om en wordt een adept van Barrydale en diens drang om een nieuwe kerk te verwezenlijken die de absurdheid van ons bestaan aanhangt: “de kerk van het zinloze zijn.”
De rollercoaster waarin hij samen met zijn enige en oude boezemvriend Johnny Choco terechtkomt kent zijn weerga niet. De hele beursgang, waar ikzelf niet veel van begrijp en de daarmee gepaard gaande rijkdom escaleert in verspilzucht en orgiën van seks maar ook van verveling. Uiteindelijk laat de vluchtigheid van deze wereld alles zijn waarde verliezen.
Wat moest gebeuren gebeurt en Barrydale verliest zichzelf in zijn waanideeën en zijn kerk en de rollen draaien stilaan om. Egon krijgt de touwtjes in handen en houdt ze strak. Via zelfstudie en een zekere roekeloosheid ontpopt hij zich tot algemene leider en duikt alsmaar dieper in de beursgang. Ondertussen moet hij de wandaden van de selecte club ook nog zien op te lossen. Het kaartenhuis stuikt onvermijdelijk in elkaar en tenslotte wil Barrydale bewijzen dat solipsisme echt bestaat en duikt alles in een rotvaart verder in een neerwaartse spiraal voor hen die overblijven van ‘de groep.’
Dit schitterend georkestreerd boek laat je gemakkelijk instappen in wat ogenschijnlijk een leuke leeservaring zal worden maar gaandeweg pakt het je bij je lurven als geen ander. Geniaal!
Tja, misschien stop ik best want stel dat ik als solipsist het enige echte geniale brein ben, wie leest dit dan? Schreef ik dan dit briljante boek?
Lut Delanghe
Jan stevens ( co-lezer en een beetje inbreng... )