Naamloos
‘Het begint met dat ik mijn naam niet meer kan herinneren.’ Zo opent Naamloos, de roman van Pepijn Lanen, waarin we een aantal weken uit het leven van een naamloze jongeman volgen. Een dertiger die tussen twee banen in zit en tijdelijk verblijft in een nihilistisch appartement van een vriend. Op indringende manier leeft de lezer mee met zijn verwarring, zijn gevecht met verslavingen en angsten, en voornamelijk het gevecht met zichzelf. Pepijn Lanen schreef met Naamloos een rauw, eerlijk en humoristisch boek over het leven en de liefde. Voor de lezers van Hallo muur, Brusselmans en Bukowski.
Een debuutroman die mij het water in de mond zet naar meer van Pepijn Lanen, veel meer. Als literatuur betekent dat je geniet van mooie zinnen, prachtige taal zonder gekunsteldheid en met een onderhuidse drive die je doorheen het onbekende laat razen wel dan heb ik literatuur gelezen. ‘Naamloos’ doet zijn titel alle eer aan want nergens tref je namen aan. Het hoofdpersonage ontwaakt na een mentale crash veroorzaakt door roofbouw op zijn gestel na een leven van overmatig alcohol en drugs in totale chaos, onbekend in zijn eigen lichaam en geest. Zijn laptop, het enig mogelijke aanknooppunt is ook weg. Zijn terugkeer in de maatschappij wordt verhaald via plus- en min-dagen gelinkt aan zijn ontwaken, ze zijn tevens de hoofdstukken en bepalen de leesstructuur met sprongen doorheen de tijd en herinneringen. Je wordt doorheen deze haast magische wederopstanding realistisch geconfronteerd met zijn zoektocht naar zichzelf doorheen de maatschappij die zich aanbiedt maar waar hij geen raakvlek mee heeft. Tijdens zijn wederopstanding botst hij toevallig op een ander personage, zij zorgt voor wat licht en warmte in zijn troosteloze en harde strijd. Maar dit gaat ook niet zomaar.
Het mooie aan heel dit verhaal is het universele, ’t kan iedereen zijn, ’t kan iedereen overkomen, ’t kan alle kanten uit maar ’t grijpt je bij je lurven!
Jan Stevens