Lezen zonder boek
Wat hazensprongen, kruipen, tolletjes en plastic bloempotjes met leesontwikkeling te maken hebben, is te lezen in dit boek. Meer dan 50 oefeningen zijn panklaar omschreven. De oefeningen in dit boek dragen bij aan het ontwikkelen van de leesvoorwaarden. Het goed samenwerken van beide hersenhelften, de ontwikkeling van ritmegevoel en het kunnen focussen van de ogen zijn een aantal van die voorwaarden. De theorie achter de oefeningen wordt helder beschreven voor leerkrachten in het basisonderwijs en ouders.
Dit boek wil kinderen niet alleen op een andere manier het lezen laten oefenen, maar ze ook succeservaringen laten opdoen en het leesplezier bevorderen. Een belangrijk aspect hierbij is het beschrijven van het doel en het stellen van een eigen doel. De oefeningen in Lezen zonder boek lijken in eerste instantie misschien niet veel met lezen te maken te hebben. In duidelijke, begrijpelijke taal wordt het belang van iedere oefening uitgelegd, met ruimte voor de eigen inbreng van het kind. Zo weten de kinderen ‘waarom’ ze het doen en kunnen ze inschatten wat ze zelf denken te kunnen.
De oefeningen kunnen makkelijk ingezet worden voor de hele klas, een klein groepje kinderen, of voor kinderen thuis. Door het gebruik van eenvoudige materialen is er nauwelijks voorbereidingstijd nodig en kan men snel aan de slag!