De laatste wilde dieren

De 12-jarige Kester woont in een wereld waarin alle dieren zijn uitgeroeid. Denkt hij. Dan ontmoet hij een groepje pratende duiven en een bazige kakkerlak ('De Generaal'). Ze hebben zijn hulp dringend nodig: er leven nog wel een paar dieren, maar ze zijn ziek. Samen met een edelhert, een enthousiast wolfje, een hooghartige kat, een dansende dwergmuis en het meisje Polly vertrekt Kester op een gevaarlijke missie. Het wordt een race tegen de klok, want ze worden achternagezeten door de wraakzuchtige Kapitein Skuldiss, die alle dieren voorgoed wil uitroeien...

Kes, de zoon van een dierenarts professor, is een jongen van 12 die gestopt is met praten na de dood van zijn moeder. Hij leeft in een wereld die lijdt onder de opwarming van de aarde, er is één wereldoceaan die de helft van het aardoppervlak bedekt en de droogte jaagt alle mensen naar koele gebieden waar ze in grote steden wonen.
Op een dag breekt een ziekte uit waar bijna alle dieren aan sterven, “het rode oog.” Om de ziekte in te dijken worden alle overlevende dieren opgespoord en gedood. Het platteland is verboden terrein en alle mensen worden verplicht om in de virusvrije steden te wonen.
In deze wereld waar geen natuurlijk voedsel meer te vinden is bepaalt de voedselindustrie de regels. Iedereen moet gehoorzamen en speciale kinderen, zoals Kester, worden opgesloten in gevangenisscholen.
Na 6 jaar stilte ontdekt Kester toevallig dat hij in gedachten kan praten met een kakkerlak “ de Generaal” die zich verbergt in de refter van de school. “Kester! Help!” zegt de kakkerlak … en dan, op een nacht, dringen honderd duiven zijn kamer binnen:  “Kester Jaynes, we zijn erop uitgestuurd om jou te zoeken. Je hebt een speciale gave. Alleen jij kunt ons redden. Ze komen, Kester Jaynes, ze komen. Ze komen voor jou! Zorg dat je er klaar voor bent!”
Die “ze” zijn honderden kakkerlakken die hem via de riolen helpen ontsnappen uit de school.  De duiven leiden Kester naar de Kring van Bomen, een afgeschermde plek op het platteland en het laatste toevluchtsoord van een kudde overlevende wilde dieren onder leiding van een groot edelhert, de Gids. De dieren vragen hem naar de stad te gaan om een geneesmiddel te vinden tegen het “rode oog”. Dit is het begin van een gevaarlijk avontuur en beetje bij beetje komt aan het licht dat de dieren het slachtoffer zijn van een duister complot.
Het verhaal van Kes zit vol vaart. De zinnen zijn kort, het lettertype redelijk groot. Met rake beschrijvingen slaagt de auteur erin je onder te dompelen in een fictieve wereld. De goede personages zijn aanhankelijk en de slechteriken zijn écht slecht. Het is een spannend fantasy-boek voor stoere lezers vanaf 10 jaar.

Hilde Warreyn, Leerkracht http://www.tihf.be/secundair-onderwijs-brugge/

Mette Marit (5de leerjaar - De Wonderfluit) las een honderdtal bladzijden van dit boek en schreef volgende recensie:

'Ik heb 'De laatste wilde dieren' gelezen van Piers Torday. Ik koos het boek omdat ik het een leuke kaft vond. De titel is een vreemde titel en ik was nieuwsgierig naar het verhaal.
Er was een jongen die naar een bos vloog waar allemaal wilde dieren waren. Zij hadden het laatste rode oog...
Ik begreep het verhaal niet echt. Ik vond het langdradig en dus echt niet leuk om te lezen. Ik, persoonlijk, zou het niemand aanraden.'